LB-WW VMBO Deel 3 - H4 - Les 4 - Rousseau & Hobbes

[Aandachtsrichter]
1 / 25
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

[Aandachtsrichter]

Slide 1 - Slide

LB-WW VMBO-Deel 3-H4-Mensbeelden
Les 4: Rousseau & Hobbes

Slide 2 - Slide

Deze les
uitleg Paragraaf 3 Is de mens een goedaardig wezen?
Nakijken weektaak 5 t/m 12
Werken aan de nieuwe weektaak ( t/m 18)
Werken aan de LVB-Opdrachten

Slide 3 - Slide

Hoe voel je je over 'metaverse'?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Weektaak
Leerwerk: lezen pp. 71-74 
Maakwerk: opdr. 5 t/m 12 
LVB: LVB-Opdracht 3.3


Slide 6 - Slide

Opdracht 5, p.71  
Hoogst waarschijnlijk laat je hier houw moderne denken zien. Bij opdracht 6 en 7 kan dat zo meteen bewust gemaakt worden. je zult dan zien bij de antwoorden bij 5: je eigen antwoorden, zijn niet vanzelfsprekend..  

Slide 7 - Slide

Opdracht 5, p.71  
Hoogst waarschijnlijk laat je hier houw moderne denken zien. Bij opdracht 6 en 7 kan dat zo meteen bewust gemaakt worden. je zult dan zien bij de antwoorden bij 5: je eigen antwoorden, zijn niet vanzelfsprekend..  

Slide 8 - Slide

Opdracht 6a, p.72    
In de christelijke Middeleeuwen en lang daarna zag men het aardse bestaan vooral als voorbereiding op het eeuwig leven na de dood. Aardige illustratie vormen de teksten van veel cantates van Johann Sebastian Bach - ver na de Middeleeuwen natuurlijk. Daar wordt meer dan eens onomwonden het verlangen naar de dood uitgesproken.  

Slide 9 - Slide

Opdracht 6b p.72    
Men vertrouwde zich eerder aan de gemeenschap en aan God toe. Men paste zich aan het eigen milieu aan, volgde het beroep van vader en/of het gilde.

Slide 10 - Slide

Opdracht 6c p.72    
Kunstenaars ondertekenden vaak hun werk niet eens. Carrière maken en beroemd worden waren geen serieuze opties zoals dat in onze tijd wel het geval is.  

Slide 11 - Slide

Opdracht 7, p.72  
Seks behoorde tot de lagere materiële wereld. Seks zou ook de geest benevelen en daarmee zou het hogere in de mens door de lage seks schade ondervinden.

Slide 12 - Slide

Opdracht 8, p.73  
a. Erotiek, seksualiteit, drank.

b. Een geestelijke/priester toont een vermanende vinger. Let op: de geestelijke staat hoger dan het gewone volk dat zich met lage aardse genoegens bezighoudt.
c. De drankflessen zijn in een afvalbak terecht gekomen.
d. De kerk staat op een heuvel, al wat verwijderd van de lage aardse werkelijkheid. Vervolgens reikt de kerktoren tot in de hemel.
e. Dat ze op weg zijn naar de hemel. Ze zijn niet langer aards, niet langer stoffelijk maar vormen deel van de geestelijke, goddelijke werkelijkheid (of daarnaar op weg in ieder geval). Het goddelijke is geestelijk, niet materieel aards.
f. Tekening 1: ze leefden in zonden omdat ze zich bezighielden met aardse genoegens. Uit tekening 2 kan men opmaken dat ze zich bekeerd hebben: drank en seks hebben ze afgezworen en ze gaan naar de kerk. Wie zich onttrekt aan aardse materiële en seksuele genoegens zal beloond worden in het leven na de dood: in de hemel (tekening 3). 




