Examentraining 1

Vandaag
Examen training voor :
  • Planten
  • Bloedsomloop
  • Bescherming
  • Evolutie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologySecondary Education

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag
Examen training voor :
  • Planten
  • Bloedsomloop
  • Bescherming
  • Evolutie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Volgens de evolutietheorie hebben de Aziatische en de Afrikaanse olifant zich ontwikkeld uit ‘oer-olifantachtigen’ die ruim 50 miljoen jaar geleden op aarde leefden.
In de afbeelding is deze ontwikkeling weergegeven in een stamboom.

Naar aanleiding van deze stamboom worden twee uitspraken gedaan.
Geef degene aan die NIET waar zijn.

Let op: meerdere antwoorden kunnen goed zijn.


A
Zowel de Aziatische als de Afrikaanse olifant heeft zich ontwikkeld uit de Moeritherium.
B
De Wolharige mammoet is uitgestorven in het Pleistoceen.

Slide 3 - Quiz

Hoeveel groepen olifantachtigen kwamen er voor in het begin van het Plioceen volgens de stamboom?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Volgens de gegevens in de stamboom hebben de hondachtigen en de katachtigen een gemeenschappelijke voorouder. Uit deze voorouder hebben zij zich ontwikkeld als aparte groepen.

Hoeveel miljoen jaar geleden is deze ontwikkeling begonnen?

Slide 6 - Open question

Schimmels gebruiken enzymen bij de vertering van een hondendrol. In de winter wordt een hondendrol op straat minder snel verteerd dan in de zomer.

Waardoor is dat verschil hier vooral te verklaren?
1 doordat de activiteit van enzymen afhangt van de temperatuur
2 doordat hun activiteit afhangt van de zuurgraad
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Geen stelling is juist

Slide 7 - Quiz



Geef de naam van het proces waarbij in cellen glucose wordt gemaakt met behulp van zonne-energie.

Slide 8 - Open question

’s Zomers als het warm is, zie je soms groene lagen op het water van sloten en meren drijven. Het lijkt alsof er groene olieverf op het water is gemorst. Deze lagen bestaan uit zogenaamde ‘blauwwieren’, die zich bij warm weer in voedselrijk water snel vermeerderen. Blauwwieren zijn geen echte wieren. Het zijn eencellige organismen die wel een celwand hebben, maar geen celkern en geen bladgroenkorrels.

Blauwwieren hebben in het cytoplasma blauwrode tot gele pigmenten die, net als bladgroen, zonne-energie opvangen. Met behulp van deze energie maken ze glucose uit koolstofdioxide en water.

Geef de naam van het proces waarbij in cellen glucose wordt gemaakt met behulp van zonne-energie.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke energie rijke stof maakt een plant door middel van fotosynthese?

Slide 11 - Open question

Enkele stoffen in het lichaam van Petra zijn: glucose, koolstofdioxide en zuurstof.

Welke van deze stoffen worden door haar spiercellen verbruikt?

Let op: meerdere antwoorden kunnen goed zijn
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Glucose

Slide 12 - Quiz

Planten kunnen koolhydraten opslaan, bijvoorbeeld zetmeel.
De industrie gebruikt zetmeel als grondstof voor de productie van frisdranken, snoep en ijs. Het zetmeel moet dan eerst worden afgebroken door bepaalde enzymen. Dit zijn dezelfde enzymen die in planten zetmeel omzetten.

Welke stof ontstaat bij deze omzetting?
A
Suikers
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitaminen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De afbeelding geeft een kamperfoelie-plant weer. De kamperfoelie heeft witte bloemen.






Welk proces kan alleen optreden in de groene delen van de kamperfoelie, maar niet in de witte?

Slide 16 - Slide

Rauw vlees, vooral van kippen en varkens, kan besmet zijn met ziekteverwekkende bacteriën zoals Salmonella en Campylobacter. Als deze
bacteriën in het verteringskanaal terechtkomen, kunnen ze onder andere diarree veroorzaken. Bij diarree is de ontlasting dun en waterig doordat de onverteerde resten niet genoeg zijn ingedikt.

Hoe heet het deel van het verteringskanaal waarin onverteerde resten worden ingedikt?
A
Dikke darm
B
Dunne darm
C
Maag
D
Mond

Slide 17 - Quiz

In de spieren is een voorraad brandstof opgeslagen, die bij inspanning kan worden gebruikt.

In welke vorm is brandstof in spieren opgeslagen?
A
Glucose
B
Glycogeen
C
Zetmeel
D
Zuurstof

Slide 18 - Quiz

Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd.

In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?
A
Dikke darm
B
Dunne darm
C
12 vingerige darm
D
Maag

Slide 19 - Quiz

Je kauwt op een stuk voedsel met daarin eiwitten, koolhydraten en vetten.

Welk(e) van deze voedingsstoffen worden in de mond al deels verteerd?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten

Slide 20 - Quiz

Is het bloed dat door de bypass stroomt zuurstofarm of zuurstofrijk?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Voor het maken van een röntgenfoto wordt soms een contrastvloeistof in het bloed gespoten. Door de vloeistof worden de bloedvaten beter zichtbaar.
In de röntgenfoto hierboven zijn bloedvaten van het hart te zien. De pijl wijst naar een vernauwing in één van de bloedvaten. Dit bloedvat is een aftakking van de aorta en vervoert zuurstofrijk bloed naar de hartspier. Hoe heet dit bloedvat?
A
Kransader
B
kransslagader
C
Leverader
D
Poorader

Slide 23 - Quiz

De Grizzlybeer heeft in de zomer een lichaamstemperatuur van ongeveer 37 oC. In de winter liggen de dieren meestal in hun holen te slapen.
Hun lichaamstemperatuur daalt dan tot ongeveer 31 oC. Af en toe verlaten ze hun hol om voedsel te zoeken.

Vóór de winter slaat de Grizzlybeer een vetvoorraad op in zijn lichaam. Waar wordt in het lichaam veel vet opgeslagen?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuidsbindweefsel

Slide 24 - Quiz

Op een website over voeding staat het volgende te lezen:

Zorg ervoor dat je voedsel voldoende voedingsvezels en water bevat. Je lichaam gebruikt water onder andere om zweet te maken. Zweet is nodig voor de regeling van de lichaamstemperatuur.

Over zweet en lichaamstemperatuur worden de volgende twee uitspraken gedaan.

1 De productie van zweet neemt toe als je lichaamstemperatuur stijgt.
2 Door verdamping van zweet koelt je lichaam af.

Zijn deze uitspraken juist?
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Geen stelling is juist

Slide 25 - Quiz

Dina heeft CVID. Door deze ziekte maakt haar lichaam onvoldoende antistoffen.
Voordat de ziekte bij haar werd ontdekt, liep ze vaak infecties op. Regelmatig moest ze antibiotica gebruiken om deze infectieziekten te bestrijden.
Inentingen leveren bij Dina geen goede immuniteit op. Daarom krijgt ze eenmaal per maand antistoffen uit donorbloed toegediend.

Hoe worden ziekten bestreden door het gebruik van antibiotica?
A
Alleen bacteriën worden dood gemaakt door antibiotica
B
Alleen Virussen worden dood gemaakt door antibiotica
C
Beide worden doodgemaakt door antibiotica
D
Niks wordt doodgemaakt door antibiotica

Slide 26 - Quiz