Middeleeuwen

Middeleeuwen
500-1500
1 / 47
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Middeleeuwen
500-1500

Slide 1 - Slide

Wat weet je al van de middeleeuwen?

Slide 2 - Mind map

Het leven in de middeleeuwen
Veldslagen
muntgeld -> ruilhandel 
mens ondergeschikt aan het geloof
dichtbevolkt 
stadsmuren 
kunst gemaakt in dienst van het geloof 
afhankelijkheid geloof
geen kunst maar ambacht
Kerk centraal  

Slide 3 - Slide

Middeleeuwen 
Vroeg christelijk 50 - 500
Byzantijnse kunst 500 - 1453
Romaanse kunst 1000 - 1200
Gotiek 1140 - 1500

Slide 4 - Slide

Romeins ------

fysioplastisch 
- nadruk op de zichtbare werkelijkheid.
- observeren, vormgeven van de wereld  om je heen; werken naar de aanschouwing.     
-  natuurgetrouw: aandacht voor detaillering, ruimte-uitbeelding, plasticiteit, anatomie.            


------Christelijk

ideoplastisch
- nadruk op de geestelijke wereld.
- vormgeven van de wereld van de geest; werken naar de idee.
- geabstraheerd: dat wat de wat de boodschap/idee verduidelijkt wordt zichtbaar gemaakt en benadrukt, dat wat onbelangrijk voor de idee is wordt weggelaten.



                                                                                            


Slide 5 - Slide

fysioplastisch 
ideoplastisch

Slide 6 - Drag question


A
ideoplastisch
B
fysioplastisch

Slide 7 - Quiz

Vroeg christelijk 50-500
het geloof werd niet geaccepteerd
geloof in het geheim 
geheime symbolen 

Slide 8 - Slide

catacomben
Cremeren --> begraven 

  

Slide 9 - Slide

Geheime symbolen 
- in het Jodendom is het afbeelden van levende wezens verboden.
- gemakkelijker te begrijpen voor ongeletterden.
- geheimschrift, omdat Palestina onder Romeinse heerschappij
   die het Christendom verboden had.
Letter Grieks Omgezet Grieks Nederlands
I (I) Ιησους Ièsous Jezus
Χ (CH) Χριστός Christos Christus
Θ (TH) Θεου Theou Gods
Υ (U) Υιός Huios zoon
Σ (S) Σωτήρ Sootèr redder

Slide 10 - Slide

Symboliek

''ik ben de goede herder'' 
schapen staan voor de apostelen 
Jezus zet zijn leven in voor de 'schapen'


Slide 11 - Slide

Noem twee kenmerken van de klassieke (Grieks/Romeins) kunst die je in het beeld herkent.

Slide 12 - Open question

Na de acceptatie 
Keizer Constantijn laat zich bekeren.
Christendom meer zichtbaar boven de grond door algemene acceptatie.
Romeinse bassilica als voorloper van de kerk.

Slide 13 - Slide

Basilica
-Markthall/rechtsgebouw --> 'huis' van God 
-grote ruimte om veel mensen te kunnen ontvangen 


Slide 14 - Slide

A: middenbeuk 
B: dwarsschip 
C: apsis met altaar 
D: binnenste zijbeuk 
E: buitenste zijbeuk 
F: zuilengalerij voor de kerkdeuren 
H: atrium
L: platform boven aan de kerk

Slide 15 - Slide

Je ziet hier het interieur van een basilica. Benoem 2 architectonische kenmerken waaraan je kan zien dat het gaat om een Romeins gebouw.

Slide 16 - Open question

Wat is de reden dat christenen de Romeinse tempels afwijzen als geschikte plaats voor hun religieuze bijeenkomsten?

