Les 9 en 10 Ontwikkelingspsychologie: Introductie en presentaties voorbereiden

Ontwikkelingspsychologie
Introductie ontwikkelingspsychologie
en
voorbereiden presentaties


Theorieboek; ''Mensen''.
Onderdeel Beroepsoriëntatie
1 / 45
next
Slide 1: Slide
MZMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie
Introductie ontwikkelingspsychologie
en
voorbereiden presentaties


Theorieboek; ''Mensen''.
Onderdeel Beroepsoriëntatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deel 1 
 4 lesuren (4x45 min)  

Slide 2 - Slide

Les 9 - 90 minuten:
Deel 1; 45 minuten aan de introductie van het onderdeel ontwikkelingspsychologie.

Deel 2: 45 minuten voorbereiden presentaties


Programma 
Deel 1: (90 minuten)
1. AWR 
2. Nut kennis ontwikkeling van de mens
3. Eindopdracht
4. Lesdoelen
5. Theorie 
6. Aan de slag voorbereiding presentatie
7.  Afsluiting deel 1

Deel 2: (90 minuten)
1 . Voorbereiding presentaties
2. Presentaties
3.  Lesdoelen check
4. Huiswerk & Afsluiting + vooruitblik


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nut kennis ontwikkeling van de mens
Het is goed om te weten hoe de normale ontwikkeling van de mens verloopt, zodat je weet wat passend is bij de ontwikkelingsfase van de cliënten die je gaat ondersteunen.

In het werken met de cliënten kunt zo signaleren hoe de ontwikkeling van de cliënt verloopt en welke ondersteuning er nodig is in een bepaalde ontwikkelingsfase en bij een bepaald ontwikkelingsgebied.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Kun je aangeven wat typische gedragingen en kenmerken zijn binnen
een bepaalde levensfase. 

Subdoelen:
  • kun je toelichten wat er verstaan wordt onder ontwikkelingspsychologie.
  • kun je benoemen wat ontwikkelingsfase en ontwikkelingsgebieden zijn.
  • kun je uitleggen hoe de ontwikkeling verloopt van een van de ontwikkelingsfase met de daarbij behorende gebieden.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingspsychologie

Psychologie =​ De wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert​.

Ontwikkelingspsychologie =​ De wetenschap die gedrag bestudeert van de mens in de verschillende fasen van zijn ontwikkeling​.








Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkeling = verandering​

Verandering = vooruitgang/verbetering​. Maar ook: krimp/achteruitgang/afbraak.

Rijping = ontwikkelingen die vanzelf gaan - veranderingen doordat ze biologisch zijn voorgeprogrammeerd. (bijv. lichamelijke veranderingen).

Ontwikkeling = een veranderproces waarbij de combinatie van rijping en leren leidt tot een steeds hoger niveau van functioneren.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingsfase
De periodes die in het leven van de mens onderscheiden kunnen worden.  (Boek: mensen Thema 1)
Bij elke periode horen specifieke kenmerkende gedragingen.

  • Baby (0-1 jaar)
  • Dreumes (1-2 jaar)
  • Peuter (2-4 jaar)
  • Jong basisschoolkind (4-8 jaar)
  • Ouder basisschoolkind (8-12 jaar)​
  • Puber (12 - 16 jaar)​
  • Adolescent (16 - 21 jaar).
  • Jongvolwassene (21 – 35 jaar)
  • Midden volwassene (35 – 55 jaar)
  • Laat volwassene (55 – 70 jaar)
  • Oudere mens (70 jaar en ouder)










Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelinsgebieden
  • Cognitieve ontwikkeling: alle veranderingen binnen onze intellectuele vermogens, zoals ons denken, begrijpen, leren en geheugen.

  • Persoonlijkheidsontwikkeling: is het proces waarbij iemand door de jaren heen een uniek en volwassen karakter ontwikkelt, beïnvloed door zowel (genetische) aanleg als levenservaringen.

