2.3

Welkom bij...
Schooljaar 2024 - 2025
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij...
Schooljaar 2024 - 2025

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Deze les:
- terugblik 2.2
- uitleg 2.3
- zelfstandig bezig
Huiswerk donderdag 1 dec
Maken + nakijken 2.3 vraag 1 t/m 22
Leren: bron 1 t/m 7  + begrippen

Slide 3 - Slide

Leg uit op welke 2 manieren je wervelkolom schokken op kan vangen.

Slide 4 - Open question

Leg uit wat een hernia is.

Slide 5 - Open question


Je hebt 2 soorten beenweefsel.
Noem deze 2 en leg uit wat het verschil is.

Slide 6 - Open question

boek blz 85 - 95

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

blz 86

Slide 9 - Slide

blz 88

Slide 10 - Slide

Hoe heet gewricht nummer 4?
A
rolgewricht
B
zadelgewricht
C
scharniergewricht
D
eivormiggewricht

Slide 11 - Quiz

Hoe heet gewricht nummer 5?
A
rolgewricht
B
zadelgewricht
C
scharniergewricht
D
eivormiggewricht

Slide 12 - Quiz

blz 88

Slide 13 - Slide

Door welk deel van het gewricht wordt gewrichtssmeer gemaakt?
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsband
D
kraakbeenlaagje

Slide 14 - Quiz

Hoe heet het laagje vloeistof dat tussen de botten in het gewricht zit en ervoor zorgt dat de botten soepel langs elkaar kunnen bewegen?
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsband
D
kraakbeenlaagje

Slide 15 - Quiz

Sommige gewrichten hebben ___________ voor extra stevigheid.
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsbanden
D
kraakbeenlaagje

Slide 16 - Quiz

blz 92

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

blz 92

Slide 19 - Slide

Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..

Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag 2=gestrekt
B
1=omlaag 2=gebogen
C
1=omhoog 2=gebogen
D
1=omhoog 2=gestrekt

Slide 20 - Quiz


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 21 - Quiz


Als deze spieren aanspannen
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien

Slide 22 - Quiz


Tonie zegt dat antagonisten spieren zijn die elkaar tegenwerken.

Eya zegt dat antagonisten spieren zijn waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft.

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Tonie waar Eya niet waar
D
Tonie nietwaar Eya waar

Slide 23 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 24 - Quiz

vraag 22 boek

Slide 25 - Slide

0

Slide 26 - Video

Huiswerk dinsdag 26 november.
Maken + nakijken 2.3 vraag 1 t/m 22
Leren: bron 1 t/m 7 + begrippen
Klaar = Oefenen met bronnen leren via biologiepagina.nl

Slide 27 - Slide