h1 4m staat examentraining 2022

1 / 52
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is het parlement?
A
de eerste en tweede kamer samen
B
het kabinet
C
de overheid
D
alle ambtenaren in Nederland

Slide 2 - Quiz

Wie heeft de macht in een democratie?
A
de regering
B
de overheid
C
de dictator
D
het volk

Slide 3 - Quiz

Wanneer werd Nederland het Koninkrijk der Nederlanden?
A
1800
B
1820
C
1815
D
1825

Slide 4 - Quiz

Koning Willem I was onschendbaar.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Thorbecke was een:
A
Communist
B
Socialist
C
Man van adel
D
Liberaal

Slide 6 - Quiz

Ministeriële verantwoordelijkheid =
A
De minister is verantwoordelijk voor zichzelf
B
De minister moet verantwoording afleggen aan de koning
C
De minister moet verantwoording afleggen aan het parlement
D
De minister moet verantwoording afleggen aan de minister-president

Slide 7 - Quiz

Nieuw in de grondwet van 1848 was:
A
Censuskiesrecht
B
Algemeen kiesrecht
C
De regering is de hoogste macht
D
Recht op onderwijs

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Nederland 1848-1917
Willem III en de Luxemburgse Kwestie

Slide 20 - Slide

Luxemburgse Kwestie
Pruisen wil een machtig Duits Keizerrijk
  • Frankrijk en de Duitse Bond zijn vijanden.
  • Frankrijk wil het machtsevenwicht in Europa herstellen.
  • Frankrijk wil daarom Luxemburg kopen van de Nederlandse koning.
  • Willem III gaat akkoord voor 5 miljoen gulden

Slide 21 - Slide

Luxemburgse Kwestie
Verloop


       Oorlogsdreiging
    • Pruisen dreigt met oorlog tegen NL en FR.
    • de verkoop gaat niet door
    • Nu is Frankrijk boos en dreigt met oorlog

    Hoe loopt dit af?

    -> Conferentie Londen
    • luxemburg onafhankelijk

    En Willemdie had een groot probleem, de Tweede Kamer is woedend....


      Slide 22 - Slide

      Luxemburgse Kwestie
      Gevolgen


           Tweede Kamer buitenspel
        • Parlement wist niet van oorlogsdreiging.
        • Parlement steunt niet langer de regering.
        • Willem III laat parlement herverkiezen.

           Zelfde regering, nieuw parlement.
        • Het nieuwe parlement stemt regering weg.
        • Regering besluit op te stappen.
         Willem III verliest machtsstrijd met parlement. Dit was de laatste keer dat een kabinet regeert zonder vertrouwen van de Tweede Kamer!




          Slide 23 - Slide

          paragraaf 2

          Slide 24 - Slide

          Slide 25 - Slide

          Slide 26 - Slide

          Slide 27 - Slide

          Slide 28 - Slide

          Slide 29 - Slide

          Liberalisme
          Liberte: vrijheid
          weinig overheidsbemoeienis. Paar zaken wat ze belangrijk vinden.
          Vrijemarkteconomie
          inkomensverschillen zorgen ervoor dat de burgers harder gaan werken. 

          Slide 30 - Slide

          Slide 31 - Slide

          Met welk onderdeel van de grondwet waren de liberalen erg blij mee?
          A
          Grondrechten
          B
          onschendbaar
          C
          Ministeriële verantwoordelijkheid
          D
          elke 4 jaar verkiezingen

          Slide 32 - Quiz

          Slide 33 - Slide

          Slide 34 - Slide

          p3

          Slide 35 - Slide

          Slide 36 - Slide

          p4

          Slide 37 - Slide

          Slide 38 - Slide

          Slide 39 - Slide

          Bij welke macht hoort welk begrip en waarom? 

          • Hoge Raad
          • Koning
          • Parlement
          • Internationaal Strafhof
          • Politie
          • Regering
          • Leger
          • Openbaar Ministerie
          De drie machten:
          - Uitvoerende macht
          - Wetgevende macht
          - Rechterlijke macht 

          Slide 40 - Slide

          Bij welke macht hoort welk begrip en waarom? 

          • Hoge Raad: Rechterlijk
          • Koning: Uitvoerend
          • Parlement: Wetgevend
          • Internationaal Strafhof: Rechterlijk
          • Politie: Uitvoerend
          • Regering: Wetgevend/Uitvoerend
          • Leger: Uitvoerend
          • Openbaar Ministerie: Rechterlijk
          De drie machten:
          - Uitvoerend
          - Wetgevend
          - Rechterlijk

          Slide 41 - Slide

          Wie heeft in Nederland de uitvoerende macht?
          A
          De regering
          B
          Het parlement
          C
          De koning
          D
          De rechters

          Slide 42 - Quiz

          Wie heeft in Nederland de rechterlijke macht?
          A
          De regering
          B
          Het parlement
          C
          De koning
          D
          De rechters

          Slide 43 - Quiz

          Hoe wordt een wet gemaakt?

          Slide 44 - Slide


          De weg van de wet
          1.  Wetsvoorstel ingediend
          2.  Tweede kamer gaat bespreken
          3.  Tweede kamer gaat stemmen
          4.  Eerste kamer gaat bespreken
          5.  Eerste kamer gaat stemmen
          6.  Koning ondertekent 
          7.  Regering voert het uit

          Slide 45 - Slide

          Parlementaire Rechten
          • Budgetrecht
          • Recht van initiatief
          • Recht van amendement
          • Recht van enqûete
          • Recht van interpellatie
          • Motie van wantrouwen

          Slide 46 - Slide

          Parlementaire Rechten
          • Budgetrecht: Goed- of afkeuren begroting
          • Recht  van enqûete: Onderzoek naar de overheid
          • Recht van initiatief: Indienen wetsvoorstel
          • Recht van amendement: Veranderen van een wetsvoorstel
          • Recht van interpellatie: Vragen stellen aan regering
          • Motie van wantrouwen: Vertrouwen opzeggen in minister

          Slide 47 - Slide

          Kijk het filmpje & schrijf op: 
          • Wat zijn klassieke grondrechten?
          • Wat zijn sociale grondrechten?
          • Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?
          • Noem een voorbeeld van een klassiek grondrecht en van een sociaal grondrecht

          Slide 48 - Slide

          Samenvatting

          Slide 49 - Slide

          Slide 50 - Video

          Slide 51 - Slide

          Wie heeft in Nederland de wetgevende macht?
          A
          De regering
          B
          Het parlement
          C
          De koning
          D
          De rechters

          Slide 52 - Quiz