EHBO Quiz

Kennisquiz EHBO
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kennisquiz EHBO

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel belangrijke punten zijn er bij EHBO?
A
6
B
5
C
4
D
3

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

welke basisregel van de EHBO is juist
A
verplaats het slachtoffer
B
let op gevaar
C
bel de conciërge
D
zorg voor de omstanders

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Kan je altijd 112 bellen?
A
Nee, ik moet beltegoed hebben.
B
Nee, ik moet een SIM-kaart hebben
C
Nee, ik moet beltegoed + een SIM-kaart hebben
D
Ja, ik kan ALTIJD 112 bellen (met batterij)

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij EHBO zijn er 5 regels waaraan je je moet houden. Wat is geen regel van de EHBO?
A
Let op gevaar
B
Zorg voor deskundige hulp
C
Versleep het slachtoffer van de plaats waar hij ligt of zit.
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wie verleent EHBO?
A
Iedereen
B
De dokters in het ziekenhuis
C
Politie, brandweer en ambulance
D
Alleen mensen met een EHBO-diploma

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eerste hulp bij een acute bloeding?
A
druk op de wond en 112 bellen
B
lichaamsdeel hoog EN druk op de wond
C
ik weet het echt niet
D
verbinden met een traumazwachtel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Je gaat naar binnen bij jouw buurvrouw en zij ligt stil op de grond. Je schudt aan haar schouders, je roept maar ze reageert nergens op.
Wat doe je als eerste?
A
Ademhaling controleren
B
112 (laten) bellen
C
Starten met reanimatie
D
Een kussen onder het hoofd leggen

Slide 8 - Quiz

Als iemand niet reageert, dan moet je meteen 112 (laten) bellen! Roep ook hard om hulp, zodat mensen je mogelijk horen en kunnen komen helpen. Controleer nu de ademhaling. Ademt ze niet, start dan zelf met de reanimatie. Dat zullen de mensen van 112 ook stap voor stap vertellen. 
Een man ligt stil op de grond, hij is gevallen. Hij ligt op zijn buik en beweegt niet. Zijn hoofd en arm zijn kapot. Wat doe je als eerste?
A
Je kijkt of hij bewusteloos is (reageert hij op jou?)
B
Je draait de man op zijn rug.
C
Je verzorgt zijn hoofd en arm.
D
Je legt jouw jas onder zijn hoofd.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar het plaatje. Iemand ligt bewusteloos op de grond.
Wat moet je doen?
A
Op veilige afstand wachten en kijken
B
112 bellen
C
De auto wegrijden
D
De man zo snel mogelijk naar binnen brengen

Slide 10 - Quiz

Je ziet dat iemand niet reageert en je ziet dat het een ongeluk is. Dan moet je meteen 112 bellen! Verplaatsen mag niet, de situatie is niet onveilig want de auto staat stil. Je hebt geen tijd om je handen te wassen en je moet meteen helpen/iets doen, dus wachten en kijken heeft ook geen zin.
Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
Een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Desinfectans erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 11 - Quiz

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been heeft een onnatuurlijke stand.
Wat is er waarschijnlijk aan de hand?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd
D
Een inwendige bloeding

Slide 12 - Quiz

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
De pijnlijke voet van de ander bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek ertussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten
D
Een steuntje (tas of opgevouwen jas) onder de voet leggen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 14 - Quiz

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Wat is NIET WAAR over brandwonden?
A
Je moet 10-20 minuten koelen met lauw water
B
Je moet vastzittende kleding nathouden
C
Je moet de sieraden afdoen als dat kan
D
Je moet 10-20 minuten koelen met ijs

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding.

Welke EHBO -techniek wordt hier toegepast?

A
Handgreep van Zach
B
Heimlich greep
C
Rautekgreep
D
Stabiele zijligging

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

In geval van shock is de huid
A
Bleek
B
Warm
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waarom heeft het geen zin om iemand te laten drinken met verstikking?
A
je kan niet slikken, door je verslikking omdat je geen lucht kan weg slikken
B
Met drinken spoel je alleen de blokkade door de slokdarm. de lucht pijp blijft verstopt
C
met drinken los je het juist wel op.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens reanimatie maak je de luchtweg vrij door
A
stabiele zijligging
B
chin lift
C
Heimlich
D
beademing

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke brandwonden doen
het minste pijn?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Water, de rest komt later!

Wat is waar over het koelen van brandwonden?
A
Liever vies water dan geen water.
B
Kleren die over de brandwond zitten, eerst uittrekken.
C
Minimaal 10-20 minuten koelen.
D
Alle antwoorden zijn waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een groot stuk glas haal je niet uit de wond?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Druk uitoefenen op de wond mag met een theedoek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Vervolg
Oefenen met casussen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions