Voor volk en vaderland

Voor volk en vaderland
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voor volk en vaderland

Slide 1 - Slide

1930
Hoe zat het met de Duitse economie?

Hoe zat het met de wereldeconomie?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Leren hoe Hitler aan de macht kon komen

Leren wat fascisme en nationaalsocialisme waren

kenmerken van fascisme en nationaalsocialisme herkennen 

Slide 3 - Slide

Duitsland en de crisis
  • Het herstel van de Duitse economie was afhankelijk van het Dawesplan
  • De leningen konden door de crisis niet meer doorgaan
  • Werkeloosheid steeg enorm en de haat voor het dictaat van Versailles en de overheid nam toe
  • Men keek wanhopig uit naar een nieuwe leider die deze problemen kon oplossen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Een nieuwe profeet
  • Rond 1923 probeert Hitler een staatsgreep te plegen
  • Hij was leider geworden van de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP)
  • Hitler beloofde orde en rust te herstellen, werkeloosheid op te lossen, de landbouw te steunen en wou zich tegen het verdrag van Versailles keren
  • Machtigingswet: gaf Hitler onbeperkt macht in 1933

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De dolkstootlegende
De oorlog was niet verloren op het slagveld, maar door het verraad van linkse revolutionairen ( De Weimar republiek)

Slide 9 - Slide

Hitler aan de macht

  • In 1932 won de NSDAP de verkiezingen
  • In 1933 werd Hitler rijkskanselier en trok hij snel alle macht naar zich toe

Slide 10 - Slide

Hitler aan de macht
  • Alle partijen behalve de NSDAP werden verboden
  • Media kwam onder strenge censuur
  • Propaganda en indoctrinatie zorgde voor blinde toewijding van een groot deel van de bevolking
  • Joden, andere minderheden en politieke tegenstanders werden opgepakt
  • Hitler liet Duitsland economisch en militair heropleven

Slide 11 - Slide

Fascisme en nationaalsocialisme
  • Mensen verloren vertrouwen in de democratie in de periode na de eerste wereldoorlog
  • Fascisme en nationaalsocialisme profiteerden hiervan
  • In Italië kwam het Fascisme op onder leiding van Benito Mussolini

Slide 12 - Slide

Fascisme en nationaalsocialisme
  • Fascisme en nationaalsocialisme zijn beide totalitaire ideologieën
  • kenmerken: leidersbeginsel, recht van de sterkste, (extreem) nationalistisch, antidemocratisch, verheerlijken van geweld
  • nationaalsocialisten hielden ook de rassenleer aan en waren erg antisemitisch (Jodenhaat)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Alternatief
  • Fascisme en nationaal socialisme was voor velen een aantrekkelijk alternatief voor democratie
  • men hoopte op meer werkgelegenheid
  • Boeren vonden de belofte om grootgrondbezit tegen te gaan aantrekkelijk
  • de midden en bovenklasse wouden het communisme buiten de deur houden

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
  • Hoe kon Hitler en de NSDAP aan de macht komen?
  • Wat zijn kenmerken van fascisme en nationaalsocialisme?
  • Waarin verschilt nationaalsocialisme van fascisme?

Slide 16 - Slide