4.3 Waar kun je werken?

Organigram
Een schema dat laat zien hoe een onderneming is georganiseerd.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Organigram
Een schema dat laat zien hoe een onderneming is georganiseerd.

Slide 1 - Slide

Er zijn 4 productiesectoren:
  1. Primaire sector: landbouw, mijnbouw en visserij.
  2. Secundaire sector: industrie & bouw.
  3. Tertiaire sector: commerciële dienstverlening (bijv. winkels,)
  4. Quartaire sector: niet-commerciële instellingen. (bijv. scholen, brandweer)

Slide 2 - Slide

Noem de vier productiesectoren. Geef ook een beroep aan per sector

Slide 3 - Open question

In welke sector werkt deze man? De primaire, secundaire, tertiaire of quartaire?

Slide 4 - Open question

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 5 - Quiz

Welke van de vier productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 6 - Quiz

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 7 - Quiz

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 8 - Quiz

ARBOWET
De werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden. 

ARBO: ARBeidsOmstandigheden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Arbeidstijdenwet
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden:
  • Hoeveel uur je mag werken per dag en hoeveel pauze je dan moet krijgen.
  • Hoeveel nachtdiensten of ploegendiensten je mag draaien.
  • Het verlof voor zorgtaken: zwangerschapsverlof of ouderschapsverlof.

Er is een speciale arbeidstijdenwet voor jongeren:
  • Schooltijd telt als werktijd.
  • Beperkt aantal uren in de avond en het weekend.
  • Regels veranderen per jaar dat je ouder wordt.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Waarom zijn de regels voor jongeren in de Arbeidstijdenwet zo streng?

Slide 13 - Open question

Mireille is verkoopster in een juwelierszaak.
Waar moet de werkgever van Mireille volgens de Arbowet op letten?
(blz. 111)
A
Dat ze voldoende pauze heeft.
B
Dat ze er goed verzorgd uitziet.
C
Dat de etalage goed beveiligd is.

Slide 14 - Quiz

Wie controleert de Arbowet en Arbeidstijdenwet?

Slide 15 - Open question

Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
A
Wet waarin de regels staan over werktijden
B
Wet waarin de regels staan over rusttijden
C
Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
D
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

Slide 16 - Quiz

Wat is de Arbowet?
De werkgever moet ervoor zorgen dat....
A
werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.
B
werkgevers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.

Slide 17 - Quiz

In welke wet staan regels over werktijden?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsomstandighedenwet
D
Wet Minimumjeugdloon

Slide 18 - Quiz

Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
A
AOW
B
ABW
C
Arbowet
D
AWBZ

Slide 19 - Quiz

extra uitleg

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video