a regels 1-2: wist (vt. enkv., weten) en ist (vt. enkv., eten)
regels 3-4: geslagen (volt. dw., slaan) en gegagen (volt. dw., gaan)
regels 5-6: sliep (vt. enkv., slapen) en giep (vt. enkv., gapen)
regels 9-10: gedacht (volt. dw., denken) en geschacht (volt. dw., schenken)
b Wantrouwen en nachtbraken zijn samengestelde werkwoorden die niet scheidbaar zijn. Het voltooid deelwoord gewantrouwd en genachtbraakt, en niet wangetrouwd en nachtgebraakt.
c ist -> at / gegagen -> gegaan / giep -> gaapte / wan wordt getrouwd -> wordt gewantrouwd
geschacht -> geschonken / nacht heeft gebraakt -> heeft nachtgebraakt