Taalverzorging, Lidwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Doel

Je weet wat lidwoorden zijn

Je kunt lidwoorden herkennen

Zelfstandig naamwoord (zn)

Een zelfstandig naamwoord is altijd een mens, dier, plant of ding. 

Voorbeelden: Olifant, laptop, huis, fiets, liedje. 

Namen zijn ook zelfstandig naamwoorden!

Voorbeelden: Ise, Sander, Jaimy, Iris, Kampen, IJsselmuiden,  Ichthuscollege etc. etc. 

Soms staat er een ander woord tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord, zoals: het leuke liedje. Liedje is dan het zn. 

Zelfstandig naamwoord en het lidwoord

• Een zelfstandig naamwoord komt altijd ACHTER het lidwoord.

- De computer 

De = lidwoord. Computer = zelfstandig naamwoord

- Het kopje

Het = lidwoord. Kopje = zelfstandig naamwoord.

- Een vogelhuisje

Een = lidwoord. Vogelhuisje = zelfstandig naamwoord.

                                       Lidwoord en zelfstandig naamwoord horen dus bij elkaar!! 

Wat zijn lidwoorden? 

• Er bestaan drie lidwoorden: de, het en een

Een lidwoord komt altijd VOOR een zelfstandig naamwoord

- de computer

- het kopje 

- een vogelhuisje

Lidwoord

• Lidwoorden: de - het - een
• Bepaald lidwoord: de -  het
• Onbepaald lidwoord: een

Let op!

Alle meervouden krijgen
de als lidwoord.
Bijvoorbeeld: de huizen

Alle verkleinwoorden krijgen het als lidwoord.

Bijvoorbeeld: het huisje

 Zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud dus altijd de  en nooit het of een.  Ook al staat er in het enkelvoud het  voor het zelfstandig naamwoord.

Bron foto: Jennifer C., Flickr

Bepaalde lidwoorden

Onbepaald lidwoord

• Er zijn twee bepaalde   lidwoorden. DE, HET
• Ze geven iets aan wat   voor jou duidelijk is.

• Er is één onbepaald   lidwoord.
• Het geeft iets algemeens   aan.
• Onbepaald lidwoord: EEN.

Lidwoord (lw)

Soms zie je 'het' staan in een zin, maar is het geen lidwoord.

Dat komt, omdat het dan NIET bij een zelfstandig naamwoord hoort.

Het regent buiten hard.

Heb je het al verteld?

Let op:

Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord. 

Maar:

Een zelfstandig naamwoord heeft niet altijd een lidwoord.

Bijvoorbeeld bij namen: 

Bowie

Een lidwoord is....

1. Het
2. Een
3. De
4. Alledrie (a, b en c)

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. een naam
2. zelfde als 'de, het, een'
3. mens, dier, plant of ding
4. Wie of wat

lidwoord

zelfstandig naamwoord

werkwoord

de

vogels

vliegen

De

verkoper

Glimlacht

Werkwoord

Lidwoord

Zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord heeft altijd een lidwoord.

1. Waar
2. Niet waar

Ik heb een tas.

Tas =

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Lidwoord
4. Werkwoord

Tim is een hele leuke jongen.

Is =

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. Lidwoord
4. Werkwoord

Sanne en Jordi hebben de luistertoets goed geoefend.
Luistertoets =

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Lidwoord
4. Werkwoord

Hij werd chagrijnig door zijn irritante broertje.
Werd =

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Lidwoord
4. Werkwoord

Aan de slag!

Nu NL 1F/2F: Taalverzorging, Nederlands als vreemde taal, opdr. 1

+

Nu NL 2F, Taalverzorging, Meertaligheid, opdr.  4 + 5