Python - variabelen, control flow, logische operatoren

Python
programmeertaal

Guido van Rossum

invoer van, opslaan van, bewerken van, tonen van data

opdrachten (statements)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Python
programmeertaal

Guido van Rossum

invoer van, opslaan van, bewerken van, tonen van data

opdrachten (statements)

Slide 1 - Slide

Naar het strand of niet?
of toch beter niet?

Slide 2 - Slide

"Ed Sheeran"

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
                       ik weet waar een variable voor dient
                            ik kan een variabele een waarde geven
             ik kan keuze-opdrachten maken
                          ik kan de logische operatoren opsommen en gebruiken in mijn programma
                                     met vergelijkingsoperatoren
                                             en samengestelde voorwaarden
                           

Slide 4 - Slide

Van gegevens naar informatie
Op je website wil je nuttige informatie tonen.

Op basis van de weergegevens toon je bijvoorbeeld of de bezoekers naar het strand moet komenof niet.

Omdat de weergegevens telkens anders zijn, moet je programma dus keuzes kunnen maken.

Slide 5 - Slide

Control flow
Control flow
is
de
volgorde 
waarin de computer
de opdrachten 
in je programma uitvoert

Slide 6 - Slide

volgorde van statements
getal1 = 10
getal2 = 50
som = getal1 + getal2
print(som)
getal1 = 100
print(som)
De computer voert de statements uit in de volgorde waarin je deze in je programma hebt staan, als je de computer geen keuzes laat maken, dus van boven naar beneden.
In dit geval dus regel 1, gevolgd door 2 enzovoorts...


1
2
3
4
5
6


Slide 7 - Slide

foutieve informatie
temperatuur = 7
print("Kom naar het strand")


Stel je zet de volgende informatie op je website,

dus ongeacht de weersomstandigheden.

Dit zullen de bezoekers van je website niet leuk vinden als het vriest of hard waait.
1
2

Slide 8 - Slide

keuze-opdrachten
Je kunt de computer ook 
een keuze laten maken 
om te bepalen welke statements 
er uitgevoerd moeten worden.

Hiervoor gebruik je één van de keuze-opdrachten.


Slide 9 - Slide

if statement


als   voorwaarde waar is
dan
        doe dit

Slide 10 - Slide

if statement
temperatuur = 25

if (temperatuur > 20):
    print("Kom naar het strand")
 



als   voorwaarde waar is dan
    doe dit
1
2
3
4
5
6

Slide 11 - Slide

if-else statement

als   voorwaarde waar is dan
    doe dit
anders
    doe dat

Slide 12 - Slide

if-else statement
temperatuur = 7

if (temperatuur > 20):
    print("Kom naar het strand")
else:
    print("Playstation")




als voorwaarde waar is dan
    doe dit
anders
    doe dat
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 13 - Slide

if-elif-else statement
if ( temperatuur < 0 ):
    print("Het vriest")
elif ( temperatuur > 0 ):
    print("Het dooit")
else:
    print("???")

als voorwaarde 1 waar is dan 
    doe dit
anders als voorwaarde 2 dan 
    doe dat
anders
    doe zo

1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 14 - Slide

if-elif-else statement
if ( temperatuur < 0 ):
    print("Het vriest")
elif ( temperatuur > 0 ):
    print("Het dooit")
else:
    print("Het is precies nul")

als voorwaarde 1 waar is dan 
    doe dit
anders als voorwaarde 2 dan 
    doe dat
anders
    doe zo

1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 15 - Slide

Logische operatoren
Met behulp van 
logische operatoren 
kun je 
voorwaarden 
combineren tot 
samengestelde voorwaarden.

Slide 16 - Slide

Concept map van logische operator

Slide 17 - Slide

AND operator
temperatuur = 25
windkracht = 2

if (temperatuur > 20 and windkracht < 4):
    print("Kom naar het strand")


Je wilt dat er aan 2 voorwaarden wordt voldaan:
als voorwaarde 1
   en    
    voorwaarde 2     
    waar zijn
dan
         doe dit

1
2
3
4
5



Slide 18 - Slide

OR operator
weekend = False
vakantie = True

if (weekend or vakantie):
    print("Vrij van school")


Je wilt dat er aan tenminste 1 voorwaarde wordt voldaan:

als   voorwaarde 1 waar is 
   of
         voorwaarde 2 waar is
dan
    doe dit
1
2
3
4
5

Slide 19 - Slide

NOT operator
snertweer = False

if (not(snertweer)):
    print("Kom naar het strand")


Je wilt dat er niet aan een  voorwaarde wordt voldaan:
als niet geldt dat
       voorwaarde waar is 
 dan
     doe dit

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 20 - Slide

Om te kijken of
de inhoud van de variabele getal1 gelijk is aan
de inhoud van de variabele getal2
gebruik je in Python de code:
A
getal1 = getal2
B
getal1 == getal2
C
getal1 is getal2
D
weet ik nog niet

Slide 21 - Quiz


cijfer= 10
if ( cijfer >= 5.5 )
   print("Ik heb een voldoende")
else ( cijfer < 5.5 ):
   print("Ik heb geen voldoende")
1
2
3
4
5

A
er zitten geen fouten in dit programma
B
alleen in regel 2 zit een fout
C
in regel 2 en 4 zit een fout
D
alleen in regel 4 zit een fout

Slide 22 - Quiz

Hebben jullie nog vragen?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Concept map van keuze-opdracht

Slide 25 - Slide

Einde
keuze-opdrachten
vergelijkingsoperatoren 
logische operatoren
(samengestelde) voorwaarden

Slide 26 - Slide