Keer en deelsommen Sinterklaas

Keer en deelsommen Sinterklaas
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Keer en deelsommen Sinterklaas

Slide 1 - Slide


Slide 2 - Open question

In de zak van Piet zitten 25 cadeautjes. In elk huis bezorgt Piet er 5. Voor hoeveel huizen heeft Piet cadeautjes bij zich?

Slide 3 - Open question

Piet koopt 3 zakken strooigoed. In elke zak zitten 27 schuimpjes. Hoeveel schuimpjes heeft Piet in totaal?

Slide 4 - Open question


Slide 5 - Open question

18 Kinderen eten elk 9 pepernoten. Hoeveel pepernoten eten zij in totaal?

Slide 6 - Open question

In een zak passen 12 cadeautjes. Hoeveel cadeautjes kan Piet meenemen als hij 4 zakken heeft?

Slide 7 - Open question

Er zijn 36 cadeautjes. In elke zak passen er 6. Hoeveel zakken zijn er nodig?

Slide 8 - Open question

Piet bakt 24 speculaasjes. Op elke bakplaat passen er 8. Hoeveel bakplaten heeft hij nodig?

Slide 9 - Open question

Er gaan 24 kinderen optreden voor Sinterklaas. Per keer staan er 4 kinderen op het podium. Hoeveel optredens zijn er?

Slide 10 - Open question

Er zijn 120 chocoladeletters gemaakt. Ze worden verpakt in dozen van 10 stuks. Hoeveel dozen zijn er vol?

Slide 11 - Open question

Er zijn 9 zakken. In elke zak zitten 7 cadeautjes. Hoeveel cadeautjes zijn dat in totaal?

Slide 12 - Open question

Piet heeft 56 pepernoten gebakken. In elke schoen stopt hij er 8. Hoeveel schoenen kan hij vullen?

Slide 13 - Open question

Oma heeft 18 chocoladeletters gekocht voor al haar kleinkinderen. Ieder kleinkind krijgt er 2. Hoeveel kleinkinderen heeft oma?

Slide 14 - Open question

Sinterklaas koopt netjes mandarijnen. In ieder netje zitten 14 mandarijnen. Hoeveel mandarijnen heeft Sint in totaal gekocht?

Slide 15 - Open question

Piet heeft 8 zakken. In elke zak zitten 2 zakjes met 6 schuimpjes. Hoeveel schuimpjes heeft Piet in totaal

Slide 16 - Open question

Er moeten 46 pietenmutsen opgehangen worden. Op elke kapstok passen er 7. Hoeveel kapstokken zijn er nodig?

Slide 17 - Open question

Piet heeft 5 zakken. In elke zak zitten 20 cadeaus. Hoeveel cadeaus heeft Piet in totaal?

Slide 18 - Open question

Piet heeft taaitaaipoppen gebakken. Er zijn 3 bakplaten, op elke bakplaat liggen 15 taaitaaipoppen. Hoeveel taaitaaipoppen heeft Piet gebakken?

Slide 19 - Open question

Sinterklaas koopt 24 netjes met 6 mandarijnen. Hoeveel mandarijnen heeft hij gekocht?

Slide 20 - Open question

Sinterklaas heeft 54 chocoladeletters. In elke zak stopt hij er 9. Hoeveel zakken kan hij vullen?

Slide 21 - Open question

Aan 1 kapstok kunnen 15 pietenmutsen gehangen worden. Er zijn 5 kapstokken. Voor hoeveel pietenmutsen is er plek?

Slide 22 - Open question

Piet heeft 87 speculaasjes gebakken. Hij legt er 3 in elke schoen. Hoeveel schoenen kan hij vullen?

Slide 23 - Open question

Sinterklaas schrijft op 1 bladzijde 14 namen in het grote boek. Hij schrijft 7 bladzijdes vol. Hoeveel namen heeft hij dan geschreven?

Slide 24 - Open question

In de zak zitten nog 44 pepernoten. Elk kind krijgt er 6. Voor hoeveel kinderen zitten er nog pepernoten in de zak?

Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question