geld over en te kort 3.5

1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H3 Geld over en te kort
3.5 Geld te kort

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel: 
  • Je kunt uitleggen hoe je grote aankopen kunt financieren. 
  • Je kunt tenminste 3 manieren benoemen om een financieringsprobleem te voorkomen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voor de vervanging van duurzame consumptiegoederen moet je maandelijks
A
reserveren
B
investeren
C
reageren
D
kopen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bereken. Je wilt je laptop over 36 maanden vervangen. De vervangingsprijs is 2.400 euro.
De restwaarde van je oude laptop is over 36 maanden 600 euro.
Je reserveert iedere maand voor de vervanging van je laptop.
A
60 euro
B
40 euro
C
30 euro
D
50 euro

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

de aankoop van duurzame consumptiegoederen hoort bij de
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

2

Slide 7 - Video

Geld lenen kost geld.
Geleend geld moet worden terugbetaald.
Leen je geld bij een bank dan moet je de lening maandelijks aflossen (incl. rente).
De maandelijkse aflossing hoort bij je vaste lasten. 
Je vaste lasten gaan dus omhoog.
Je moet je budgetplan aanpassen en opletten dat je geen schulden krijgt. Veel jongeren hebben schulden. In de video praten Rotterdamse jongeren over schulden.
Wat kun je doen als je aan het einde van de maand te weinig geld hebt?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Geld tekort
Een financieringsprobleem oplossen
  • bezuinigen op dagelijkse uitgaven
  • een aankoop of vervanging uitstellen
  • geld lenen 

Je moet je budgetplan aanpassen!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is lenen niet verstandig?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Welke aankoop is makkelijker uit te stellen en waarom? Een wasmachine of PS5.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Bezuinigen
Minder uitgeven aan dagelijkse uitgaven:
  • voor jou persoonlijk bv. make-up, kapper, uitgaan
  • voor het huishouden bv. boodschappen 

Persoonlijke uitgaven
Huishoudelijke uitgaven

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bezuinigen
Bekijk  de afbeelding . Jennifer bezuinigt op haar dagelijkse uitgaven.
Beantwoord de vraag in de volgende slide

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vraag
Op welke manier kan Jennifer bezuinigen op haar dagelijkse uitgaven?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag met de opgaven

3. 5 maken vragen 3 t/m 8 + 10 en 11

Rustig overleggen mag met de buurman of buurvrouw.

Je krijgt 5 minuten tot het einde van de les.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je het maken van schulden voorkomen?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Ken je jongeren met schulden?

Slide 17 - Poll

This item has no instructions