  • Sociale ontwikkeling: alle veranderingen in sociale relaties, zoals sociale vaardigheden leren en het aangaan en onderhouden van sociale interacties en relaties.

  • Emotionele ontwikkeling: alle veranderingen in het gevoelsleven bedoeld, zoals het begrijpen van de eigen en andermans emoties en hiermee om leren gaan.

  • Fysieke ontwikkeling: alle lichamelijke en motorische veranderingen en de seksuele ontwikkeling.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelinsgebieden

Al deze ontwikkelingen beïnvloeden elkaar ook nog eens. 
Doordat je bijvoorbeeld leert lopen (fysieke ontwikkeling), 
ontdek je meer van de wereld (cognitieve ontwikkeling).

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Factoren die de ontwikkeling bepalen
Interne factoren = aangeboren geschiktheid (DNA, uiterlijk, talent)​

Externe factoren = factoren van buitenaf/milieu (directe omgeving, sociale en economische factoren, culturele factoren, ingrijpende levensgebeurtenissen).​

Zelfbepaling = richting geven aan de eigen ontwikkeling (de keuzes die je in je leven leert maken)​

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorwaarden voor de ontwikkeling bij kinderen
  • Een kind moet zich veilig en vertrouwd voelen bij de opvoeder​ (binding, bijvoorbeeld na geboorte direct op de borst)
  • Zowel verbaal als non-verbaal contact tussen opvoeders en kind​
  • Een stimulerende omgeving​
  • Gelegenheid om zelf te onderzoeken​
  • Mogelijkheid om te spelen​
  • Voldoende bewegingsvrijheid​
  • Veiligheid en grenzen geboden krijgen.






Slide 14 - Slide

This item has no instructions




Groepje 1: Baby (0-1 jaar)
Groepje 2: Dreumes (1-2 jaar)
Groepje 3: Peuter (2-4 jaar)
Groepje 4: Jong basisschoolkind (4-8 jaar)
Groepje 5: Ouder basisschoolkind (8-12 jaar)​
Groepje 6: Puber (12 - 16 jaar)​
Groepje 7: Adolescent (16 - 21 jaar)
Groepje 8: Jongvolwassene (21 – 35 jaar)
Groepje 9: Midden volwassene (35 – 55 jaar)
Groepje 10: Laat volwassene (55 – 70 jaar)
Groepje 11: Oudere mens (70 jaar en ouder)
timer
30:00
Opdracht: In 2 tallen (of 3 tallen) ga je 1 ontwikkelfase uitwerken. 
- Maak een mindmap (op papier of laptop).
- Werk alle kopjes en dikgedrukte woorden uit per ontwikkelfase. 
- Zorg dat alle ontwikkelgebieden aan de orde komen.
- Zorg dat je alle moeilijke woorden kunt uitleggen. 
- Zorg dat je in 7 minuten de ontwikkelfase kunt presenteren in de volgende les.

Slide 15 - Slide

Met deze 45 minuten rond je 90 minuten af van de les.

In deel 2 kunnen de studenten nog 
Afsluiting deel 1

Huiswerk lees 1.1, 1.2 en 1.3 uit je boek mensen (nieuw boek). Schrijf je bevindingen op m.b.t. nieuwe termen. Dit bespreken we kort in de volgende les, dus neem je bevindingen mee!


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Deel 

Slide 17 - Slide

Les 10 - 90 minuten:
De 2 of 3 tallen hebben maximaal 7 minuten om te presenteren! Dan is het net haalbaar binnen de les. Je kunt de presentaties ook in 2 delen doen en ze nog een stukje aan hun eindopdrachten laten werken.
Dus of:
10 minuten voorbereiden presentaties
80 minuten presentaties (11 x 7 minuten)
(volgende les start je met communicatie)
of
10 minuten voorbereiden presentaties
40 minuten presentaties
40 minuten werken aan eindopdracht
(volgende les dan nog 45 minuten aan presentaties te gaan en daarna start je met communicatie)
Ontwikkelingspsychologie


