Paragraaf 2 Een etentje thuis

2.2 Een etentje thuis
timer
5:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.2 Een etentje thuis
timer
5:00

Slide 1 - Slide

programma
herhaling paragraaf 1
huiswerk paragraaf 1 en rekentrainer
uitleg en maken paragraaf 2

Slide 2 - Slide

Juist of onjuist:
Consumeren is een manier om je behoeften te vervullen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van schaarste
A
Schaarse producten zijn zeldzaam
B
Door schaarste kunnen mensen bijna niks kopen
C
Door oneindige behoeften van mensen en beperkte middelen ontstaat schaarste
D
Schaarste ontstaat doordat mensen te weinig willen kopen met de vele middelen die zij hebben.

Slide 4 - Quiz

Farzan verkoopt zelfgemaakte meubels. Er is hier sprake van ...
A
Consumeren
B
Produceren

Slide 5 - Quiz

Je wil een nieuwe iPhone, hoe noemt een econoom dit?
A
Behoefte
B
Consumeren
C
Produceren
D
Beïnvloeding

Slide 6 - Quiz

Je koopt een nieuwe iPhone, wat doe je nu?
A
Behoefte
B
Consumeren
C
Produceren

Slide 7 - Quiz

Een broodje pindakaas eten is
A
consumeren
B
behoefte
C
produceren

Slide 8 - Quiz

huiswerk
paragraaf 1 en rekentrainer paragraaf 1

klassikaal vragen 4, 6, 8

Slide 9 - Slide

leerdoelen
Ik kan de verschillen tussen betaalde en onbetaalde productie benoemen
Ik kan aangeven wat er nodig is voor productie

Slide 10 - Slide

Er zijn twee soorten van produceren.

  • Onbetaalde productie. Dat is iets
     doen of maken zonder betaald te
     worden.
  • Voorbeelden: Eten koken, de was
     doen, kinderen verzorgen en de
     fiets zelf repareren.



Onbetaald produceren

Slide 11 - Slide

Er zijn twee soorten van produceren. De andere is:

  • Betaald produceren. Dat is iets
     doen of maken tegen betaling.
  • Voorbeelden: Werken als schilder,
      bakker, kok, etc.



Betaald produceren

Slide 12 - Slide

Om te produceren hebben we hulpmiddelen nodig.

  • Gereedschap: Om te schilderen hebben
      we kwasten nodig.
  • Arbeid: Iemand moet de handeling van het
      verven doen.
  • Natuur: Om onbetaalde productie te doen
     is vaak ook een stukje natuur nodig,
     bijvoorbeeld water om kwasten schoon te
     maken of zonlicht om het te laten drogen.


Wat is er nodig om te produceren?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Vraag
Waarom besteden consumenten productie uit? 
Doen ze het niet zelf?

Slide 16 - Slide

consumenten besteden productie uit
- als ze het werk zelf niet kunnen

- als ze er geen zin in hebben

- als ze er geen tijd voor hebben

Slide 17 - Slide

Je hebt een lekke band. Je kan dit zelf en koopt voor € 15,- een nieuwe band. Als je het niet zelf kan ga je naar de fietsenmaker en betaal je
€ 17,50 voor de band en € 7,50 voor de reparatie. Wat is de waarde van de productie thuis?

  • Waarde productie thuis = Kosten van productie door een bedrijf - Kosten van zelf produceren
  • (€ 17,50 + € 7,50) - € 15,00 = € 10,- besparing
Waarde productie thuis

Slide 18 - Slide

waarde productie thuis
zelf nasi maken € 4,- 


nasi ophalen bij de chinees 
€ 9,50

Waarde productie thuis is € 9,50 - € 4,- = € 5,50

Slide 19 - Slide

Productie uitbesteden

  • Je moet ervoor betalen
  • Je hebt er vaak geen zin in
  • Je hebt er geen tijd voor
Productie thuis

  • Het is (vaak) gratis
  • Het is makkelijk
  • Je hebt wel tijd/zin om het te doen
Eigen productie - kosten productie bedrijf = 
waarde productie thuis

Slide 20 - Slide

maken paragraaf 2.2 en rekentrainer paragraaf 2

Slide 21 - Slide

leerdoelen
Ik kan de verschillen tussen betaalde en onbetaalde productie benoemen
Ik kan aangeven wat er nodig is voor productie

Slide 22 - Slide

Wat is de waarde van productie thuis?
Een schilder inhuren kost € 40,- per uur en hij verwacht met de klus 30 uur bezig te zijn, dit is inclusief alle materialen.
Ga je zelf verven dan ben je voor € 400,- klaar.

Reken uit!

Slide 23 - Slide