Les 4 Personages en relaties
1 / 24
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
A
Non-fictie
B
Fictie
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Hoe noem je de tekst op de achterkant van een boek?
A
blurb
B
samenvatting
C
introductie
D
flaptekst
Slide 10 - Quiz
Welk vertelperspectief is het?
'Ik ging kapot van de spanning, ik voelde mijn hart in mijn keel kloppen...'
'Ik ging kapot van de spanning, ik voelde mijn hart in mijn keel kloppen...'
A
ik-perspectief
B
hij/zij-perspectief, één persoon
C
hij/zij-perspectief, meer mensen
Slide 11 - Quiz
A
Non-fictie
B
Fictie
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
A
Non-fictie, science-fiction
B
Fictie, science-fiction
C
Non-fictie, romantiek
D
Fictie, romantiek
Slide 14 - Quiz
Wat geeft een ISBN-code aan?
A
dat het een boek is
B
de taal van het boek
C
wat de uitgeverij van een boek is
D
wat de titel van een boek is
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Welk vertelperspectief is het?
'Hij vindt mij vast niet leuk, dacht Samantha. Mo keek snel de andere kant op, hij voelde zijn hart kloppen en zijn wangen rood worden.'
'Hij vindt mij vast niet leuk, dacht Samantha. Mo keek snel de andere kant op, hij voelde zijn hart kloppen en zijn wangen rood worden.'
A
ik-perspectief
B
hij/zij-perspectief, één persoon
C
hij/zij-perspectief, meer mensen
Slide 17 - Quiz
A
Non-fictie, humor
B
Fictie, humor
C
Non-fictie, spanning
D
Fictie, spanning
Slide 18 - Quiz
A
Non-fictie
B
Fictie