Slide 13 - Slide

opdr. 9a)
Wetenschappelijke kennis op medisch gebied waardoor polio, malaria etc bestreden kan worden. Wetenschap en kennis op het terrein van landbouw waardoor de voedselopbrengst toeneemt. Be­vloeiingstechnieken, onderzoek om bodemgesteldheid te onderzoeken en te verbeteren. Technisch hoogwaardige communicatiemiddelen waardoor men sneller bij een ramp aanwezig kan zijn of waardoor men juist rampen kan voorkomen (waarschuwen voor de dreiging van een vloedgolf bij­ voorbeeld, etc etc.). 

Slide 14 - Slide

opdr. 9b)
Niet, want je moet je eigen verstand gebruiken en zelf onderzoeken; een ander in ieder geval nooit beschouwen als een autoriteit waaraan onder geen beding getwijfeld mag worden.

Slide 15 - Slide

opdr. 9c)
Onmondigheid en duisternis hetgeen inhoudt: je hebt gebrek aan kennis en inzicht. Je mist de moed om kennis en inzicht te verwerven. je levert je over aan autoriteiten en denkt zelf niet na.

Slide 16 - Slide

opdr. 10
  1. De houding tegenover het menselijk lichaam (het aardse) veranderd; Het lichaam wordt interessant en mooi gevonden.
  2. De mens wordt als individu gezien, niet meer zozeer als enkel onderdeel van een gemeenschap.
  3. De menselijke kennis wordt hoger aangeslagen en daarmee het vermogen van de mens macht te krijgen over de werkelijkheid. In het verlengde daarvan punt 4.
  4. De mens is in staat tot een algehele bevrijding van onderdrukking, domheid, armoede, oorlog etc.
  5. Het besef neemt toe dat een mens zelf het heft over zijn/haar leven in handen moet nemen. Je eigen verstand gebruiken en niet blind de mening van autoriteiten volgen. Het gaat hier om wat we tegenwoordig zelfbeschikking noemen.

Slide 17 - Slide

opdr. 11
  • a) Uitspraak 2 is juist.
  • b) De mens is van nature goed en vreedzaam volgens Rousseau. De mens is dus niet de oorzaak dat de maatschappij slecht is (uitspraak 1) maar de maatschappij is slecht en daardoor wordt de mens slecht (uitspraak 2).

Slide 18 - Slide

opdr. 12a)
Werd je, zoals Rousseau voorstelde, alleen maar afgeschermd en mocht je vervolgens alles zelf uitvinden, zodat je wat goed is zelf zou ontdekken? Of werden jou ook beginselen en regels voorgehouden? Lijkt je eigen opvoeding daarmee op de opvoeding die Rousseau voorstond?

Slide 19 - Slide

opdr. 12b)
Werd je, zoals Rousseau voorstelde, alleen maar afgeschermd en mocht je vervolgens alles zelf uitvinden, zodat je wat goed is zelf zou ontdekken? Of werden jou ook beginselen en regels voorgehouden? Lijkt je eigen opvoeding daarmee op de opvoeding die Rousseau voorstond?

Slide 20 - Slide

opdr. 12c)
Kun je ook iets positiefs van anderen opsteken? Kan een ander een inspirerend voorbeeld zijn van menswaardig handelen?

Slide 21 - Slide

Kinderen moeten afgeschermd worden van het kwaad en daardoor worden zij goede volwassenen.
volledig eens
beetje eens; beetje oneens
volledig oneens
anders

Slide 22 - Poll

LVB:
  • LVB: LVB-Opdracht 3.4 Ervaringsdeskundige 

Wat is een belangrijke gebeurtenis die jouw mensbeeld heeft gevormd. 

Slide 23 - Slide

Leerdoelen:
  • Je weet hoe men in de Verlichting over de mens dacht. 
  • Je weet welk antwoord Kant geeft op de vraag 'Wat betekent Verlichting?'
  • Je kan de visie van Hobbes op de mens en op het menselijk samenleven verduidelijken. 

Slide 24 - Slide

Weektaak: 
Leerwerk: lezen Hfdst 4 Mensbeelden, Paragraaf 3, p.75-81.
Maakwerk:  t/m opdr. 18
LVB: LVB-Opdracht 3.4 Ervaringsdeskundige 

Slide 25 - Slide