This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning
Maken test jezelf 14.1 en 14.2
Uitleg 14.3
Slide 1 - Slide
https:
Slide 2 - Link
De weg van lucht
Slide 3 - Slide
Waarom is neusademhaling gezonder?
Slide 4 - Slide
Test:
Probeer eens te slikken en adem te halen.
Lukt dit? NEE!
Waarom? Het voorkomen van verslikken.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Kijk goed naar de plaatjes. Zie je het verschil tussen ademhalen, slikken en verslikken??
Slide 7 - Slide
Keelholte en strottenhoofd
Strottenhoofd: Aan het begin van je luchtpijp Adamsappel bij de man Hierin liggen je stembanden
Slide 8 - Slide
Luchtpijp en bronchieën
Slide 9 - Slide
Noem 4 redenen waarom neusademhaling gezonder is dan mondademhaling?
Slide 10 - Open question
Sleep de nummers naar de juiste namen
keelholte
Long
luchtpijp
Neusholte
strotte
hoofd
2
1
4
3
5
Slide 11 - Drag question
In de longblaasjes vindt uitwisseling plaats van zuurstof en koolstofdioxide.
Tekening maken in aantekening!!
Het zuurstof wordt door het bloed (rode bloedcellen!!)
naar alle cellen vervoerd
Om de longblaasjes liggen hele dunne bloedvaatjes, de longhaarvaten.
Zuurstof wordt via de longen opgenomen. Als het in de longblaasjes aankomt, wordt het in de longhaarvaten opgenomen. Koolstofdioxide gaat vanuit de longhaarvaten terug naar de longblaasjes en adem je uit.
De uitwisseling van gassen noem je gaswisseling
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
In welke richting gaat de zuurstof?
A
Van longblaasje naar longhaarvat
B
Van longhaarvat naar longblaasje
Slide 14 - Quiz
In welke richting gaat de koolstofdioxide?
A
Van longblaasje naar longhaarvat
B
Van longhaarvat naar longblaasje
Slide 15 - Quiz
Leg in 2 zinnen uit. Wat is gaswisseling?
Slide 16 - Open question
0
Slide 17 - Video
Slide 18 - Slide
Ingeademde lucht bevat minder zuurstof dan uitgeademde lucht.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Ingeademde lucht bevat ….. stikstof dan uitgeademde lucht:
A
Meer
B
Evenveel
C
Minder
Slide 20 - Quiz
hiermee wordt tijdens het slikken de neusholte afgesloten
A
Huig
B
Strotklepje
C
Kringspier
D
Tong
Slide 21 - Quiz
In de neusholte wordt vocht aan de lucht toegevoegd. Is dit vocht afkomstig uit het slijmlaagje op het neusslijmvlies of uit de bloedvaten in het neusslijmvlies? Het vocht is afkomstig uit ....
A
het slijmlaagje op het neusslijmvlies
B
de bloedvaten in het neusslijmvlies
Slide 22 - Quiz
Waar of niet waar. De binnenkant van de luchtpijp, bronchieën en luchtpijptakjes zijn bedekt door slijmvlies met slijmproducerende cellen en trilhaarcellen.
A
Waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
In de neusholte wordt de temperatuur van de ingeademde lucht hoger. Is de warmte die daarvoor nodig is, afkomstig uit het slijmlaagje op het neusslijmvlies of uit de bloedvaten in het neusslijmvlies? De warmte is afkomstig uit ....
A
het slijmlaagje op het neusslijmvlies
B
de bloedvaten in het neusslijmvlies
Slide 24 - Quiz
Worden de grote stofdeeltjes tegengehouden door de neusharen of door het slijm op het neusslijmvlies?