3.1 - Tekeningen lezen

2D Tekenen 
Introductieles keuzedeel / herhaling cadcollege
1 / 23
next
Slide 1: Slide
InstallatietechniekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2D Tekenen 
Introductieles keuzedeel / herhaling cadcollege

Slide 1 - Slide

TEKENINGEN LEZEN
  •  isometrische schets
  •  Amerikaanse projectie
  •  Begrippen VA, BA en RZA
  •  Maten (afmetingen) 
  •  Tekenen op schaal
  •  Maatlijnen 

Slide 2 - Slide

Isometrische schets
Bij een isometrische tekening zie je een voorwerp van drie kanten tegelijk. 
Om diepte te krijgen, teken je ook lijnen schuin omhoog. In het echt lopen deze lijnen horizontaal.

Bij een isometrische projectie teken je 
alle verticale lijnen recht omhoog. 

Alle horizontale lijnen teken je onder 
een hoek van 30°. 
 

Slide 3 - Slide

Amerikaanse projectie
Bij de Amerikaanse projectie moet men het voorwerp achter het vlak van tekening denken. 

Slide 4 - Slide

TEKENEN OP SCHAAL?
Een architect maakt verschillende bouwtekeningen van een huis. Het huis wordt op die bouwtekeningen altijd kleiner getekend dan de werkelijkheid.

Dit noemen we:
TEKENEN OP SCHAAL

Slide 5 - Slide

WAT BETEKENT TEKENEN OP SCHAAL?
Tekenen op schaal betekent dat de tekening niet even groot is getekend dan de werkelijkheid.

Schaal moet ALTIJD op de tekening staan.

Schaal 1:100 (1 op 100)

Slide 6 - Slide

1     :     100
          TEKENING                              WERKELIJKHEID

  • In dit geval is de tekening dus kleiner dan de werkelijkheid

  • 1 cm op de tekening = 100 cm in werkelijkheid (1 meter)
  • 3,5 cm op de tekening = 350 cm in werkelijkheid (3,5 m)

Slide 7 - Slide

100     :     1
                TEKENING                              WERKELIJKHEID

  • In dit geval is de tekening dus groter dan de werkelijkheid

  • 100 cm op de tekening = 1 cm in werkelijkheid (10 mm)
  • 250 cm op de tekening = 2,5 cm in werkelijkheid (25 mm)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

MAATLIJNEN?
  • In een technische tekening moeten soms ook afmetingen vermeld worden

  • Deze worden aangeduid met MAATLIJNEN

  • Maatlijnen zijn hulplijntjes die beginnen en eindigen met een pijlpunt

  • De getallen die erbij staan geven altijd de maat (afmeting) aan in MILLIMETERS

Slide 10 - Slide

DIAMETER?
  • Ronde maten worden in een technische tekening aangeduid met het symbool voor diameter

  • ø (diameter)

  • Soms zitten er in een product ronde maten, zie jij welke?

Slide 11 - Slide

SYMBOLEN?
  • In een plattegrond wordt vaak met symbolen gewerkt omdat er in de tekening weinig plaats is om aanwijzingen te schrijven

  • De elektriciteitsleidingen, de waterleidingen en de rioleringen worden in aparte plattegronden met symbolen getekend

Slide 12 - Slide

stijg- / zakleidingen

Slide 13 - Slide

ALTIJD IN MM?
  • Ook in een bouwtekening worden de maten altijd aangeduid in millimeters

  • Soms moeten maten uitgerekend worden omdat ze niet zijn aangeduid in de tekening

Slide 14 - Slide

WAT HEBBEN WE GELEERD?
  • Je weet wat een isometrische schets is
  • Je weet wat een Amerikaanse projectie is
  • Je kent de begrippen VA, BA en RZA
  • Maten (afmetingen) zijn altijd in millimeters (mm) 

  • Je weet nu ook hoe je een bouwtekening moet lezen met symbolen
  • Je weet nu ook hoe je op schaal moet tekenen
  • Je weet nu ook wat maatlijnen zijn en hoe deze worden getekend

Slide 15 - Slide

Sleep de aanzichten naar de juiste plaats
BA
VA
ZA

Slide 16 - Drag question

Welke drie aanzichten teken je ALTIJD in een Amerikaanse projectie?

Slide 17 - Open question

De technische tekening hiernaast is niet getekend op ware grootte

Wat is de schaal?
A
1 : 30
B
30 : 1

Slide 18 - Quiz

Wat is de schaal als een technische tekening is getekend op ware grootte?
A
schaal 0
B
geen schaal
C
schaal 1
D
schaal 1 : 1

Slide 19 - Quiz

Maten in een technische tekening zijn altijd in .........?
A
kilometers
B
millimeters
C
centimeters
D
decimeters

Slide 20 - Quiz

Waaraan kun je maatlijnen herkennen?

Slide 21 - Open question

Welk symbool zie je hiernaast?
A
rond gat
B
maatlijn
C
diameter
D
Zweedse letter O

Slide 22 - Quiz

Hoeveel ramen en deuren zie je hiernaast in de plattegrond?
A
2 ramen en 1 deur
B
2 deuren en 1 raam
C
2 ramen en 2 deuren
D
geen enkele ramen en deuren

Slide 23 - Quiz