17-01-25 - H1B: §9 - meewerkend voorwerp (mv)

Nederlands
H1B
17- 01- 2025
§9- Meewerkend voorwerp (mv)
&
Presentaties 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
H1B
17- 01- 2025
§9- Meewerkend voorwerp (mv)
&
Presentaties 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Vandaag
> Presentaties: Bas, Fiènne, Giulliano, Isha
§9: meewerkend voorwerp (mv)
 Lesdoel: 
> Aan het einde van de les kun je het mv in een zin vinden 

Slide 5 - Slide

Presentaties: Bas, Fiènne, Giulliano, Isha

Slide 6 - Slide

Planning tot aan PPW 2
  • 07-01: §1 PV & zinsdelen herhalen
  • 07-01: §3 Onderwerp (ow)
  • 10-01 of 13/01: §5 werkwoordelijk gezegde (wg)
  • 14/01 of 17/01: §7 Lijdend voorwerp (lv)
  • 20/01 of 21/01: §9 Meewerkend  voorwerp (mv)
  • 21/01 of 24/01: §11 Bijwoordelijke bepaling (bwb)
  • week 5: PWW 2: PW 

Slide 7 - Slide

Presentaties volgende week
Maandag 20 januari:  Evy, Hesselina, Ian, Keano, Lisa
Vrijdag 24 januari: Noah, Ravael, Roos, Seppe, Sienna, Tijn

Zorg dat je me van tevoren je PPT opstuurt als je dat nog niet gedaan hebt!  

Slide 8 - Slide

Huiswerk nakijken--> kijk op Magister
> §5 ww- gez.: blz. 212:
opdrachten 1,2,3 en 4.

We gaan per oefening 2 zinnen samen doen, de rest kijken jullie zelf na: 
Kijk bij datum: 27 januari!
 


Slide 9 - Slide

Het meewerkend voorwerp (mv): blz. 220
  • Doe het boek open op de juiste pag. 
  • Maak aantekeningen 

Slide 10 - Slide

 Werkwoordelijk gezegde
  • Het meewerkend voorwerp is een zinsdeel.
  • Het meewerkend voorwerp is = het zinsdeel dat aangeeft voor wie iets bestemd is
  • Het meewerkend voorwerp is = vaak een mens of dier
  • Het meewerkend voorwerp = komt vaak voor bij ww'en die te maken hebben met 'geven' (overhandigen, schenken, betalen) of 'vertellen' (antwoorden, beloven, uitleggen)   
  • Het meewerkend voorwerp kán beginnen met 'aan' maar hoeft niet
Zo niet: kan je er 'aan' bij bedenken
  • Het meewerkend voorwerp van een zin kun je vinden met de vraag:  
AAN ‘Wat (of Wie) + ow + wg + lv? 

Anna/ geeft / Janeen banaan
ow      pv         mv                lv
            wg     
Aan wie geeft Anna een banaan? = aan Jan is mv

Let op: 
  • Zinnen bevatting niet altijd een lv! 
  • Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel

Het meewerkend voorwerp (mv)

Slide 11 - Slide

HW voor dinsdag
  • maak van het stencil oefening 22 en 23 
  • 22: alleen mv onderstrepen/ benoemen
  •  23: zin overschrijven, helemaal ontleden en zinsdelen benoemen 

Slide 12 - Slide