Prestaties ontwikkelingsfasen

Slide 18 - Slide

De 2 of 3 tallen hebben maximaal 7 minuten om te presenteren! Dan is het net haalbaar binnen de les. Je kunt de presentaties ook in 2 delen doen en ze nog een stukje aan hun eindopdrachten laten werken.
Dus:
10 minuten voorbereiden presentaties
80 minuten presentaties (11 x 7 minuten)
(volgende les start je met communicatie)
of
10 minuten voorbereiden presentaties
40 minuten presentaties
40 minuten werken aan eindopdracht
(volgende les dan nog 45 minuten aan presentaties te gaan en daarna start je met communicatie)
Lesdoelen check: 


- Wat wordt er verstaan wordt onder ontwikkelingspsychologie?

- Benoem welke ontwikkelingsfases zijn.
- Benoem welke ontwikkelingsgebieden zijn en leg uit wat ze inhouden.

- Leg uit hoe de ontwikkeling verloopt van een van de ontwikkelingsfase (die jij hebt uitgewerkt)


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk & Afsluiting (+vooruitblik)

Lees uit het boek Mensen van BOOM: Thema 1 Ontwikkelingspsychologie door voor jou gekozen doelgroep en verwerkt dit in de eindopdracht!

Zorg dat je verder werkt aan de eindopdracht en volgende week alleen nog het stukje communicatie en de reflectie hoeft toe te voegen!

Vrijdag 15 november is de deadline (lever sowieso in wat je hebt/ herkansing 26 november).

Volgende les: Start Communicatie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Bedankt voor jullie aandacht!  

Nog vragen? 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandige verdieping

In de onderstaande slides vind je wat verdieping over de ontwikkelingsfase van Baby, dreumes, peuter en basisschool kind (jong en oud)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingsfasen:

Baby, dreumes, peuter en basisschool kind (jong en oud)

Onderdeel Beroepsoriëntatie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

"Spelen is de hoogste vorm van onderzoek"


  • Wat vind je van dit citaat van Albert Einstein?​

  • Wat zou het verband met het onderwerp van vandaag kunnen zijn?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Kinderrechten


Alle kinderen en jongeren hebben rechten.

Deze rechten staan beschreven in het 
Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties 
vastgesteld op  20 november 1989.

Hoe vind jij dat dit in Nederland is geregeld?

recht op onderwijs
recht op eigen geloof en cultuur
recht op een naam en een nationaliteit
recht op een eigen mening
recht op een veilig en gezond leven
recht op bescherming tegen kinderarbeid
recht op bescherming tegen mishandeling en geweld
recht op bescherming bij een oorlog
recht op spelen
recht om op te groeien bij familie
recht op veilig drinkwater
recht op goede gezondheidszorg
recht op zorg bij een handicap

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Opdracht

  • Pak je mindmap van de ontwikkelfases. 
  • Ieder student noemt een kenmerk van een ontwikkelingsfase. 
  • In de volgende slides, controleren wij of de antwoorden in de mindmap overeenkomen met de opdracht. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingsgebieden
Baby:

Dreumes:

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling Peuter
  • Vragen
  • Herinneringen
  • Denkfouten
  • Meerwoordfase
  • Ik
  • Kameraadjes
  • Andere relatie
  • Driftbuien
  • Motorische sprongen
  • De geslachtsdelen
Ga op onderzoek uit...........lees 1.4 uit het boek Mensen of kijk online als je nog geen boek hebt!

