zintuigen .1 Het zintuigenstelsel 2023

 Het zintuigenstelsel 

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Het zintuigenstelsel 

Slide 1 - Slide

Lesverloop
  1. Terugkoppelingsvragen
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen Thema zintuigen
11.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven. 
11.2.1 Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn. 
11.2.2 Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.
11.3.1 Je kunt de inwendige en uitwendige delen van een oog noemen met hun functies en kenmerken. 
11.4.1 Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.  
11.4.2 Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.
11.5.1 Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven. 
11.6.1 Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken. 
11.7.1 Je kunt aangeven hoe slechtziendheid gecorrigeerd kan worden met een bril of contactlenzen.
11.8.1 Je kunt aangeven hoe gezichtsbedrog ontstaat. 


Slide 3 - Slide

Kennisvragen

Slide 4 - Slide

Wat zijn impulsen?
A
Elektrische signalen
B
Prikkels
C
Een ander woord voor zenuwen
D
Zintuigen

Slide 5 - Quiz

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
B
het centrale zenuwstelsel naar zintuigen
C
spieren naar het centrale zenuwstelsel
D
het centrale zenuwstelsel naar spieren

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen, wat moet je kunnen?
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven. 


Slide 7 - Slide

Zet de organisatieniveaus van klein naar groot
Orgaan
Weefsel
Organisme
Orgaan
stelsel
Cel

Slide 8 - Drag question

Welke zintuigen ken jij?

Slide 9 - Open question

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 10 - Quiz

Orgaanstelsels  
Grotere organismen zoals de mensen hebben orgaanstelsels.
Een orgaanstelsel bestaat uit meerdere organen die samenwerken. 


Benoem deze 6 
orgaanstelsels:

Slide 11 - Slide

Zintuigenstelsel (is een orgaanstelsel)

Slide 12 - Slide

Het zintuigenstelsel
Zintuigenstelsel:
Alle zintuigen samen.

zintuig:
Orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving
en die prikkels omzet in impulsen.

Slide 13 - Slide

Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving

Slide 14 - Slide

Drempelwaarde
Een prikkel moet sterk genoeg zijn om door een zintuigcel opgemerkt te worden 
  • denk aan de iPad die hard genoeg moet staan om het geluid te horen.

  • De sterkte van de prikkel waarbij de hersenen gaan reageren

Slide 15 - Slide

Adequate prikkel
= type prikkel waar een zintuigcel gevoelig voor is
  •  licht is de prikkel voor de zintuigcellen in je oog

Slide 16 - Slide

Niet-adequate prikkels
Zintuigcellen kunnen ook andere, niet-adequate prikkels opvangen

  • Beuk tegen je oog: druk-prikkels worden omgezet naar impulsen in ogen die naar de gezichtscentra in de grote hersenen gaan.

  • Je ziet sterretjes terwijl de prikkel 'druk' is

  • Drempelwaarde is veel hoger --> flinke klap
  • Zachte tik --> geen sterretjes/impulsen

Slide 17 - Slide

Gewenning
Na een langere tijd neem je een bepaalde prikkel minder sterk waar.

  • de geur van een vies klaslokaal: als je binnenkomt ruik je het maar na een lesuur niet meer, je bent eraan ‘gewend’.

Slide 18 - Slide

Motivatie
Als je je best doet om een prikkel op te vangen dan wordt de drempelwaarde lager. 

  • Avond, donker, alleen thuis en je denkt dat je iets hoort, motivatie om te luisteren --> je hoor alles en denkt dat alles voetstappen zijn
  • Overdag zou je deze geluiden niet horen terwijl ze er wel zijn
  • Met aandacht waarnemen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Kennisvragen

Slide 21 - Slide

Wat is een adequate prikkel?
A
De prikkel waar een zintuig niet op reageert.
B
Een prikkel die steeds maar doorgaat.
C
De minimale sterkte van een prikkel.
D
De prikkel waar een zintuig op reageert.

Slide 22 - Quiz

Wat is een drempelwaarde?
A
De hoogste prikkel waarbij een zintuig reageert
B
De laagste prikkel waarbij een zintuig reageert
C
De hoogste prikkel waarbij de hersenen gaan reageren
D
De laagste prikkel waarbij de hersenen reageren

Slide 23 - Quiz

De klok die tikt en die je na een tijdje niet meer hoort
A
Gewenning
B
Motivatie
C
Impuls

Slide 24 - Quiz

Je wilt weten of iemand over jou aan het praten is, je luistert het gesprek af.
A
Gewenning
B
Motivatie
C
Impuls

Slide 25 - Quiz

De zintuigcellen van de zintuigen heten allemaal anders. Sleep de juiste zintuigcellen naar de juiste zintuigen.
Reukharen
Netvlies
slakkenhuis
smaakpupillen
tastzintuig
drukzintuig
pijnzintuig
warm/kou zintuig

Slide 26 - Drag question

Zelfstandig werken
Thema zintuigen
- Opdrachten maken
- Basisstof 1 

Klaar?
- Test jezelf
- Blooket spelen
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen

Slide 27 - Slide