4.7 grammatica telwoorden

Grammatica 4.7
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat er bent!

                                                             even tellen of iedereen er is
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica 4.7
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat er bent!

                                                             even tellen of iedereen er is

Slide 1 - Slide

In deze les leg ik uit
aan welke doelen we gaan werken.

wanneer je het huiswerk af moet hebben.

de theorie die je daarvoor nodig hebt

Slide 2 - Slide

leerdoelen 4.7 taalkundig ontleden
Ik kan bijvoeglijke naamwoorden benoemen. (wat is dat ook alweer)
Ik kan voorzetsels benoemen. (welke ken je?)
Ik kan telwoorden benoemen (hoofdtelwoord en rangtelwoord)

Je kunt je doelen oefenen door de opdrachten van 4.7 goed en serieus te maken en aantonen dat je je doel hebt bereikt door minimaal een 6 op de Lesson up toetsjes te halen.


Slide 3 - Slide

Wanneer heb ik de opdrachten af?
Op dinsdag 18 mei heb je de opdrachten af. Maak dus een goede planning 
(4.7: 1,2,3a,4abcd,5,6,7,8,9,10,11,12,13,15abcde,16,17,19abc,20 en test jezelf 4.7)


Instapopdracht:                      1 en 2
Bijvoeglijk naamwoord:       opdracht 3a,4abcd,5,6
Voorzetsel:                                opdracht 7,8,9,10
Telwoorden:                              opdracht 11,12,13
Van alles door elkaar:           opdracht 15abcde,16,17,19abc,20
test jezelf 4.7

Slide 4 - Slide

Uitleg van de theorie 4.7
In deze lessen krijg je uitleg over de woordsoorten
bijvoeglijk naamwoord
voorzetsel
telwoord (hoofdtelwoord en rangtelwoord)(ik was ook aan het tellen)
Waarom  moet je dit eigenlijk weten?
We noemen dit taalkundig ontleden.

Slide 5 - Slide

Wat zijn telwoorden?
Welke telwoorden ken je?
(Je mag voorbeelden of soorten noemen)

Slide 6 - Open question

Telwoorden
Een telwoord (tw) geeft een hoeveelheid of een volgorde aan.
Er zijn twee soorten telwoorden.

  • Een hoofdtelwoord (htw)

  • Een rangtelwoord (rtw)

Slide 7 - Slide

hoofdtelwoord

Een hoofdtelwoord (htw): geeft een hoeveelheid aan.
Je kunt dit tellen

Voorbeeld: Ik heb … (drie, honderdtwintig, veel) pennen in mijn etui.


Slide 8 - Slide

uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over hoofdtelwoorden

Als je het handig vindt, kun je de video na de les nog eens bekijken.

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Wat is dus een hoofdtelwoord?

Slide 11 - Open question

rangtelwoord
Een rangtelwoord (rtw): geeft een volgorde/rang aan.
Je kunt de vraag stellen: waar in de rij?

Een rangtelwoord eindigt altijd op -de of -ste.

Voorbeeld: Ik zit op de … (zesde, twintigste, middelste) rij in de klas.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

even oefenen

Joanne heeft vier kleinkinderen.
wat is 'vier'
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 14 - Quiz

Het vierde paasei begint vaak al minder lekker te worden.
wat is 'vierde'
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord

Slide 15 - Quiz

Als lunch eet ik eerst een beschuit en als tweede eet ik graag twee eieren.
Wat is hier het hoofdtelwoord?

Slide 16 - Open question

Als je één paaseitje pakt, volgen er meestal nog drie.
Schrijf de telwoorden op en ook of het een hoofdtelwoord of rangtelwoord is.

Slide 17 - Open question

uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over rangtelwoorden. Als je het nog lastig vindt, kun je deze na de les bekijken.

Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Doelen 4.7
Ik kan bijvoeglijke naamwoorden benoemen.
Ik kan voorzetsels benoemen.
Ik kan telwoorden benoemen (hoofdtelwoord en rangtelwoord)

Je kunt je doelen oefenen door de opdrachten van 4.7 goed en serieus te maken en aantonen dat je je doel hebt bereikt door minimaal een 6 op de Lesson up toetsjes te halen.


Slide 20 - Slide

Ik kan het hoofd en rangtelwoord benoemen.
A
ja, makkelijk
B
misschien, maar ik wil wel graag nog oefenen
C
Ik denk dat ik het kan
D
Ik wil graag extra uitleg

Slide 21 - Quiz

1.Wat heb je geleerd vandaag? (leg dit uit)

2.Heb je nog een vraag voor mij?

Slide 22 - Open question

Ga nu oefenen
De opdrachten van 4.7 grammatica die je deze week gaat oefenen zijn:
4.7: 1,2,3a,4abcd,5,6,7,8,9,10,11,12,13,15abcde,16,17,19abc,20,

Instapopdracht:                   opdracht  1 en 2
Bijvoeglijk naamwoord:    opdracht 3a,4abcd,5,6
Voorzetsel:                             opdracht 7,8,9,10
Telwoorden:                           opdracht 11,12,13
Van alles door elkaar:        opdracht 15abcde,16,17,19abc,20
Als je telwoorden lastig vindt, oefen dan na opdracht 11,12,13 :'versterk jezelf': het telwoord

Als je vragen hebt, dan weet je me te vinden.


Slide 23 - Slide