Slide 17 - Open question

Byzantijnse kunst
500 - 1453

Slide 18 - Slide

Byzantium - Constantinopel - Istanboel (Turkije)
kruispunt van culturen 
Van Rome als middelpunt naar Byzantium als middelpunt


Slide 19 - Slide

Byzantijnse architectuur
Centraalbouw

Slide 20 - Slide

Koepelbasilica
grote open ruimte 
verhoogde koepel 
vierkante vorm 
veel natuurlijk lichtinval 
mozaïek 
symmetrie 

Slide 21 - Slide

Hagia Sophia

Slide 22 - Slide

Noem twee kenmerken waaraan je kan zien dat de Hagia Sophia een goed voorbeeld van centraalbouw is

Slide 23 - Open question

Hagia Sophia
Interieur 

Slide 24 - Slide

Leg uit waarom jij denk dat natuurlijk lichtinval zo belangrijk werd gevonden.

Slide 25 - Open question

Pendentieven

- Vangen de druk op van de koepel 
- zorgen dat het gewicht van de 
koepel gedragen kan worden 
- hierdoor creëer je een grote ruimte

Slide 26 - Slide

Welke Romeinse manier van bouwen bereikt hetzelfde doel als het gebruik van pendentieven?

Slide 27 - Open question

Schilder/mozaïek kunst
een met de architectuur
Contouren
Plasticiteit minimaal   

Slide 28 - Slide

Iconen
- Vaste regels
- Beeldtaal 
- Aureool (bovenaards)
- Goud (goddelijk)

Slide 29 - Slide

zwart: dwaling, zonde, diepe rouw
wit: reinheid, vreugde
zilver: reinheid
goud: rijkdom, macht, goddelijkheid
rood: liefde, offer, uitdrukking van lijden
purper: gezag
paars: ingetogenheid, rouw, boetedoening, vasten
grijs: wereldmijding, ouderdom, wijsheid
groen: hoop, leven, toekomst
geel: verraad, glorie, licht
bruin: aarde, armoede
blauw: de kleur van Maria, goddelijkheid, onschuld, trouw

Slide 30 - Slide

Dit is een mozaïek van Keizerin Theodora. De keizerin staat in het midden en trekt de meeste aandacht. Noem vier redenen waarom zij de meeste aandacht trekt.

Slide 31 - Open question

Romaans
1000-1200

Slide 32 - Slide

- Kloosters en abdijen de basis voor kennis
- bidden en werken (ora et labora)
- dorpen werden steden door handel en pelgrimstochten

Slide 33 - Slide

Romaanse architectuur

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

De naam Romaans is afgeleid van 'Romeins' verklaar deze benaming aan de hand van de stijlkenmerken.

Slide 37 - Open question

Gelede bouw
''Blokkendoosbouw''
''losse'' bouwvolumes  

Slide 38 - Slide

Massiefbouw
dikke muren
Steunberen

Slide 39 - Slide

- Latijns kruis 
- Meer ruimte 
- absis altijd naar het oosten 
gericht, symbool van de wederopstanding 
(daar komt de zon ook op) en de richting van Jeruzalem

Slide 40 - Slide


1
2

Slide 41 - Open question

Gewelven/plafonds
plat, houten balken plafond met houten bogen 
Tongewelf met grodelbogen
Kruisgewelf met gordelbogen

Slide 42 - Slide

arcadeboog 
galerij 


Steunpilaren/pijlers

Slide 43 - Slide


A
gordelboog
B
tongewelf
C
Kruisgewelf
D
arcadeboog

Slide 44 - Quiz


A
koepelgewelf
B
pijlers
C
Kruisgewelf
D
gordelboog

Slide 45 - Quiz

Alle behandelde tijdsperiodes hebben hun eigen manier om meer ruimte te creëren in hun gebouwen. Benoem per tijdsperiode de manier waarop ze dit realiseerde.
(Grieken, Romeinen, Byzantijns, Romaans)

Slide 46 - Open question

Bouwkenmerken Romaans
tongewelven of koepelgewelven
dikke, zware muren, aan de buitenzijde verstevigd met steunberen
rondbogen
kleine raampjes
vlakke plafonds, tongewelven of kruisgewelven
een zware vieringtoren
dragende muren
arcadebogen
basis grondvorm Latijns kruis
gelede bouw
weinig versiering
ritmische verdeling

Slide 47 - Slide