Wörterliste A + gram. 1 Kapitel 11 Trabitour

Vertaal: die Stimme
A
de stem
B
het voorhoofd
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vertaal: die Stimme
A
de stem
B
het voorhoofd

Slide 1 - Quiz

vertaal: die Faust
A
de borst
B
de vuist

Slide 2 - Quiz

Vertaal: der Nerv
A
de spier
B
de zenuw

Slide 3 - Quiz

Vertaal: der Zahn
A
de tand
B
de tong

Slide 4 - Quiz

Vertaal: denn
A
dan (met nadruk)
B
dan (zonder nadruk)

Slide 5 - Quiz

Is het woord goed geschreven?
das herz
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Is het woord goed geschreven?
der Knogen
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Is het woord goed geschreven?
der Fuß
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Schrijf de juiste vertaling op:
de rug

Slide 9 - Open question

Schrijf de juiste vertaling op:
het oog

Slide 10 - Open question

Klopt de volgende ww-vorm?
Ich hilfe
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Klopt de volgende ww-vorm?
du gibst
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Klopt de volgende ww-vorm?
ihr nehmt
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Klopt de volgende ww-vorm?
er trittet
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Klopt de volgende ww-vorm?
es sieht
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Vul bij de volgende zinnen de juiste ww-vorm tussen haakjes in:
Mein Bruder (neemt) ... eine Tasse Tee.

Slide 16 - Open question

Die Pflanze (= plant) (staat) ... in der Ecke.

Slide 17 - Open question

Ich habe meinen Vater gut (geholpen) ...

Slide 18 - Open question

Warum (nemen) ... ihr kein Stück Torte?

Slide 19 - Open question

Das Mädchen (leest = lesen als hele ww) ... ein Buch.

Slide 20 - Open question