What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling werkwoordspelling
Wekwoordspelling
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wekwoordspelling
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Tom _____________ zichzelf met een warme trui.
verwarmen [tt]
A
verwarmt
B
warmde
C
warmt
D
warmd
Slide 3 - Quiz
Vroeger _____________ Tanja daar helemaal niet van.
houden [vt]
A
houd
B
hield
C
hieldt
D
hielt
Slide 4 - Quiz
De kok heeft de soepkommen _____________.
vullen [vd]
A
vuldde
B
vulde
C
gevult
D
gevuld
Slide 5 - Quiz
We hebben de muur _____________.
spuiten [vd]
A
gespuit
B
gespoten
C
gespuid
D
gespooten
Slide 6 - Quiz
Lies ...... (blazen, vt) de elf kaarsjes op de taart in één keer uit.
Slide 7 - Open question
Hoe heb jij die situatie ........ (aanpakken, vd)?
Slide 8 - Open question
Stan en Thomas ....... (verkennen, vt) de omgeving rondom de camping.
Slide 9 - Open question
Annemiek ..... (redden, tt) het niet meer om op tijd te komen.
Slide 10 - Open question
Dit ongeluk ........ (bewijzen, tt) maar weer hoe gevaarlijk deze straat is.
Slide 11 - Open question
De docent ........... (beantwoorden, tt) alle vragen van de kinderen.
Slide 12 - Open question
Holly ...... (vergeten, vt) haar huiswerk te doen.
Slide 13 - Open question
Ik ........... (zappen, vt) van het ene naar het andere kanaal.
Slide 14 - Open question
Tim ......... (verdelen, tt) het snoepgoed eerlijk over de kinderen.
Slide 15 - Open question
Lees bij de volgende vragen de zinnen goed en kies de zin de juist geschreven is.
Slide 16 - Slide
In welke zin zijn allebei de werkwoorden goed gespeld?
A
De mensen vluchten weg toen het gebouw instortte.
B
De mensen vluchtten weg toen het gebouw instorte.
C
De mensen vluchtten weg toen het gebouw instortte.
D
De mensen vluchten weg toen het gebouw instorte.
Slide 17 - Quiz
In welke zin zijn allebei de werkwoorden goed gespeld?
A
De man bestelt vandaag iets anders dan dat hij gisteren heeft bestelt.
B
De man bestelt vandaag iets anders dan dat hij gisteren heeft besteld.
C
De man besteld vandaag iets anders dan dat hij gisteren heeft bestelt.
D
De man besteld vandaag iets anders dan dat hij gisteren heeft besteld
Slide 18 - Quiz
In welke zin zijn de werkwoorden goed gespeld?
A
Deze club heeft dit jaar veel nieuwe leden geworven.
B
Wij doorstaan de zware proef gisteren niet.
C
Ik heb die jas al twee jaar gedrogen.
D
Wie verschijndt daar achter het raam?
Slide 19 - Quiz
Trappen van vergelijking
Slide 20 - Slide
Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Vandaag ben ik even slim
als/dan hem/ hij.
A
als hem
B
als hij
C
dan hem
D
dan hij
Slide 22 - Quiz
geef de trappen van vergelijking:
graag
A
graager, graagst
B
grager, graagst
C
liever, liefst
D
liever, graagst
Slide 23 - Quiz
Vandaag ben ik even slim als/ dan hem/ hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij
Slide 24 - Quiz
Mijn broer is .... ik.
A
groter als
B
kleiner dan
Slide 25 - Quiz
Hij keek bedroefder ..... de vele winnaars zouden doen.
A
dan
B
als
Slide 26 - Quiz
Ik heb wel lekker meer
gewonnen ..... jullie!
A
dan
B
als
Slide 27 - Quiz
Ian was minstens net zo
druk ..... Sierd.
A
dan
B
als
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
Werkwoordspelling
March 2022
- Lesson with
42 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Werkwoordspelling
November 2022
- Lesson with
43 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Werkwoordspelling
14 days ago
- Lesson with
42 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Werkwoordspelling
1 day ago
- Lesson with
42 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Werkwoordspelling
14 days ago
- Lesson with
42 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Werkwoordspelling
9 days ago
- Lesson with
42 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Werkwoordspelling
December 2022
- Lesson with
44 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Basis trappen van vergelijking
February 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4