les 7 en 8 H1.2 Rekenen in twee stappen met het rekenschema

H1 Chemisch rekenen
NOVA vwo4
les 7 omrekenen met schema
Nodig: 
schrift, Binas, rekenmachine.
laptop
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H1 Chemisch rekenen
NOVA vwo4
les 7 omrekenen met schema
Nodig: 
schrift, Binas, rekenmachine.
laptop

Slide 1 - Slide

vragen over het huiswerk?
H1.2 opgave 3

Slide 2 - Slide

Na afloop van deze les
kun je hoeveelheden stof omrekenen met behulp van de dichtheid en de molaire massa:
- van volume naar chemische hoeveelheid
- van chemische hoeveelheid naar volume

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

werkwijze
Leg pen, papier, je Binas en een gewone rekenmachine klaar. Volg deze stappen:
1. noteer de 3 blokken van het omrekenschema op je papier
2. wat wordt gegeven en gevraagd in de opgave? zet het onder het juiste blok
3. verzamel de gegevens die je nodig hebt uit Binas (dichtheid, molaire massa)
4. zorg dat de eenheden van de opgaven passen bij de eenheden uit Binas - reken ze zonodig om
5. Gebruik het gegeven uit de opgave en uit Binas om de 1e formule uit het schema in te vullen. Bereken de onbekende.
6. Gebruik de uitkomst van de eerste berekening en het andere gegeven uit Binas om de tweede formule in te vullen
7. Controleer A - L - L - E - S

noteer uitkomst + eenheid in LU om na te kijken

2. wat is gegeven/gevraagd?
1.
5. vul 1e formule in
6. gebruik uitkomst voor 2e formule
7. controleer A - L - L - E - S
3. Verzamel gegevens uit Binas
4. zorg dat eenheden bij elkaar passen

Slide 5 - Slide

1. Hoeveel gram is gelijk aan 700 L fluor?
timer
3:00

Slide 6 - Open question

1. Hoeveel gram is gelijk aan 700 L fluor?

tabel 12: 
ρ(fluor)=1,70m3kg=1,70103dm3103g=1,70Lg
m=Vρ=700L1,70Lg=1190g

Slide 7 - Slide

2. Hoeveel gram is gelijk aan 12 cm3 ivoor?
timer
3:00

Slide 8 - Open question

2. Hoeveel gram is gelijk aan 12 cm3 ivoor?

tabel 10A: 
ρ(ivoor)=1,9103m3kg=1,9103106cm3103g=1,9cm3g
m=Vρ=12cm31,9cm3g=22,8g

Slide 9 - Slide

3. Hoeveel mL is gelijk aan 14 g magnesium?
timer
3:00

Slide 10 - Open question

3. Hoeveel mL is gelijk aan 14 g magnesium?

tabel 8: 
ρ=1,74103m3kg=1,74103106cm3103g=1,74mLg
V=ρm=1,74mLg14g=8,0mL

Slide 11 - Slide

4. Hoeveel gram is gelijk aan 0,76 mol glycerol (C3H8O3)?
timer
2:00

Slide 12 - Open question

4. Hoeveel gram is gelijk aan 0,76 mol glycerol (C3H8O3)?
tabel 99
M(C3H8O3) = 3 * 12, 01 + 8 * 1,008 + 3 * 16,00 = 92,09 g/mol

m=nM=0,76mol92,09molg=69,99g

Slide 13 - Slide

5. Hoeveel mol is 0,693 gram methanol, CH4O(l)?
timer
2:00

Slide 14 - Open question

5. Hoeveel mol is 0,693 gram methanol, CH4O(l)?
tabel 99
M(CH4O) = 12, 01 + 4 * 1,008 + 16,00 = 32,04 g/mol

n=Mm=32,04molg0,693g=0,0216mol

Slide 15 - Slide

6. Hoeveel dm3 is 1,3 kmol zilver?
timer
3:00

Slide 16 - Open question

6. Hoeveel dm3 is 1,3 kmol zilver?
tabel 99       M(Ag) = 107,9 g/mol


tabel 8
m=nM=1,3103mol107,9molg=140,27103g=140kg
ρ(zilver)=10,50103m3kg=10,50dm3kg
V=ρm=10,50dm3kg140kg=13,33dm3

