Zwangerschap en bevalling

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2,3

Zwangerschap

 en bevalling

Anne Claessen-Vrancken

Aan het eind van de les kun je vertellen

• Wat er gebeurt tijdens de zwangerschap
• Wat de vier stadia van de bevalling zijn
• Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling
  
  
• Wat zijn je eigen leervragen over de bevalling?

Wat weet je al van de zwangerschap
en de bevalling?

Zwanger

• Bevruchting → klompje cellen
  
• Innesteling in het
  baarmoederslijmvlies
  
• Groeit uit tot een embryo
  
• Baarmoederslijmvlies zorgt de
  eerste weken voor voeding van het embryo.

Placenta en foetus

• Placenta, nageboorte of 'moederkoek'
  
• Ontstaat enige tijd na de innesteling
  
• Voedinggstoffen voor embryo via placenta.

Navelstreng

• Verbinding tussen placenta en
  foetus
• Toevoer van voedingsstoffen 
  en zuurstof
• Afvoer van afvalstoffen

Vruchtvliezen en vruchtwater

• Vruchtvliezen en vruchtwater:
• Groei, beweging, bescherming.

Hoeveel weken duurt een zwangerschap normaal? Gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.

1. 32-35 weken
2. 35-38 weken
3. 38-41 weken
4. 41-44 weken

Geboren na een normale zwangerschapsduur

Te vroeg geboren (meer dan twee weken voor de uitgerekende datum)

Te laat geboren (twee weken na uitgerekende datum)

Te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap

Serotien

Prematuur

Dysmatuur

A terme

Wat is het Latijnse/medische woord voor 'bevalling'?

1. malaise
2. morbus
3. palpatie
4. partus

malaise = onwel voelen

palpatie = betasten

morbus = ziekte

De bevalling, baring of partus

Vier baringstijdperken:

• Ontsluitingstijdperk
• Uitdrijvingstijdperk
• Nageboortetijdperk
• Postplacentaire tijdperk.

Ontsluitingstijdperk

Verschijnselen:

• Regelmatige contracties van de uterus, weeën
  (om de 3 - 5 min. gedurende 45 - 60 sec.)
• Tekenen: verlies taai bloederig slijm (slijmprop)
• Breken van de vliezen: vruchtwater loopt af (helder met vlokjes)

• Beoordelen ontsluiting: vaginaal toucher.

Ontsluiting

Wat is een normale waarde voor de foetale harttonen tijdens de ontsluitingsperiode?

1. 60 - 100 x/min.
2. 80 - 100 x/min.
3. 90 - 110 x/min.
4. 110 - 150 x/min.

Uitdrijvingstijdperk

• Persdrang, persen bij V.O. (volledige ontsluiting)
• Zo nodig vliezen kunstmatig breken
• Inwendige en uitwendige spildraai.

Bevallingshoudingen

• Zittend (baarkruk)
• Liggend met opgetrokken benen
• In bad
• ... 

Moet een baby huilen na de geboorte?

1. Ja, dan ontplooien de longen
2. Nee, dan heeft de baby pijn

Episiotomie of ruptuur

• Episiotomie = knip in perineum
  
  
• Ruptuur = inscheuring.

Nageboortetijdperk

• Baby op buik moeder → warm houden
• Slijm uit mondje baby  → huilen
• Navelstreng afklemmen en doorknippen
• Baby aan de borst: het gouden uur.

Kan de baby zelf de tepel vinden en gaan drinken aan de borst?

1. Ja
2. Nee

0

3:54

Hoe heet het witte huidsmeer dat je ziet op de baby?

1. Colostrum
2. Lanugo
3. Lochia
4. Vernix caseosa

Colostrum = eerste moedermelk

Lanugo = nesthaartjes

Lochia = bloedverlies na de bevalling

De nageboorte 

• Placenta (moederkoek), vliezen en navelstreng
• 5 - 60 min. na de geboorte van de baby.

Postplacentaire tijdperk - moeder

• Zo nodig hechten van de epi of ruptuur
• Controle vloeien  >1000 ml bloedverlies fluxus
• Urineren na de partus
• Baarmoederstand N+2 = 2 vingers boven de navel
• Borstvoeding → oxytocine (contractie uterus).

01:39

Hoe heet het draaien van de baby dat je hier ziet?

1. De inwendige spildraai
2. De uitwendige spildraai

01:13

Wat is de meest voorkomende ligging van de baby voor de geboorte?

1. Aangezichtsligging
2. Achterhoofdsligging
3. Kruinligging
4. Voorhoofdsligging

03:22

Wanneer heeft een barende 'volledige ontsluiting' en mag ze gaan meepersen?

1. 5 cm.
2. 10 cm.
3. 15 cm.
4. 20 cm.

Postplacentaire tijdperk - baby

• Apgar-score (verloskundige/arts)
• Warm houden 
• Borstvoeding 
• Urine en meconium.

Welk hormoon zorgt, als de moeder borstvoeding geeft, voor het samentrekken van de baarmoeder?

1. FSH
2. Oestrogeen
3. Oxytocine
4. Progesteron

Noem drie dingen die je hebt geleerd
over de zwangerschap en de bevalling

Vertel in eigen woorden

• Wat er gebeurt tijdens de zwangerschap
• Wat de vier stadia van de bevalling zijn
• Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling
  
  
• Wat zijn  nu je leervragen over de bevalling?