1. Bevolkingsgroei in Nederland

4.1 Bevolkingsgroei in Nederland
1 / 28
next
Slide 1: Slide
aardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

4.1 Bevolkingsgroei in Nederland

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Natuurlijke bevolkingsgroei
Sociale bevolkingsgroei
Geboorte - sterfte 
  • Geboorteoverschot
  • Sterfteoverschot
Immigratie - emigratie
  • Vestigingsoverschot
  • Vertrekoverschot

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Deel 2 van 4.1 na 

Slide 9 - Slide

wat weet je nog van 4.2

Slide 10 - Mind map

Van jong naar oud
Vergrijzing=het aandeel ouderen neemt toe
Ontgroening=het aandeel jongeren neemt af
Levensverwachting=hoe oud mensen gemiddeld worden

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bevolkingsgroei
Vergrijzing
Ontgroening
De gevolgen in beeld!

Slide 17 - Slide

Welke twee soorten bevolkingsgroei zijn er?
A
Sociale bevolkingsgroei
B
Natuurlijke bevolkingsgroei
C
Asociale bevolkinsgroei
D
Economische bevolkinsgroei

Slide 18 - Quiz

Wat is geboorteoverschot?
A
Er worden meer mensen geboren als dat er doodgaan.
B
Er worden minder mensen geboren als dat er doodgaan.
C
Er vestigen zich meer mensen dan dat er vertrekken
D
Er vertrekken meer mensen dan dat er zich vestigen

Slide 19 - Quiz

Wat is een vestigingsoverschot?
A
Als er meer kinderen geboren worden dan sterfgevallen
B
Als er meer kinderen geboren worden dan emigreren
C
Als er meer immigranten zijn dan sterfgevallen
D
Als er meer immigranten zijn dan emigranten.

Slide 20 - Quiz

4.1 Bevolkingsgroei in Nederland
Natuurlijke bevolkingsgroei=
geboorte en sterfte
Sociale bevolkingsgroei=
emigratie & immigratie
Overschot=als er meer van iets is...


Slide 21 - Slide

Van jong naar oud
Vergrijzing=het aandeel ouderen neemt toe
Ontgroening=het aandeel jongeren neemt af
Levensverwachting=hoe oud mensen gemiddeld worden

Slide 22 - Slide

Gastarbeiders:
- Vanaf 1965 veel werk en te weinig arbeiders:
    - Mensen voor zwaar en vies werk gezocht.
- Marokko en Turkije

Inwoners Nederlandse koloniën:
  • Na WOII Indonesië onafhankelijk
  • 1975 Suriname onafhankelijk
- Inwoners Nederlandse koloniën:
  - Surinamers en Antillianen
    - Studeren / werk

Inwoners EU o.a. seizoensarbeiders (Oost-Europa)
Vluchtelingen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

gastarbeider


A
Iemand die permanent in een ander land gaat wonen om er te werken.
B
Iemand die (tijdelijk) in een andere stad gaat wonen om er te werken.
C
Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen om er te werken.
D
Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide