A2c - Periode 2, Les 1 - GSE (= H4 les 5) (08-11-2021)

Bienvenidos
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Bienvenidos

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van dit hoofdstuk :
- je herhaalt de regelmatige ww
- je herhaalt gustar
- je leert de onregelmatige ww: hacer, jugar, salir, ir, dar, dormir, jugar
- je leert de wederkerende ww : levantarse en acostarse
- je leert praten over activiteiten en hobby's, kloktijden en dagen van de week
- je leert zeggen hoe vaak je iets doet
- je leert de uitspraak en spelling van de z,s,c





Slide 2 - Slide

El programa 














  • 5m - Terugblik / Vooruitblik


  • 15m - Comprobar los deberes 
  • 10m - Hablar - frases clave p6 + p7 zin 1-9





  • 15m - Verbos regulares, irregulares + reflexivos  (gram. nrs. 35, 39 t/m 47)
  • 15m - ¿Qué hora es? La rutina diaria (de dagindeling)  (TB p. 58)
  • ¿Terminado? Practicar con verbuga



  • 5m - Los deberes/ evaluación

Volgende les: SO


¿Qué significa?
¿Qué error hay en la ortografía (spelling)? 

Slide 3 - Slide

15 min - Corregir los deberes
Estudiar / herhalen: 
voc. 4.1, 4.2 + getallen 0-100 (TB p.97) + 
werkwoorden hablar, comer, vivir, ser, tener, estar, ir, llamarse, gustar; 
Gram. boekje: nr 17ab, 34ab, 35, 41, 42.

Hacer: 
VOC (me gusta bailar) p. 9, 14, 28.                Oef 9 en 14 staan in het  Antwoordblad.
(Let op: p.27 moest al af zijn, heb je dit ook af? Na de TW controle en inleveren via classroom!)

Slide 4 - Slide

10 min - Frases clave

p.6, helemaal
p.7, alleen zin 1 t/m 9 

Oefen in tweetallen ALLE zinnen.

Let op: 1 persoon stelt de vragen de ander antwoordt. Daarna rollen omdraaien!

timer
5:00

Slide 5 - Slide

Los Verbos
  1. Verbos regulares
  2. Verbos irregulares
  3. Verbos reflexivos (wederkerende werkwoorden)

Slide 6 - Slide

1. Verbos regulares 

Ejemplos: hablar, comer, vivir
Estudiar: gram. nr. 35

Slide 7 - Slide

2. Verbos irregulares 
Ir (gaan), gram. nr. 41
Dar (geven), gram. nr. 42

Werkwoorden met afwijkende ik-vorm, gram. nr. 39
hacer (doen, maken): yo hago, tú haces , él hace ...
salir (vertrekken, uitgaan): yo salgo, tú sales, él sale ...

Soms verandert ook de stam van het werkwoord: 
jugar (spelen): yo juego (ik speel)




Slide 8 - Slide

3. Verbos reflexivos (wederkerende ww.) 
Ejemplo: lavarse (zich wassen)

Estudiar: gram. nr. 46-47

Slide 9 - Slide

¿Qué hora es? TB p.58
  1. Lees de gehele woordenlijst, vocab. 4.3.
  2. Ga naar Tekstboek p.58, oefening 3B, lees de instructie: David vertelt wat hij doet, en hoe laat.
  3. Nu ga jij het navertellen in het Spaans. Je schrijft dus over David, in de derde persoon (David, él).
  4. Klaar? Maak oefening 3C: teken minimaal 5 klokken, maar nu met jouw eigen tijden -> daarna schrijf je jouw Spaanse tekst erbij. Het mag ook over andere activiteiten gaan.

Slide 10 - Slide

¡A practicar: el presente!

verbuga.eu 


kies links bij werkwoorden: 

hacer, salir, acostarse, levantarse, dormir,  lavarse, jugar


kies rechts bij tijd: 

presente

timer
10:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

¿Qué has aprendido? (Wat heb je geleerd?)
¿Cómo has trabajado? (Hoe heb je gewerkt?

Slide 13 - Open question

Los deberes

leren: 
S.O. 
  • Vocab. 4.1 + 4.2 
  • gram. nr 17ab (ontkenning), 25 (ser), 26 (tener), 28 (llamarse), 34ab (gustar), 35 (regelmatige ww) + 41 (ir)
  • getallen 0-100 (TB p.97) 


maken: 
TB p. 58 oef 3c (schrijf minimaal 5 zinnen over jezelf (ik-vorm) --> wat doe je op een dag en hoe laat?)
WB p. 46 oef 11 en oef 12a (hier oefen je met de werkwoorden)

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Slide