3 Basis | Par 6.4

Economie
3 basis
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Economie
3 basis

Slide 1 - Slide

Even herhalen......
  • Inkomsten gemeente
  • Inkomsten het Rijk
  • Direct vs indirecte belastingen

Slide 2 - Slide

Opdracht 10 van par 6.3
  1. Bereken  de liter prijs?
  2. Welke 2 indirecte belastingen zitten    in                    in de prijs van een liter benzine?
  3. Hoeveel procent zijn de indirecte              belastingen van de benzineprijs?


Slide 3 - Slide

Vervolg opdracht 10
Formule bereken percentage (%)

Deel:geheelx100%

  • Literprijs= 0,49+0,18+0,53+0,30= €1,50
  • Indirecte belastingen= accijns + btw= 0.53+0.30= €0.83
  • percentage= 0,83 : 1,50 x 100 = 55,3%

Slide 4 - Slide

Een school heeft 585 . 429 ll hebben een Iphone. Bereken hoeveel % van de ll een iphone heeft
A
429 leerlingen
B
73,3%
C
136,4%
D
meer dan de helft

Slide 5 - Quiz

LEERDOELEN PARAGRAAF 6.4
  • Rijksbegroting en miljoenennota?
  •  Waar let de overheid op bij haar uitgaven?
  • Begrotingstekort en begrotingsoverschot?
  • Wat is een staatsschuld?

Slide 6 - Slide

Rijksbegroting en miljoenennota
  • Prinsjesdag en troonrede
  • Rijksbegroting en miljonennota

Slide 7 - Slide

Waar wordt het geld aan besteed?

Slide 8 - Slide

Waar wordt het geld aan besteed?
  • Ministers spreken met elkaar een bedrag af
  • Prioriteiten stellen
  • Groot deel             sociale zekerheid (par. 6.2)

Slide 9 - Slide

AAN DE SLAG.....
Wat
Opdracht 1 t/m 6
Hoe
Individueel
Hulp
Tekstblokken in het boek 
Tijd
15 minuten
Resultaat
De lesstof kunnen toepassen
Klaar
Lees: Geld over of tekort?

Slide 10 - Slide

Opdracht 4, par. 6.4
Miljard voluit geschreven
  • 1 miljard    = 1.000.000.000 
  • 1,6 miljard = 1.600.000.000

A. 336,6 miljard = 336.600.000.000

B. 97.8 + 86.7 = 184.5 miljard / 184.500.000.000

C. Hoeveel procent....  Dus welke formule?
     40 : 336,6 x 100 = 11,9%






Slide 11 - Slide

Geld over of tekort?
  • Inkomsten - uitgaven = positief               Begrotingsverschot
  • Inkomsten - uitgaven = negatief                   Begrotingstekort

Slide 12 - Slide

Geld over of tekort
Gebruik je telefoon en zoek de miljoenennota van 2023 op.

  1. Schrijf of wat de inkomsten en uitgaven zijn.
  2. Is er sprake van een overschot of tekort, schrijf het bedrag op.

Slide 13 - Slide

Staatsschuld?
  • Begrotingstekort?            Geld lenen
  • Huidige staatsschuld? https://www.destaatsschuldmeter.nl/ 
  • Lage rente

Rente berekenen? 
Bedrag : 100 x % 


Slide 14 - Slide

Wat hebben we geleerd vandaag.......
  1. Je weet wat de rijksbegroting en miljoenennota met elkaar te maken hebben.
  2. Je weet waar de overheid op let als ze geld uitgeeft.
  3. Je kunt uitleggen hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
  4. Je kunt uitleggen hoe een staatsschuld ontstaat.

Slide 15 - Slide