This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom
Slide 1 - Slide
Deze les
-herhalen oefeningen vorige week
Slide 2 - Slide
Er komt een -n bij als:
-woord zelfstandig in zin wordt gebruikt
-betrekking heeft op personen
Slide 3 - Slide
voorbeelden:
Tussen de middag blijven sommigen op school. (= sommige van alle mensen)
Er komen anderen naast ons wonen. (= andere mensen)
Op de receptie verschenen onder anderen de ouders en kinderen van de jubilaris.
Slide 4 - Slide
In combinatie met een zelfstandig naamwoord: geen n De woorden krijgen géén n aan het eind als ze bij een zelfstandig naamwoord horen. Het maakt daarbij niet uit of je over mensen of dingen schrijft:
Je moet beide handen aan het stuur houden.
Beide opa's komen trouw op mijn verjaardag.
Je moet alle zinnen met een hoofdletter laten beginnen
Slide 5 - Slide
Enkele/ enkelen hebben vragen gesteld.
A
enkele
B
enkelen
Slide 6 - Quiz
Enkele wilden niet blijven wachten.
A
enkelen
B
enkele
Slide 7 - Quiz
(Sommige/sommigen moesten een briefje halen.
A
sommige
B
sommigen
Slide 8 - Quiz
Sommige/sommigen hadden hun toets al af.
A
sommige
B
sommigen
Slide 9 - Quiz
Mijn auto moet zuiniger zijn dan die van (andere / anderen).
A
andere
B
anderen
Slide 10 - Quiz
Mijn ... vriendinnen houden erg van voetbal.
A
andere
B
anderen
Slide 11 - Quiz
Helaas waren vele(n) van de posters beschadigd.
A
vele
B
velen
Slide 12 - Quiz
Door de vele/ velen fouten kreeg hij een onvoldoende.