Via Vooraf, op weg naar 1F, Familie en Vrienden, thema 1, H2, zinsdelen

Anouk
Muhammed
Nandni
Habiba
Jesika
JC
Enrica
Jayden
Katie
Charyssa
Miron
Rick
Nour
Mohamed M.
Docent
Plattegrond klas 1S
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Anouk
Muhammed
Nandni
Habiba
Jesika
JC
Enrica
Jayden
Katie
Charyssa
Miron
Rick
Nour
Mohamed M.
Docent
Plattegrond klas 1S

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nederlands
Thema 1 hoofdstuk 2

Spelling en grammatica:
zinsdelen
Maandag
22 november 2021
22-11-'21

Slide 2 - Slide

Over deze les doe je waarschijnlijk langer dan 1 lesuur. Leerlingen vinden dit een lastig onderwerp. Het zou best kunnen dat je over dit onderwerp 3 lessen doet (inclusief studiemeter)
Doel
Aan het einde van deze les:

Weet jij wat een zinsdeel is.

Kun je een zin in zinsdelen delen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Start
Blz 18: we lezen samen de theorie.
En zin is een groep woorden die bij elk horen.

Een zin begint met een hoofdletter.
Een zin eindigt met een leesteken.

Opdracht 1: we doen er een paar samen. De rest maak je straks zelfstandig af.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Blz 19: we lezen samen de theorie.
Een zinsdeel is een stukje van de zin. Dat stukje hoort bij elkaar. 

Opdracht 2 maak je straks zelfstandig.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Moeilijk hoor
Stukjes die bij elkaar horen. Hoe dan?
Dat gaan we zien.

Op de volgende dia een voorbeeld en daarna een zin.

Maak 2 zinnen met dezelfde woorden. 
Zet de woorden 2keer in een andere volgorde.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Dat doe ik even voor.....
Voorbeeld:

Mijn moeder is volgende week jarig.

Is mijn moeder volgende week jarig?

Volgende week is mijn moeder jarig.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

En nu jullie... (opdr. 3)
Mijn broer gaat volgende week naar oma.
a

b

c

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Terug naar het voorbeeld
Mijn moeder is volgende week jarig.
Is mijn moeder volgende week jarig.
Volgende week is mijn moeder jarig.

de stukjes "mijn moeder" en "volgende week" staan altijd naast elkaar. Dat noemen we een zinsdeel. Ook als je de zin anders maakt, blijven deze stukjes naast elkaar staan.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zinsdelen maken
Om een zin in delen te knippen gebruiken we een stappenplan.


Zinsdelen geven we aan met een          /            tussen de stukjes.

Daarna doe ik het voor en oefenen we samen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zaterdag zwemt Jan in de zee.
1. Zoek het werkwoord door de zin vragend te maken. het werkwoord komt vooraan te staan en is dus een zinsdeel.

2. Wie? --> een persoon
3. Wat? --> vastpakken of doen.
3. Waar? --> plek of plaats. Waar je bent.
4. Wanneer? --> een tijd (bijvoorbeeld dag, week, maand).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zaterdag / zwemt / Jan/ in de zee

Tip: woorden als in, de, van, het horen altijd ergens bij. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Juf Diana geeft vandaag Nederlands
1. Geeft juf Diana vandaag Nederlands? --> 
geeft is het werkwoord en is dus een zinsdeel.
2. is er een wie? --> juf Diana --> ook een zinsdeel.
3. Is er een wat? --> Nederlands --> ook een zinsdeel.
4. is er een waar? --> nee
5. Is er een wanneer? --> vandaag --> ook een zinsdeel
Juf Diana / geeft / vandaag / Nederlands.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Samen oefenen
Je ziet zinnen. Deze verdeel je in zinsdelen door een      /      tussen de stukjes te zetten.
Zet bij opdracht 2, bladzijde 20, de         /               op de goede plek 


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maken opdracht 1 en 2
Klaar? Dan ook blz 21, opdracht 4:

Kijk naar de zin. Zet de woorden in de goede volgorde.

Verdeel daarna de zin in zinsdelen door      /         tussen de stukjes te zetten.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Studiemeter
www.studiemeter.nl 
Log in met je naam en wachtwoord

1. klik op Nederlands 
2. klik op via start taal online
3. klik op via-vooraf op weg naar 1F
4. klik op thema 1 spelling en grammatica.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
We bespreken de zinnen die jullie hebben gemaakt.
We kijken ook naar de zinsdelen.

Vul je beoordelingskaart in.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Doel behaald?


Weet jij wat een zinsdeel is?

Kun je een zin in zinsdelen delen?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions