Thema 1.3 het ademhalingsstelsel

Het ademhalingsstelsel
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het ademhalingsstelsel

Slide 1 - Slide

Planning
Herhalen BS1.2: bespreken opdracht 8 
Lezen BS1.3 
Instructie BS1.3
(Tijd over? opdrachten BS1.3)
opdracht 1 & 2

Slide 2 - Slide

Wat is het doel van verbranding?

Slide 3 - Open question

Welke twee stoffen worden gebruikt bij de verbranding
A
koolstofdioxide en water
B
glucose en zuurstof
C
glucose en water
D
water en zuurstof

Slide 4 - Quiz

Opdracht 8 (BS1.2)

Slide 5 - Slide

Planning
Herhalen BS1.2: bespreken opdracht 8 
Lezen BS1.3 
Instructie BS1.3
(Tijd over? opdrachten BS1.3)

Slide 6 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kan je in een afbeelding van het ademhalingsstelsel de delen benoemen
- kan je de kenmerken en de functies van de delen van het ademhalingsstelsel noemen

Slide 7 - Slide

Leesvragen
Waarom is het gezonder om door je neus te ademen?
Wat gebeurt er als je je verslikt?
Wat gebeurt er in de longblaasjes?

Slide 8 - Slide

Je ademt in: Zet in de goede volgorde

- Keelholte 
- neusholte
- longblaasje
- luchtpijp 
- mondholte
- bronchiën

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

1.3 het ademhalingsstelsel
Boven in de neusholte zit het reukzintuig.
Daarmee kun je ruiken of de lucht stinkt.
Stinkende gassen in de lucht kunnen schadelijk zijn.
Het reukzintuig waarschuwt je hiervoor.

Slide 12 - Slide

1.3 Het ademhalingsstelsel
In je mond zitten geen trilharen en geen reukzintuig.
Bij inademen door je mond wordt de lucht minder schoon, minder vochtig en minder warm gemaakt.

Droge, koude lucht kan de longen beschadigen. Ook kunnen er meer stof en meer ziekteverwekkers de longen bereiken als je door je mond ademt.

Ademen door je neus is dus gezonder dan ademen door je mond!!!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

1. ademen
Als je ademhaalt, zijn de slokdarm en de luchtpijp allebei open.

De lucht kan dan door je luchtpijp naar je longen stromen en terug.

Slide 15 - Slide

2. slikken
Als je voedsel inslikt, sluit de huig de neusholte af. Tegelijkertijd sluit het strotklepje de luchtpijp af.

Hierdoor komt het voedsel niet in je neusholte of luchtpijp.

Slide 16 - Slide

3. verslikken
Soms sluit het strotklepje en de huig niet goed af.
Je kunt je dan verslikken.

Voedsel of drank komt dan in je luchtpijp en in je neusholte.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

longblaasjes
In de longblaasjes wordt zuurstof uit de lucht opgenomen in het bloed.

Koolstofdioxide uit het bloed wordt afgegeven aan de lucht in de longblaasjes.

Slide 19 - Slide

Planning 
Herhaling m.b.v. werkblad 

Basisstof 1.3 ademhalingsstelsel
Maken opdracht 1 t/m 3, 4b, 6 t/m 8 
tot 12:30u in stilte op de laptop 

Quiz 

Slide 20 - Slide

In de afbeelding zie je een tekening van het ademhalingsstelsel. Het ademhalingsstelsel bestaat uit organen.

Is deel 1 de mondholte?

A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Welke taak heeft het ademhalingsstelsel?
A
Aansturen van organen en spieren
B
Fijnmaken van voedsel tot voedingsstoffen
C
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
D
Vervoeren van bloed

Slide 22 - Quiz

Wat is deel 4?



A
Luchtpijp
B
Bronchie
C
Longblaasje
D
Strottenhoofd

Slide 23 - Quiz

Welk onderdeel van het ademhalingsstelsel bevat trilharen?
A
de bronchiën
B
de luchtpijptakjes
C
de luchtpijp
D
alle eerdere antwoorden zijn goed

Slide 24 - Quiz

Hoe wordt dit gedeelte van het ademhalingsstelsel genoemd?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Strottenhoofd

Slide 25 - Quiz

Welk deel van je ademhalingsstelsel sluit je luchtpijp af als je slikt, zodat er geen voedsel in je luchtpijp komt?
A
huig
B
strottenklepje
C
keelholte
D
middenrif

Slide 26 - Quiz