Slide 17 - Slide

Geef aan hoe goed jij nu een hoeveelheid stof kunt omrekenen van volume naar chemische hoeveelheid en omgekeerd
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Na afloop van deze les wil ik...
oefenen met omrekenen van kg/m3 naar g/mL, mg/cm3
oefenen met uitrekenen molaire massa
oefenen met omrekenen volume <-> massa
oefenen met omrekenen massa <- > mol
nog meer opgaven oefenen zoals deze les
bijles zoeken voor meer uitleg en hulp
niet meer oefenen, ik denk dat ik het kan

Slide 19 - Poll

Heb je nog vragen over deze les? Stel ze hier:

Slide 20 - Open question

huiswerk voor de volgende les
Maak opgave 4 van H1.2
Kijk je antwoorden na

Slide 21 - Slide

H1 Chemisch rekenen
NOVA vwo4
les 8 omrekenen met schema
Nodig: 
schrift, Binas, rekenmachine, rekenschema

Slide 22 - Slide

SO over de Voorkennis, H1.1 en 1.2
 Meenemen: Binas + niet-grafische rekenmachine/ 
Bij het SO krijg je een Rekenkaart. 
Tijd: 40 min (ET: 45 min). 
Weging

Slide 23 - Slide

SO over de Voorkennis, H1.1 en 1.2
 Het SO gaat over alle stof die in voorgaande lessen behandeld is. 
- startopdracht met indeling stoffen + reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken
- de voorkennis met de vaardigheidstrainers voor "wetenschappelijke notatie" en "reactievergelijkingen kloppend maken" en "omrekenen van eenheden"
- Hoofdstuk 1.1 
- Hoofdstuk 1.2 en werken met het omrekenschema fig 5

Leer de betekenis van de blauwe begrippen van H1.1 en 1.2 (staan achterin het hoofdstuk)
Alle Lesson-Up-lessen vind je terug in de Lesson-Up-klas.
de studieplanner staat in Magister in de studiewijzer scheikunde - map van Hoofdstuk 1



SUCCES met leren!

Slide 24 - Slide

H1.2 opgave 3 Bereken met behulp van Binas tabel 98 of 99 de chemische hoeveelheid chlooratomen in: 
a 1,2 g chloor, Cl2 (g)                    MCl2 = 2 * 35,45 = 70,90 g/mol
    1,2 : 70,90 = 0,0169... mol Cl2
    dus 2 x 0,0169... = 0,034 mol Cl-atomen

b 1,2 g waterstofchloride, HCl (g)   MHCl = 36,461 g/mol
    1,2 : 36,461 = 0,0329... mol HCl
    dus ook 0,0329 mol Cl-atomen = 0,033 mol Cl-atomen

Slide 25 - Slide

H1.2 opgave 3 Bereken het aantal mol chloor-atomen dat aanwezig is in:
c 1,2 g  CCl4 (g) 
     MCCl4 = 12,01 + 4 * 35,45 = 153,81 g/mol
    1,2 : 153,81 = 7,8 * 10-3 mol CCl4
    
   dus ook 4 * 7,8 * 10-3 =  3,1 * 10-2 mol Cl-atomen 

Slide 26 - Slide

elementen: Binas 40A: T=298K

Slide 27 - Slide

Random rekenen
Kies je eigen niveau:

blauw: volume <-> massa (1 stap)
geel: massa <-> chemische hoeveelheid (1 stap)
paars: volume <-> chemische hoeveelheid (2 stappen)

timer
30:00

Slide 28 - Slide

werkwijze
Leg pen, papier, je Binas en een gewone rekenmachine klaar. Volg deze stappen:
1. noteer de 3 blokken van het omrekenschema op je papier
2. wat wordt gegeven en gevraagd in de opgave? zet het onder het juiste blok
3. verzamel de gegevens die je nodig hebt uit Binas (dichtheid, molaire massa)
4. zorg dat de eenheden van de opgaven passen bij de eenheden uit Binas - reken ze zonodig om
5. Gebruik het gegeven uit de opgave en uit Binas om de 1e formule uit het schema in te vullen. Bereken de onbekende.
6. Gebruik de uitkomst van de eerste berekening en het andere gegeven uit Binas om de tweede formule in te vullen
7. Controleer A - L - L - E - S

noteer uitkomst + eenheid in LU om na te kijken

2. wat is gegeven/gevraagd?
1.
5. vul 1e formule in
6. gebruik uitkomst voor 2e formule
7. controleer A - L - L - E - S
3. Verzamel gegevens uit Binas
4. zorg dat eenheden bij elkaar passen

Slide 29 - Slide

huiswerk voor de volgende les
Leer het rekenschema van figuur 5 (blz 26)
Maak opgave 5 van H1.2
Kijk je antwoorden na

Slide 30 - Slide