Staal Spijsvertering woorden les 1

1 / 16
next
Slide 1: Video
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

de spijsvertering

Slide 2 - Slide

Wat is een ander woord voor Italiaan eten van deeg?
A
de peulvrucht
B
de pasta
C
het vet
D
pizza

Slide 3 - Quiz

Wat is de slokdarm?
A
Je maag en darmen samen.
B
Het laatste deel van de dikke darm.
C
Een deel van je darmen dat net na je keel begint.
D
Een deel van het lichaam met een eigen taak.

Slide 4 - Quiz

Wat is een vegetariër?
A
Iemand die dieren verzorgt.
B
Iemand die geen vlees, maar wel vis eet.
C
Iemand die graag vlees en vis eet.
D
Iemand die geen vlees en vis eet.

Slide 5 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van gevarieerd?
A
Met weinig afwisseling: vaak hetzelfde.
B
Ongekookt.
C
Met veel afwisseling; steeds iets anders.
D
Voedzaam.

Slide 6 - Quiz

Wat past het beste bij een onverzadigd vet?
A
Water
B
Olie
C
Bonen
D
Boter

Slide 7 - Quiz

Met spijsvertering bedoelen we dat......

Slide 8 - Open question

Wat is een ander woord voor de poep?
A
De diarree
B
De ontlasting
C
De enzymen
D
De aandrang

Slide 9 - Quiz

Wat is waar over de gal?
A
De gal is een sap die wordt opgeslagen in de dikke darm
B
De gal zorgt ervoor dat je eten lekkerder wordt
C
De gal zorgt ervoor dat het eten beter wordt verteerd
D
Bijna overal in je lichaam zit gal.

Slide 10 - Quiz

Hoe heet het zure sap in je maag dat helpt bij het verten van je eten?

Slide 11 - Open question

Wat is een ander woord voor het poepgat?

Slide 12 - Open question

Ik moet heel nodig naar de wc voor een grote boodschap, ik heb enorme...
A
Ontlasting
B
Diarree
C
verstopping
D
Aandrang

Slide 13 - Quiz

Welke organen uit het menselijk lichaam ken je allemaal?

Slide 14 - Mind map

Welk deel van het lichaam zorgt ervoor dat water uit de poep wordt gehaald?
A
De lever
B
De anus
C
De dikke darm
D
De dunne darm

Slide 15 - Quiz

Het eten gaat door de mond, daarna door de luchtpijp en komt vervolgens in de slokdarm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz