This lesson contains 46 slides, with text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
● Leerdoelen bespreken
● Nakijken: 4.2
● Terugblik: vk t/m 4.2
● Uitleg: 4.3 en 4.4
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
in de tas.
Laptop
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje.
0, 1, 2, 3, 4
Naar beneden afronden
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
Naar boven afronden
Eindigt je getal op:
5, 6, 7, 8, 9
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt decimale getallen afronden.
Je kunt afronden op ronde getallen.
Je kunt afronden in praktische situaties.
H4 Getallen
Voorkennis
1. Getallen
2. Grote getallen
3. Afronden
4. Afronden in praktische situaties
5. Verhoudingstabellen
6. Prijs berekenen
Slide 2 - Slide
Huiswerk checken
Maken:
Opgaven 36, 37, 39, 40, 42, 43, 44 en 45
Slide 3 - Slide
Nakijken
Slide 4 - Slide
Nakijken
Slide 5 - Slide
Nakijken
Slide 6 - Slide
Nakijken
Slide 7 - Slide
Nakijken
Slide 8 - Slide
Nakijken
Slide 9 - Slide
Nakijken
Slide 10 - Slide
Terugblik
Welke waarde heeft de 2 in:
Schrijf ook de berekening op!
8 5 . 2 3 9 , 3 1 4
Slide 11 - Slide
Terugblik
Welke waarde heeft de 1 in:
Schrijf ook de berekening op!
8 5 . 2 3 9 , 3 1 4
Slide 12 - Slide
Terugblik
Wat zijn de eerste 3 veelvouden van 11?
Slide 13 - Slide
Terugblik
Wat zijn de delers van 8?
Slide 14 - Slide
Terugblik
Schrijf 3 even getallen op.
Slide 15 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 1 decimaal.
3 9 , 3 9 5 8 2
Slide 16 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 1 decimaal.
3 9 , 3 9 5 8 2
Slide 17 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 1 decimaal.
3 9 , 3 9 5 8 2
_____
Slide 18 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 1 decimaal.
3 9 , 3 9 5 8 2
_____
Slide 19 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 1 decimaal.
3 9 , 3 9 5 8 2 = 3 9 , 4
_____
Slide 20 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 2 decimalen.
3 9 , 3 9 5 8 2
Slide 21 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 2 decimalen.
3 9 , 3 9 5 8 2
_____
Slide 22 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 2 decimalen.
3 9 , 3 9 5 8 2
_____
Slide 23 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op 2 decimalen.
3 9 , 3 9 5 8 2 = 3 9 , 4 0
_____
Slide 24 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af een geheel getal.
3 9 , 3 9 5 8 2
Slide 25 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af een geheel getal.
3 9 , 3 9 5 8 2
_____
Slide 26 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af een geheel getal.
3 9 , 3 9 5 8 2
_____
Slide 27 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af een geheel getal.
3 9 , 3 9 5 8 2 = 3 9
_____
Slide 28 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op duizendtallen.
3 9 . 3 9 5
Slide 29 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op duizendtallen.
3 9 . 3 9 5
_____
Slide 30 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op duizendtallen.
3 9 . 3 9 5
_____
Slide 31 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op duizendtallen.
3 9 . 3 9 5 = 3 9 . 0 0 0
_____
Slide 32 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op een honderdtallen.
3 9 5
Slide 33 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op een honderdtallen.
3 9 5
_____
Slide 34 - Slide
4.3: Afronden
Rond het getal af op een honderdtallen.
3 9 5 = 4 0 0
_____
Slide 35 - Slide
4.3: Afronden
Stappenplan afronden:
Zet een streepje na het getal wat je moet afronden.
Kijk naar het getal achter het streepje.
Is dit een 0, 1, 2, 3, 4: rond af naar beneden. Laat het getal voor het streepje staan. Is dit een 5, 6, 7, 8, 9: rond af naar boven. Maak het getal voor het streepje 1 hoger.
Haal de getallen achter het streepje en het streepje weg.