7.2 Eenheden van oppervlakte (theorie B)
1 / 31
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Bereken:
134 mm + 2,8 m + 5,76 dm = ... cm
134 mm + 2,8 m + 5,76 dm = ... cm
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Bereken de omtrek van de figuur
in meters.
(Schrijf de berekening in je schrift!)
in meters.
(Schrijf de berekening in je schrift!)
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Ik kan rekenen met de eenheden van lengte.
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Poll
Ik kan de omtrek berekenen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Poll
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Het oude schilderij heeft een nieuwe lijst nodig.
A
Dit heeft te maken met omtrek.
B
Dit heeft te maken met oppervlakte.
Slide 19 - Quiz
Nadine wil de deur van haar kamer een leuke kleur geven.
A
Dit heeft te maken met omtrek.
B
Dit heeft te maken met oppervlakte.
Slide 20 - Quiz
De tuinman maakt een hek om de vijver.
A
Dit heeft te maken met omtrek.
B
Dit heeft te maken met oppervlakte.
Slide 21 - Quiz
In de woonkamer van Robert komt een nieuwe vloer.
A
Dit heeft te maken met omtrek.
B
Dit heeft te maken met oppervlakte.
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Bereken:
160 dm² + 2,8 are + 74 ca = ... m²
Schrijf de berekening in je schrift!!
160 dm² + 2,8 are + 74 ca = ... m²
Schrijf de berekening in je schrift!!
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
Op Zonnepark Midden-Groningen staan
316216 zonnepanelen op 117 ha.
Bereken hoeveel vierkante meter je nodig hebt
voor 1 zonnepaneel. (Rond af op één decimaal)
316216 zonnepanelen op 117 ha.
Bereken hoeveel vierkante meter je nodig hebt
voor 1 zonnepaneel. (Rond af op één decimaal)
