B3i - Hoofdstuk 5 Herhaling

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5: Grenzen en Identiteit in Nederland

Wat is een grens?

Paragraaf 1: Verband tussen grenzen en identiteit

Begrippen:

1. Grens
2. Landgrens
3. Kunstmatige grenzen
4. Natuurlijke grens
5. Open grens/zachte grens
6. Gesloten grenzen/Harde grenzen
7. Identiteit/Groepsidentiteit
8. Insluiting
   

Wat is het verschil tussen een zachte grens en een harde grens?

1. Een zachte grens betekent dat je moeite moet doen om de grens over te komen
2. Een zachte grens betekent dat je geen moeite hoeft te doen om de grens over te komen
3. Een harde grens betekent dat je moeite moet doen om een grens over te komen
4. Een harde grens betekent dat je geen moeite hoeft te doen om een grens over te komen

Noem een voorbeeld van een harde grens

Identiteit kan je dus zien aan:
Taal, tradities, godsdienst, inkomen, opleiding, status etc.

Identiteit kan dus ook iets kleins zijn zoals je dialect. Je Taal is hetzelfde, maar toch verschilt het een beetje.

Paragraaf 2: Grenzen in Nederland

Begrippen:

1. Soeverein
2. Territorium
3. Territoriale Wateren
4. Bestuurlijke grenzen
   

Mag een Engelse visser op 20km van de Nederlandse kust vissen?

1. Ja
2. Nee

Het Territorium

= is het gebied (land, water en luchtruim) dat binnen de landgrenzen ligt.

Een deel van de bodem van de zee hoort ook bij een land.

Daarom gaat het territorium 22 km door!

Gemeente Den Haag maakt het verplicht voor iedereen om een fietsvergunning te hebben en hiervoor een belasting te betalen. Wat kan je hier tegen doen

Samenkomen met andere burgers en stemmen om dit weg te halen.

Protesteren over de invoering van deze wet/regel.

Petitie tekenen om dit tegen te gaan.

Paragraaf 3: Anders actief, verschillende identiteiten

Begrippen:

1. Nationale Identiteit
2. Regionale Identiteit
3. Lokale Identiteit
   

Een Hagenees wordt gearresteerd in Waddinxveen vanwege rijden onder invloed. Wat voor identiteit is dit?

1. Regionale identiteit
2. Lokale identiteit
3. Nationale identiteit
4. Internationale identiteit

Een Franse wetenschapper kreeg in de Europese Unie een prijs voor het uitvinden van een nieuwe brandstof. Wat is hier zijn identiteit?

1. Lokale identiteit
2. Nationale identiteit
3. Regionale identiteit
4. Internationale identiteit

Een groep Zeeuwen is gevonden in een grot in Nieuw-Zeeland. Wat voor identiteit hebben ze?

1. Regionale identiteit
2. Nationale identiteit
3. Lokale identiteit
4. Internationale identiteit

Paragraaf 4: Ondanks grenzen toch samenleven

Begrippen:

1. Pluriformiteit
2. integratie
3. Sociale samenhang
4. Leefbaarheid
5. Tolerantie
6. Euregio
   

Hoe kan je makkelijk in een stad zien dat er verschillende identiteiten/culturen aanwezig zijn?

Gevaren van samenleven

Een gevaar van pluriformiteit is dat mensen niet samenmengen. Dan krijg je apart groepen.

Je hebt dan geen integratie!

= opname in een geheel

Als mensen in een wijk/dorp/stad niet met elkaar communiceren, wat voor problemen krijg je dan?

Als mensen niet meer elkaar kennen, dan verdwijnt de sociale samenhang. Dat betekent dat mensen niet meer voor elkaar zorgen of op elkaar letten. Je krijgt dan ook snel ruzie of meerdere problemen.

Leefbaarheid

= hoe aantrekkelijk en - of geschikt een gebied of gemeenschap is om te wonen

Noem 2 voorbeelden om de leefbaarheid te verbeteren

Euregio

= Een grensoverschrijdend samenwerkingsverband tussen buurlanden in de EU.

Je woont in NL, maar werkt in B

Je woont in D, maar werkt in NL

etc.

In Limburg is er een vervuiling in de Maas. Dit is te merken in Nederland, maar ook in haar buurlanden. Wie moet dit oplossen?

1. Gemeente Limburg
2. Euregio Rijn-Maas Noord
3. Euregio Maas-Rijn
4. Frankrijk, daar komt de Maas vandaan