G3 economie 3,3

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

G3 economie 3,3

16 oktober 2024

Programma van de les

-Herhalen 3,2

-Uitleg paragraaf 3,3

-Aan het werk met de opgaven

-Afsluiting

Vragen over het huiswerk?

Verzekeren

-De verzekeraar neemt de financiële gevolgen van het risico over van de verzekerde.

Mensen verzekeren zich tegen een risico (de kans om schade op te lopen).

Premie

-De prijs die je betaalt om jouw risico te verzekeren.

-Dit is vaak per maand

Polis

-Afspraken die je met de verzekeraar maakt over de verzekering.

Poliskosten

Kosten voor het het maken van de polis (afspraken met de verzekeraar).

Assurantiebelasting

Dit is belasting die je betaald over de verzekering die je afsluit.

Dit is 21% over de premie en poliskosten

Verzekeringskosten

Verzekeringskosten = premie + poliskosten + assurantiebelasting

Premie:

Poliskosten:

Assurantiebelasting:

Verzekeringskosten:

Solidariteit bij het verzekeren

Mensen met een laag risico zijn bereid om te betalen voor mensen met een hoger risico.

Verplichte solidariteit

Iedereen betaalt verplicht mee aan een verzekering.

Iedereen in Nederland moet een zorgverzekering hebben.

Moreel wangedrag

Mensen die zich verzekerd hebben, nemen meer risico's.

Geen hoesje om de telefoon, want hij is ''toch'' verzekerd.

Risico

Risico = kans op schade x schade

Motor wordt 1 op de 3 keer gestolen. Een nieuwe motor kost 8000 euro.

Premiedifferentiatie

Dit is het verschil tussen de prijs die mensen moeten betalen.

Zo moet iemand van 18 jaar een hogere premie betalen voor zijn autoverzekering dan iemand die al 20 jaar autorijd. 

Risicoaversie

Dit is het vermijden van risico's. Er is een groep mensen die risico's vermijden.

Eigen risico

Hier betaal je een deel van de schade zelf, dit heb je afgesproken met jouw verzekeraar. Hoe hoger het eigen risico hoe lager de premie per maand.

Aan het werk 

-Opgaven 3,3