De lezer activeren - aandacht trekken en interesse wekken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Pak je boek en schrift erbij.

Zoek bladzijde 106 van je boek op!

NIET:

Aanstaande zaterdag bandjesfestival

MAAR:

Mis het niet: de beste herrie van het jaar!

BELANGRIJK!

Stap 2: Interesse wekken

• Verplaats je in je lezer. Spreek de lezer persoonlijk aan met u of jij/je.
• Je kunt ook gebruikmaken van voorbeelden om de lezer nieuwsgierig te maken.

NIET:

De voetbalvereniging zoekt vrijwilligers om wedstrijden te fluiten, vandaar deze oproep.

MAAR:

Uw kind voetbalt bij onze vereniging. Om ervoor te zorgen dat hij of zij elke zaterdag een wedstrijd kan spelen, hebben we uw hulp nodig.

NIET:

Als je meedoet aan de schoolloterij maak je kans op mooie prijzen.

MAAR:

Kom jij naar het schoolfeest in een vette limousine? Doe mee aan de schoolloterij en win die vip-behandeling!

WAAR OF NIET WAAR?

Een activerende tekst schrijf je in de je- of u-vorm.

1. waar
2. niet waar

WAAR OF NIET WAAR?

Een activerende tekst gebruik je om iemand iets te laten doen wat hij eigenlijk niet wil.

Je wilt dat de lezer vanuit eigen motivatie, met een zetje van jezelf, in actie komt.

1. waar
2. niet waar

WAAR OF NIET WAAR?

Advertenties hebben altijd als doel dat de lezer een product gaat kopen.

Het kan ook gaan om gezonder leven of het steunen van goede doelen.

1. waar
2. niet waar

WAAR OF NIET WAAR?

Een activerende tekst kan als doel hebben om het gedrag van de lezer te veranderen.

1. waar
2. niet waar

Wat wil de maker bereiken met deze advertentie?

Vind je dat goed gelukt?

Herschrijf de volgende zin en gebruik daarbij een voorbeeld, net als in de zin over de schoolloterij bij stap 2 uit de theorie.

Deze laptop biedt de gebruiker diverse interessante extra's.

Herschrijf de volgende zin en gebruik daarbij een voorbeeld, net als in de zin over de schoolloterij bij stap 2 uit de theorie.

Dit boek is echt onmisbaar voor wie thuis een aquarium heeft.

Wat is het doel van activerende teksten?

Nu aan de slag

Je maakt als huiswerk voor de volgende les:

Les 51: opdr. 7 t/m 12 in je schrift.

LET OP: De volgende les zie ik het in je schrift staan.