DNA: transcriptie translatie

DNA 
transcriptie en translatie
blz: 85
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

DNA 
transcriptie en translatie
blz: 85

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

DNA dubbele streng
DNA - RNA 
RNA - eiwit
Waar staat dit in BINAS? 71E

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

transcriptie & translatie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Binas 71C DNA&RNA (bouw)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Transcriptie van DNA naar mRNA

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Transcriptie en splicing 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Splicing
Genregulatie na 
transcriptie

Slide 7 - Slide

Het eiwit dat de intronen eruit knipt en de exonen aan elkaar plakt noem je een spliseosoom. 
Typen RNA (Binas 71K1)
pre - mRNA en mRNA - Messenger RNA

tRNA - Transport RNA (nodig voor het vormen van aminozuurketen)

rRNA - Ribosomaal RNA

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Transcriptie - translatie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

RNA naar eiwit: translatie
Translatie begint altijd bij een AUG code (het startcodon). Hiermee wordt een methionine aminozuur ingebouwd.

Er zijn een paar stopcodons waarmee de translatie stopt.
(Binas 71G)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Translatie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van mRNA?
A
de informatie voor een eiwit van DNA naar de ribosomen overbrengen
B
het bevat alle erfelijke informatie
C
RNA maakt eiwitten
D
RNA koppelt aminozuren aan elkaar tot eiwitten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Waar aan kan je een RNA sequentie herkennen?
A
Aanwezigheid van Adenine
B
Aanwezigheid van Cytosine
C
Aanwezigheid van Thymine
D
Aanwezigheid van Uracil

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde bij eiwitsynthese (eiwitvorming)
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
RNA verlaat de celkern en komt in het RER terecht
Het eiwit verlaat de ribosoom en komt in het RER
DNA in de celkern wordt afgelezen
Het RNA wordt afgelezen. Er ontstaat een eiwit
Er wordt RNA gevormd
RNA komt aan bij de ribosomen

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Transcriptie
Translatie
Waar?
Proces?
Bouwstenen?
DNA --> RNA
Celkern
Cytoplasma
Nuleotiden
RNA --> Eiwit
Aminozuren

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Aan het werk
opdr. 22 t/m 26

Slide 16 - Slide

This item has no instructions