Hoofdstuk 4 - privacy

Privacy
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Privacy

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van dit hoofdstuk kan je:

  1. discreet omgaan met privacy van anderen.
  2. eerlijk omgaan met eigendommen van anderen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Privacy

Slide 3 - Mind map

Waaraan denk jij bij privacy? Vul het woordweb in.
Privacy
Privacy betekent dat je dingen kunt doen zonder dat anderen dat weten, daar iets mee proberen te doen of het proberen te veranderen.

Privacy gaat om de bescherming van je persoonsgegevens, de bescherming van je eigen lichaam, woning, familie/gezin.

Je moet rekening houden met de privacy van je klanten. Je toont respect voor de privacy van je klant. Je respecteert de wensen en gevoelens van de klant.

Slide 4 - Slide

Wat zijn persoonsegevens:
- inloggegevens
- naam
- inkomen
- geloof
- gezondheid
- adres 
- woonplaats
Waar staat AVG voor?
A
Algemene verdenking gegevensbescherming
B
Algemene verordening gegevensbewaking
C
Algemene verordening gegevensbescherming
D
Algemene verandering gegevensbescherming

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

AVG heeft te maken met?
A
Privacy
B
Hacken
C
Rekenen
D
Voedsel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

AVG
In de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat welke gegevens er mogen worden vastgelegd, wie die gegevens mag bekijken en aan wie je die gegevens mag geven.

Niet iedereen mag dus zomaar informatie bekijken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Persoonsgegevens

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Intieme zone (persoonlijke ruimte)


minder dan 45 cm afstand tussen jou en de zorgvrager.
Dit kan wel bij mensen die verliefd zijn, moeder kind of als je iets in vertrouwen tegen iemand vertelt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: 
Casus:
Nadine ( 18 jaar) is pas begonnen als stagiaire in een instelling voor mensen met een lichamelijke beperking. Ze moet voor het eerst Tobias ( 20 Jaar)  uit bed helpen. Als ze bij hem op de kamer komt, merkt ze dat Tobias schrikt. Hij kijkt haar niet aan en Nadine merkt dat hij zich ongemakkelijk voelt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

wat zou de reden zijn dat Tobias zich niet prettig voelt?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Poster privacy

Maak een poster over privacy.

laat op de poster zien wat je wel en niet moet doen als het om privacy gaat.

Vul de opdracht op papier in.

Bedenk een pakkende titel!
timer
20:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Discretie
Als je met en voor andere mensen werkt, moet je discreet zijn. 

Discreet betekent geheimen kunnen bewaren. Als dienstverlener houd je informatie over je klanten geheim.
 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent discreet?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Je hebt samen met je collega het dossier bekeken van een bewoner. Want je wilt zeker weten wat ze wel en niet mag drinken.

Je vergeet het dossier af te sluiten. Het staat nog geopend op het scherm.

Wat kan er nu misgaan?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Je collega is al een paar keer te laat gekomen. Ze vertelt aan jou dat dat komt omdat ze haar dochtertje naar school moet brengen. Dat deed haar man altijd, maar die is voor zijn werk een paar weken weg.

's Middags loopt je leidinggevende langs. Hij roept naar je: 'Was je collega weer te laat vanochtend?'

Wat doe je?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Eerlijk omgaan met eigendommen van een ander
Als je te maken krijgt met spullen van anderen, is het belangijk da je daar eerlijk mee omgaat.

Je hebt te maken met spullen van klanten, maar ook met spullen van je werk. Je moet met respect omgaan met die spullen.

Je mag niks meenemen. Het kan gebeuren dat je per ongeluk iets kapot maakt. Zeg dat dan eerlijk tegen de klant, je collega of leidinggevende. Vertel eerlijk wat er is gebeurd en bied aan om het op te lossen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bedenk 3 situaties waarin je in aanraking komt met eigendommen van anderen.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Je helpt Mascha bij de catering. Je beste vriend komt langs en vraagt om hem een broodje te geven want die zijn toch over.

Wat doe je?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wat is zelfregie
A
zelf bepalen over de hoeveelheid zorg die je wilt krijgen
B
regie over eigen leven laten behouden war mogelijk, zorgvrager is de vormgever aan zijn eigen leven
C
beide
D
geen van beide

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions