2021-10-26 Latijn G2

Leerdoelen

  • ik kan de vormen van het pers. vnw. herkennen en vertalen


    Weektaak

    • herhalen: W les 1 + alle rijtjes znw
    • leren: W les 2 (100%)
    • leren: gramm. 2.2 DO!
    • doen: drill 2.2 (100%) DO!
    • mandatum 18-19
    • leren: T 2








            4/11: toets Latijn t/m H 2
            1 / 12
            next
            Slide 1: Slide
            LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

            This lesson contains 12 slides, with text slides.

            time-iconLesson duration is: 45 min

            Items in this lesson

            Leerdoelen

            • ik kan de vormen van het pers. vnw. herkennen en vertalen


              Weektaak

              • herhalen: W les 1 + alle rijtjes znw
              • leren: W les 2 (100%)
              • leren: gramm. 2.2 DO!
              • doen: drill 2.2 (100%) DO!
              • mandatum 18-19
              • leren: T 2








                      4/11: toets Latijn t/m H 2

                      Slide 1 - Slide

                      Begintaak 1
                      Wat betekent
                      necare
                      tamen
                      venire
                      dare
                      nam
                      favere (+?)
                      dicere
                      protegere
                      Begintaak 2
                      Naamval en getal?
                      aquam
                      arboribus
                      flumini
                      puero
                      deis
                      feminae
                      uxorum
                      mandata
                      Begintaak 3
                      Wat zijn de functies van

                      de nominativus (2)
                      de dativus (2)
                      de accusativus (2)

                      Jullie krijgen stampkaartjes!

                      Slide 2 - Slide

                      femin-a
                      femin-ae
                      femin-ae
                      femin-am
                      femin-a
                      femin-ae
                      femin-arum
                      femin-is
                      femin-as
                      femin-is
                      serv-us
                      serv-i
                      serv-o
                      serv-um
                      serv-o  
                      serv-i
                      serv-orum
                      serv-is
                      serv-os    serv-is

                      rex
                      reg-is
                      reg-i
                      reg-em
                      reg-e
                      reg-es
                      reg-um
                      reg-ibus
                      reg-es
                      reg-ibus
                      don-um
                      don-i
                      don-o
                      don-um
                      don-o
                      don-a
                      don-orum
                      don-is
                      don-a
                      don-is

                      nomen
                      nomin-is
                      nomin-i
                      nomen
                      nomin-e
                      nomi-a
                      nomin-um
                      nomin-ibus
                      nomin-a
                      nomin-ibus

                      Slide 3 - Slide

                      Functies naamvallen

                      nominativus


                      dativus


                      accusativus
                      • onderwerp
                      • naamwoordelijk deel van het gezegde

                      • meewerkend voorwerp
                      • bij bepaalde werkwoorden

                      • lijdend voorwerp
                      • bij bepaalde voorzetsels

                      Slide 4 - Slide

                      Slide 5 - Slide

                      Slide 6 - Slide

                      Slide 7 - Slide

                      Slide 8 - Slide

                      Slide 9 - Slide

                      nos     ei     eas     ea     is     tibi    ego

                      me     nobis     vos     eis     eae     te

                      eum     tu   mihi     vobis     eos     eam

                      Slide 10 - Slide

                      Pak je TB op blz. 25

                      Vertaal T 2, r. 9-19. Schrijf de vertaling in je schrift.


                      Slide 11 - Slide

                      Leerdoelen

                      • ik kan de vormen van het pers. vnw. herkennen en vertalen


                        Weektaak

                        • herhalen: W les 1 + alle rijtjes znw
                        • leren: W les 2 (100%)
                        • leren: gramm. 2.2 DON!
                        • doen: drill 2.2 (100%) DON!
                        • mandatum 18-19
                        • leren: T 2








                                4/11: toets Latijn t/m H 2

                                Slide 12 - Slide