neo classicisme: 1720 - 1760, grijpt terug naar oudheid (zuilen, etc.)
Slide 15 - Slide
Gotische bouwkunst
Late Middeleeuwen (1140-1500)
Slide 16 - Slide
noem 3 kenmerken van de gotische bouwkunst
Slide 17 - Open question
opbouw gotische kerk
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Noem één verschil tussen Romaanse en Gotische bouwkunst
Slide 20 - Open question
De Renaissance
De renaissance 1400-1530
Slide 21 - Slide
4 belangrijke kenmerken van de Renaissance
• Wedergeboorte • Idealiseren klassieke oudheid • Verheerlijking van het individu • Realisme in de kunst
Slide 22 - Slide
§ 5.1 De renaissance
De renaissance
Middeleeuwen
Manier van denken: verticaal
Collectief voorop
Memento mori
Renaissance
Manier van denken: horizontaal
Individu voorop
Carpe diem
Mentaliteit
Slide 23 - Slide
Wanneer is de periode van de Renaissance?
A
1500-1600
B
1400-1530
C
17e eeuw
D
1300-1450
Slide 24 - Quiz
Hoe veranderde de rol van de kunstenaar in de renaissance?
A
kunstenaars kregen meer opdrachten van burgers
B
kunstenaars kregen meer aanzien
C
kunstenaars waren niet langer anoniem
D
kunstenaars bleven werken voor de kerken
Slide 25 - Quiz
Welke woord is het meest van toepassing op dit beeld van Michelangelo?
A
dramatisch
B
zielig
C
meer dan levensgroot
D
levensecht
Slide 26 - Quiz
Kenmerken Renaissance bouwkunst
streven naar harmonie:
- horizontale bouw
- symmetrie
- toepassing van de gulden snede
- toepassing van geometrische figuren als kubus, cilinder, etc.
- centraalbouw,
- evenwichtige verhoudingen
Slide 27 - Slide
Kenmerken van de Renaissance-kunst
VOORSTELLING: elementen van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur worden weergegeven (zuilen, koepels)/ griekse fylosofie/ bredere onderwerpskeuze (niet alleen maar bijbels)
VORMGEVING:
levensecht door bestuderen anatomie (kennis menselijk lichaam)
perspectief (weergeven van diepte)
Slide 28 - Slide
In de bron zie je de Annunciatie van Leonardo da Vinci, geschilderd in 1472-75. Hierop is afgebeeld dat de engel Gabriël Maria vertelt dat zij de moeder van Jezus zal worden.
Bekijk het schilderij en geef aan welke kenmerken van kunst uit de renaissance je erop ziet.
A
Er wordt gebruik gemaakt van perspectief.
B
Het gaat over een verhaal uit de klassieke cultuur.
C
Het schilderij legt de nadruk op het heden en niet op het geloof.
D
Het is realistische geschilderd
Slide 29 - Quiz
Maniërisme
1530-1600
El Greco,
Annunciatie
overdrijving
onrealistische verhoudingen
felle kleurcontrasten
complexe houdingen
Slide 30 - Slide
De Barok 1600-1720
Slide 31 - Slide
Barok is verbonden aan de contrareformatie. Wat is de contrareformatie?
A
Revolutie in de kunst
B
Reactie van de kerk tegen hervormingen
C
Katholieke kerk tegenover protestante kerk
D
Protestantse kunst
Slide 32 - Quiz
Hoe noemen we het sterke licht donker effect uit de Barok?
A
Chiaroscuro
B
clair-obscur
C
camera obscura
D
antwoord staat er niet bij
Slide 33 - Quiz
Clair-obscur
Bij clair-obscur overdrijven schilders het contrast tussen licht en donker. Daarmee wordt een dramatisch effect bereikt. Caravaggio was de eerste schilder die het vaak toepaste. Clair-obscur ontstond in de 16e eeuw in Italië.