This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
K6 Warmtetransport & isolatie
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je oefent met deze lessonup:
- 3 manieren van warmtetransport
- tegengaan van warmtetransport
- Isolatoren & geleiders
Slide 2 - Slide
Warmtetransport
Warmte gaat van een plaats met de hoogste temperatuur naar de laagste temperatuur
Slide 3 - Slide
3 manieren van warmtetransport
Geleiding
stroming
straling
Slide 4 - Slide
Geleiding
Bij geleiding verplaatst de warmte zich door de stof.
Slide 5 - Slide
Geleiding in kachels
Warm water komt in de kachel. Het geeft zijn warmte af aan de metalen buitenkant van de kachel. Via het metalen frame verplaatst het zich en geeft het metaal weer zijn warmte af aan de lucht; de kamer wordt warmer.
Slide 6 - Slide
Geleider of geen geleider? Sleep de voorwerpen naar het goede vak
Geleider
Isolator
koperdraad
een munt
zilveren theelepel
plastic flesje
papieren vliegtuigje
fietsband
gouden ring
Slide 7 - Drag question
Geleiders
Isolatoren
Slide 8 - Drag question
Geleider of geen geleider? Sleep de voorwerpen naar het goede vak
Geleider
Geen geleider (isolator)
koolstof
staal
koper
pvc
rubber
glas
aluminium
Slide 9 - Drag question
Isolator
Geleider
Slide 10 - Drag question
Stroming
Slide 11 - Slide
Stroming
Bij stroming wordt de warmte meegevoerd door een gas of een vloeistof.
Slide 12 - Slide
Warmte stroomt met een vloeistof of gas mee. (vaste stoffen stromen niet!)
Warme lucht, verwarmd door de kachel, stijgt omhoog en geeft zijn warmte af aan de koudere omgeving. Zo wordt de ruimte verwarmd.
Koude lucht daalt en komt weer bij de kachel terecht; deze wordt weer warm gemaakt.
Tussenstof: lucht!
STROMING
Slide 13 - Slide
Dichtheid
Warme lucht heeft een kleinere dichtheid;
Deeltjesmodel: doordat de deeltjes verwarmd zijn, bewegen de moleculen sneller. Ze staan ook verder van elkaar af; de dichtheid is dus groter. De kinetische energie is ook toegenomen
Slide 14 - Slide
Straling
Warmte kan verplaatst worden zonder tussenstof!
Straling kan worden geabsorbeerd = opnemen
Straling kan worden weerkaatst = spiegelen
Slide 15 - Slide
Zonnestraling
Straling van de zon gaat, voordat het de Aarde bereikt, eerst door de ruimte (vacuüm). Er is hier dus geen tussenstof.
Slide 16 - Slide
Vaak zie je meerdere vormen van warmtetransport tegelijkertijd
Slide 17 - Slide
Isolatie
Isolatie is het het tegenhouden van warmtetransport
De rode plekken zijn warm en daar gaat dus veel warmte verloren
Dit heet WARMTEVERLIES
Slide 18 - Slide
Warmteverlies door geleiding
Geleiders zoals metalen geven warmte snel door. Dat betekent dat ze veel warmte verliezen.
Isolatoren zoals glas/kunststof/papier geleiden warmte slecht. Hierdoor heb je weinig warmteverlies.
Slide 19 - Slide
Warmteverlies door stroming
Warmteverlies door stroming ga je tegen door te zorgen dat warmte lucht niet weg kan.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Warmteverlies door straling
Warmteverlies door straling voorkom je door de straling terug te kaatsen. Dit kun je doen door spiegelend materiaal te gebruiken.
houdt warmtestraling tegen door het terug te kaatsten
door de stilstaande lucht kan de warmte minder makkelijk weg.
Zorgt dat er geen kieren zijn zodat de warmte niet kan ontsnappen.
Slide 27 - Drag question
Hoe kun je goed warmte isoleren?
A
Dubbele glazen in het raam
B
Metalen muren in je huis hebben
C
Buiten koken
D
Lucht tussen de muur
Slide 28 - Quiz
Op welke manier kun je een huis isoleren tegen geleiding
A
Kozijnen van kunststof of hout gebruiken
B
Dubbel glas gebruiken
C
De muur beplakken met glimmend materiaal
D
Veel ramen op de zuidkant plaatsen
Slide 29 - Quiz
Een thermofles kan warmte goed isoleren, maar kou niet.
A
Waar
B
niet waar
Slide 30 - Quiz
Sleep de woord(en) die isoleren naar het goedvlak.
Goed
dubbel glas
houten muur
glaswol
surfpak
koekenpan
wollen handschoenen
Slide 31 - Drag question
Door je huis te isoleren, bespaar je energie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
Welke stoffen geleiden warmte en welke stoffen isoleren?
Geleiden warmte
Isoleren
Dubbel glas
Radiator
Glaswol
Pollepel
Koekenpan
Wollen handschoen
Slide 33 - Drag question
Waartegen isoleren de aangegeven onderdelen van de kan?
Geleiding
Stroming
Straling
Slide 34 - Drag question
Wat is isoleren?
A
Zorgen dat geleding, stroming en straling beter gaat.
B
Zorgen dat geleiding en stroming beter gaat.
C
Zorgen dat stroming en straling wordt tegengegaan.
D
Zorgen dat stroming, gelding bestraling wordt tegengegaan.
Slide 35 - Quiz
Hoe heet de stroming in de lucht als de warmte van je radiator zich in de kamer verspreid?
Slide 36 - Open question
Geef een voorbeeld hoe je je hete koffie kan afkoelen, door middel van warmteverlies door stroming.
Slide 37 - Open question
Wat is een voorbeeld van stroming?
A
Cv-ketel verwarmt water, dit komt via een leiding in de badkamer.
B
In een koelkast hangt het koelelement bovenin de koelkast.
C
Ik voel warmte als mijn hand in de buurt van een gloeilamp komt.
Slide 38 - Quiz
Het brandende kaarsje verwarmt de olie in de olieverdamper. Noteer de letter bij de juiste combinatie van de belangrijkste vormen van warmtetransport. (2021)
A
Straling, stroming
B
Stroming, geleiding
C
Geleiding, straling
Slide 39 - Quiz
Het aluminium bakje is in een bepaalde vorm geperst waardoor de onderkant niet vlak is. Door deze vorm zit er een laag stilstaande lucht onder het bakje als dit op de tafel staat. Noteer de functie van deze laag lucht. (2021)