Bemiddeling

1 / 35
next
Slide 1: Slide
Wet en RegelgevingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les
  1. Ken je het begrip bemiddeling
  2. Weet je hoe een conflict ontstaat 
  3. Ken je de basisstappen van conflictbemiddeling
  4. Heb je kennis gemaakt met de escalatieladder
  5. Ken je de eindopdracht en ben je ermee gestart

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is volgens jullie aan de hand?

Slide 5 - Mind map

Wat is de oplossing?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Heb jij wel eens moeten bemiddelen?
JA
NEE

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Slide

Noem eens voorbeelden van bemiddeling

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welke partijen zie je bij het pannenkoekenconflict?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Waardoor wordt een meningsverschil een geëscaleerd conflict?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Polemiek?

Een polemiek (van het Griekse woord ,póleméo, dat oorlog voeren betekent) is een openlijk gevoerde pennenstrijd, die zich vaak afspeelt tussen vakgenoten. Polemieken komen voort uit conflicterende standpunten die opponenten betogen

Slide 20 - Slide

Fase 1 - Win-Win
Kenmerken:
  • Myrthe en Thijmen praten nog met elkaar.
  • Ze proberen zelf een oplossing te vinden zonder hulp.
Voorbeeld:
  • Myrthe en Thijmen overleggen rustig: "Laten we de chocoladeletter delen. Jij krijgt de helft en ik krijg de helft

Bemiddelaar:
  • Hier is bemiddeling niet nodig. Ze lossen het conflict zelfstandig op.

Slide 21 - Slide

Fase 2 - Win-Verlies (Mediation nodig)

Kenmerken:
  • Het conflict wordt persoonlijker.
  • Ze luisteren niet meer naar elkaar en proberen hun zin door te drijven.
Voorbeeld:
  • Thijmen zegt: "Ik ben jonger, dus ik mag hem!" Myrthe roept: "Jij krijgt altijd meer, nu is het mijn beurt!" Ze blijven ruzie maken.
Bemiddelaar:
  • Een ouder of derde partij kan helpen:
  • "Hoe zouden jullie de chocoladeletter eerlijk kunnen verdelen?" De bemiddelaar zorgt dat beide kinderen hun kant van het verhaal vertellen en een compromis vinden

Slide 22 - Slide

Fase 3 - Verlies-Verlies (Escalatie zonder bemiddeling)
Kenmerken:
  • Het conflict escaleert volledig.
  • Myrthe en Thijmen willen elkaar dwarsbomen, zelfs als niemand wint.
Voorbeeld:
  • Myrthe breekt de chocoladeletter in stukken en zegt: "Nu heeft niemand hem!" Thijmen schreeuwt en huilt.
  • Bemiddelaar:
  • In deze fase kan bemiddeling moeilijker zijn. De bemiddelaar probeert de escalatie te stoppen en afspraken te maken voor de toekomst. Bijvoorbeeld:
  • "Vanaf nu verdeelt Sinterklaas het snoep altijd eerlijk. We maken een duidelijke regel zodat dit niet opnieuw gebeurt."

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Op welke manier zou je de escalatieladder kunnen gebruiken in het Sociaal werk?

Slide 25 - Open question

Uitdaging (Sinterklaas)
1. Neem lekker een glas chocomel of haal warme chocomel met mijn pasje 
2. Neem een speculaasje 
3. Zorg dat jullie alvast een groep vormen voor de eindopdracht 5 personen maximaal!

Slide 26 - Slide

Pauze
Korte pauze
10 minuten
timer
5:00

Slide 27 - Slide

Onderdeel 1: vooronderzoek

Opdracht A:
Bezoek 1 of 2 organisaties die zich bezighouden met de ondersteuning van mensen in armoede. Schrijf een verslag van het bezoek, inclusief wat jullie geleerd hebben en hoe dit kan bijdragen aan de belangenbehartiging van mensen die leven op de armoedegrens.
Opdracht B:
Voer een interview uit met een bezoeker of een professional van jullie organisatie. Dit interview moet bestaan uit minimaal 15 uitgeschreven vragen en moet inzicht geven in waar de kansen liggen om de doelgroep te helpen. Het interview telt niet mee voor de woordlimiet, maar zorg ervoor dat de antwoorden uitgebreid genoeg zijn.

Slide 28 - Slide

Eisen vooronderzoek 
Het vooronderzoek bevat de volgende onderdelen:
 
1. Voorkant inleiding, inhoudsopgave en bronvermelding
2. Verslag van organisatie 1 en de doelgroep die zijn bedienen (300 a 400 woorden)
3. Verslag van jullie bezoek met een reflectie
4. Recente cijfers over de doelgroep en armoede
5. Hoe wordt jullie doelgroep nu geholpen? En werkt deze hulp? (± 400-500 woorden)
6. Wat mist er in de huidige hulpverlening? (± 300-400 woorden)
7. Schrijf 5 aanbevelingen die je onderbouwd met theorie uit de lessen en voorbeelden uit de praktijk

Slide 29 - Slide

Onderdeel 2: Het product 
 Tijdens onderdeel 2 maken jullie een filmpje van minimaal 5 minuten om aandacht te vragen voor jullie doelgroep en het taboe op het hebben van armoede. Het filmpje moet de volgende onderdelen bevatten:

1. Inleiding: wie is de doelgroep?
2. Persoonlijk verhaal of boodschap: hoe is het om in armoede te leven?
3. Problemen van de doelgroep: laat zien welke problemen zij ervaren.
4. De kracht van de doelgroep zelf: hoe kunnen zij hun situatie verbeteren of zijn zij al bezig met verandering?

Slide 30 - Slide

Inleverdatum:  16 januari 2025!

Slide 31 - Slide

Hoe moet het (niet?)
https://www.nporadio1.nl/fragmenten/de-nieuws-bv/73ab5f13-f1f0-44c6-9996-8f55e24dab6f/2021-05-20-jongeren-en-schulden

https://www.youtube.com/watch?v=623NTLZVZv8



Slide 32 - Slide

Aan de slag!
1. Bedenk welke doelgroep jullie willen bezoeken/leren kennen
(dak -en thuislozen, kinderen in armoede etc)
2. Bedenk waar je deze doelgroep willen bezoeken (buurthuis, voedselbank, kinderwerk)
3. Maak afspraken met elkaar om aan de slag te gaan
4. Let op:    Bezoek mag tijdens de les! (tenzij anders aangegeven)

Slide 33 - Slide

Kan iedereen verder? 

Slide 34 - Slide

Afronden van de les
1. Volgende week aan de slag met de opdracht 
2. Voor nu fijn weekend

Slide 35 - Slide