Wat kun je  vertellen over het rijtje woorden in de ontwikkelingsfase van de peuter?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingsgebieden Peuter

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling Basisschoolkind
Jonge basisschoolkind
( 4- 8 jaar)
  • Cognitieve sprongen
  • Straf
  • Abstracte begrippen
  • Persoonlijkheid uitbouwen
  • Vriendschap
  • Inlevingsvermogen
  • Zelfcontrole
  • Motoriek
  • Doktertje
Oude basisschoolkind
8 - 12 jaar
  • Abstract denken
  • Strategieën
  • Beloning
  • Onderdelen ‘zelf’
  • Vriendschap
  • Ingewikkelde gevoelens
  • Schaamte
Zoek uit wat de benoemde begrippen betekenen en benoem bij welk ontwikkelingsgebied ze behoren en leg uit waarom. Boom Mensen 1.5 en 1.6.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingsgebieden basisschoolkind
                                                                                                                                                          Jonge basisschoolkind





          Oude 
basisschoolkind

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Zelfbeeld
Wat verstaan we onder zelfbeeld?
het geheel van opvattingen en overtuigingen dat iemand over zichzelf heeft opgebouwd door alles wat hij heeft waargenomen en ervaren.


Wat zien we in de ontwikkeling van het zelfbeeld bij het basisschoolkind?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

Schoolkinderen willen er graag bij horen. Daarom is er vaak sprake van conformisme onder schoolkinderen. Conformisme betekent jezelf aanpassen aan de groep. Als jij je aanpast (conformeert) aan de groep is de kans groter dat je er bij gaat horen. Voor een schoolkind is er bijna niets ergers dan er niet bij horen. Een bekend voorbeeld is dat kinderen gaan lachen om een grapje die ze eigenlijk niet begrijpen. 

Slide 35 - Slide

Onder schoolkinderen is pesten helaas een veelvoorkomend probleem. Pesten is een groepsprobleem; het heeft te maken met de sfeer die in de groep hangt. Bij pesten binnen een groep zijn er verschillende partijen. Als eerste zijn er de pesters (de aanstichters). De grootste groep bestaat uit de meelopers. Deze meelopers hebben veel invloed. Niets zeggen is in de praktijk hetzelfde als goedkeuren. Als laatste groep heb je nog de zwijgers, de kinderen die niets doen. Het signaleren en aanpakken van pesten is heel belangrijk. Gepest worden laat diepe sporen na, die het hele leven bij kunnen blijven.

Casus
''Tijdens het buitenspelen komt Mehmet (9 jaar) naar je toe: ''Ik mag niet meedoen met voetballen''. Zelf heb jij niet gezien wat er is gebeurd. Terwijl jij samen met Mehmet terugloopt naar de voetballende kinderen, vertelt hij wat er is gebeurd: ''De bal ging uit, toen wilde ik 'm pakken en ingooien, maar Leo was mij voor. En die zei: ''Ga weg, ik gooi de bal wel in''.''

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Vind je dat dit pesten is? Waarom wel of niet?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Hoe zou je hier mee omgaan?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Van klein naar groot
Beschrijf wat je nog niet kon als 4-jarige, ​wat je wel kon als 12-jarige. 
Doe dit aan de hand van de ontwikkelingsaspecten. Beschrijf dit dus per aspect. ​
Doe dit in een maximaal 5 woorden per aspect, of met plaatjes.

Klaar?
Wat herinner jij je nog van de basisschool:​
Beschrijf dit in een verhaal, gedicht of tekening.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Van wie leer jij?​


Je leert niet alleen op school, maar ook daarbuiten. 

Bespreek in tweetallen van wie of wat jullie leren.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen check: 


Check de volgende slide met een vraag over de lesdoelen!

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je deze les geleerd? Foto: Zoek een plaatje of foto die weergeeft wat jij vandaag hebt geleerd/wat jij meeneemt uit deze les.

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Evaluatie van de eerste les
In elke hoek van het lokaal staat een zin. Kies een hoek uit, ga daar staan en maak de zin af.​


  • Het leukste deel van de les vond ik……​
 
  • Het moeilijkste deel van de les vond ik……​

  • Wat ik voor de les nog niet wist……​

  • Wat me het meest is bijgebleven…….​



Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Bedankt voor jullie aandacht!  


Anderen ontwikkelingsfase nalezen - zie lesson up lessen in it's learning!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions