Hoofdstuk 5 ontdekkers en hervormers

Hoofdstuk 5 ontdekkers en hervormers
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5 ontdekkers en hervormers

Slide 1 - Slide

Ontdekkers en hervormers
5.1 Renaissance en humanisme
KA: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
KA: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid. 
5.2 Ontdekkers van nieuwe werelden
KA: Het begin van de Europese overzeese expansie.
5.3 De kerkhervorming
KA: De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke Kerk in de West-Europa tot gevolg had. 
5.4 De opstand
KA: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat. 

Slide 2 - Slide

Renaissance en humanisme
Wedergeboorte
Terugkijken naar de oudheid (kunst en geschriften)
Nieuw wereldbeeld
Memento mori        -          Carpe Diem

Slide 3 - Slide

Voor de Renaissance
Tijdens de Renaissance

Slide 4 - Slide

Homo universalis
Wie is de echte homo Universalis?

Slide 5 - Slide

Beantwoord hier de vraag wie de echte homo universalis is, Leonardo Da Vinci, William Shakespeare of Michalangelo? Gebruik de bronnen om je antwoord te beargumenteren.

Slide 6 - Open question

Oefenen
Maak de volgende vragen. 
5.1: Opdracht 2, 4, 5, 7

Slide 7 - Slide

Ontdekkingsreizen
Gebruik de kaart met de ontdekkingsreizen. 
Zet de juiste naam bij de juiste omschrijving. 
Welke motieven van de ontdekkingsreizen kan je vinden in de omschrijvingen?

Slide 8 - Slide

Oorzaken van de ontdekkingsreizen 
Gevolgen van de ontdekkingsreizen
Europa zelf naar Azië om producten te kopen.
Verbetering in de scheepvaart; kompas.
Europa zelf handelen in werelddelen; handelsposten
Gebieden veroverd; koloniën.
Verspreiding van Europese cultuur.
Verbetering in de scheepvaart; betere kaarten.

Slide 9 - Drag question

Oefenen
Maak de volgende vragen.
5.1: Opdracht 2, 4, 5, 7
5.2: Opdracht 1, 5, 8

Slide 10 - Slide

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 11 - Slide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 12 - Slide


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 13 - Slide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 14 - Slide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 15 - Slide

De Nederlandse opstand
Door onvrede over de behandeling van de protestanten en de centralisatiepolitiek van Fillips II komt er steeds meer verzet tegen de koning. Dit leidt tot de Nederlandse opstand en de 80-jarige oorlog. 
Maak de chronologieopdracht van de Nederlandse opstand. 

Slide 16 - Slide

Oefenen
Maak de volgende vragen.
5.1: Opdracht 2, 4, 5, 7
5.2: Opdracht 1, 5, 8
5.3: Opdracht 1, 3, 8
5.4: Opdracht 1, 2, 6

Slide 17 - Slide