BBL - Skills theorie - Lesweek 7 - alle theorie herhalen





BBL Skills Lesweek 7 alle theorie herhalen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson





BBL Skills Lesweek 7 alle theorie herhalen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Welke soorten stoma's zijn er?

Slide 2 - Mind map

Urostoma, colonstoma ileostoma en continent stoma. Enkelloops en dubbelloops.  
Verschillende stoma's 
Urostoma, colonstoma ileostoma en continent stoma. Enkelloops en dubbelloops.  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm
Dunne darm 
Urinestoma 
Colonstoma
Urostoma
Ileostoma

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

3. Hoe ziet de consistentie eruit van de ontlasting bij een colostoma en een ileostoma?

Slide 5 - Mind map

Colonstoma dikke ontlasting Ileostoma dunne, breiige ontlasting.  
4. Wat is geen oorzaak van een lekkage?
A
Geen passend stomamateriaal
B
Een te kleine of te grote opening in het stomamateriaal
C
Kijken naar de dieet van de zorgvrager en dit zonodig aanpassen
D
leeftijdgebonden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

5. Een stoma irrigeren is
A
Het roosje van de stoma verzorgen
B
Het verwisselen van een stoma zakje
C
is een kunstmatige manier om de dikke darm te legen met water.
D
Klysma toedienen via de stoma

Slide 7 - Quiz

Irrigeren (darmspoelen) is een kunstmatige manier om de dikke darm te legen met water. Zo kun je wel 24 tot 28 uur vrij zijn van ontlasting.
6. Wat is het verschil tussen een klysma, een hoogopgaand klysma en een peristeen spoeling?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een klysma, een hoogopgaand klysma en een peristeen spoeling? 
- Klysma is een vloeistof die in de anus wordt ingebracht. 

- Hoogopgaand: Is een vorm van darmspoeling waarbij de dikke darm via de anus schoongespoeld wordt. Hiervoor wordt een lange holle buis( rectumcanule) aan de klysma bevestigd.

- Peristeen spoeling zorgt ervoor dat de darmen effectief geleegd worden dmv een water een speciaal spoelsysteem.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

7. Urosepsis is een
A
is een bloed vergiftiging door een urineweginfectie
B
is een bloed vergiftiging door een urineleider infectie
C
is een bloedvergiftiging door een urostoma
D
is een bloed vergiftiging door een virus

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

8. Bij hoeveel cc in de blaas krijg je aandrang tot urineren?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Aandrang 
Bij 300-600 cc urine in de blaas. De urineblaas is in feite een holle spier. Het is een opslagplaats voor urine afkomstig uit de nieren. Wanneer de blaas gevuld is met 300-600 ml urine, wordt er een signaal naar de hersenen verzonden dat de blaas vol is. De meeste mensen plassen per 24 uur ongeveer 1000-1500 ml. Dit is echter afhankelijk van hoeveel iemand drinkt en de hoeveelheid vocht die hij of zij met eten binnenkrijgt

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

9. Waar let je op wanneer je de output van urine monitort?

Slide 13 - Mind map

Hoeveelheid urine, bestanddelen in de urine (vlokken, slierten, gruis, pus, bloed), kleur en geur.
10. Als het inbrengen van de katheter niet lukt wat doe je dan?

Slide 14 - Mind map

Laat de zorgvrager ontspannen, fluiten, zuchten, kuchen. Gebruik bij mannen meer installagel. Lukt het dan niet probeer het na een uur nog eens als dit mogelijk is, zo niet bel een arts.
11. Waarom heeft een vrouw vaker last van urineweginfecties dan een man?
A
Vrouwen plassen vaker
B
Vrouwen hebben over het algemeen sneller infecties
C
Vrouwen hebben een kleinere blaas
D
Vrouwen hebben een kortere urinebuis

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

12. Een residu of retentie is hetzelfde
ja/nee? met uitleg

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Retentie / residu
Retentieblaas: Een retentieblaas is een overvolle urineblaas en de zorgvrager niet (meer) kan plassen.

Residu: patiënt plast wel maar houdt een urine achter in de blaas 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

13. Na hoeveel tijd moet een SP-katheter vervangen worden?
A
3 tot 5 weken
B
6 tot 8 weken
C
8 tot 10 weken
D
10 tot 12 weken

Slide 18 - Quiz

Zes tot acht weken, afhankelijk van de soort katheter. De eerste wissel van een sp. Katheter moet altijd door de uroloog gedaan worden. Als het fistel dan goed gegroeid is dan geeft de uroloog door dat de verpleegkundige dit voortaan mag doen
14. Wat is het verschil tussen een neusmaagsonde en een duodenumsonde?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een neusmaagsonde en een duodenumsonde?
Locatie. 
Neusmaagsonde eindigt in de maag en een duodenumsonde eindigt in het duodenum, deze ligt dus dieper. Dit komt bijvoorbeeld voor als een patiënt geen maag meer heeft door een maagresectie. Deze moet met een endoscoop worden ingebracht in tegenstelling tot de neusmaagsonde, deze kan met de hand via de neus ingebracht worden.
Indicaties zijn onder andere: vermijden maagretentie en verlagen kans op aspiratie.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke vormen van het toedienen van sondevoeding kennen we?

Slide 21 - Mind map

Intermitterend
Bolus
Continue 
Benoem verschillende soorten sondevoedingen

Slide 22 - Mind map

Nutrison
Nutrison multi fibre 
Nutrison proteine plus
Concentrated 
Nutrison proteine plus multi fibre
Steriel water 

https://www.nutricia.nl/Producten#/?page=2&ProductType=Sondevoeding&TargetAudience=Volwassene

Wanneer je alleen over de nacht sondevoeding geeft noem je dit...
A
sondevoeding per bolus toedienen
B
sondevoeding continue toedienen
C
sondevoeding per portie toedienen
D
intermitterend sondevoeding toedienen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Een patient moet 1,5 lt nutrison multi fibre hebben. Hoe hoog moet jij de pompstand instellen?
A
45
B
63
C
72
D
81

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Na 3 dagen raakt de sonde verstopt. Hoe los je dit op?

Slide 25 - Mind map

Laat de cliënt andere houding aannemen, probeer de sonde door te spuiten met lauw water in 10-20 ml spuit, niet teveel druk hierbij uitoefenen. Je kan de sonde masseren; in de lengte, tussen duim en wijsvinger. Als dit niet lukt breng je een nieuwe sonde in.  advies arts natriumbicarbonaat.

Geen cola of spa rood