2H_woordenschat_17_18_19



Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson



Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 1 - Quiz

Welk tekstdoel hoort bij een opiniërende tekst, bijvoorbeeld een achtergronartikel over het WK in Quatar.
A
Activeren
B
Beschouwen
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 2 - Quiz

Functiewoorden
Functiewoorden

Een alinea heeft een bepaalde 'taak', oftewel functie.

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden
Signaalwoorden in een tekst zorgen voor structuur, samenhang en verbinding

Deze woorden geven je een signaal over de functie van de tekst of het tekstdeel.

Slide 4 - Slide

Functiewoorden
Een tekst heeft een bepaalde structuur. Binnen die structuur is een tekst opgebouwd uit met elkaar samenhangende tekstdelen. Die tekstdelen hebben een bepaalde functie.

Slide 5 - Slide


Welk functiewoord past bij deze omschrijving?
De schrijver geeft goede raad in een tekstdeel en doet bijvoorbeeld een suggestie voor de oplossing van een probleem.
A
Constatering
B
Uitwerking
C
Aanbeveling
D
Aanleiding

Slide 6 - Quiz


Welk functiewoord past bij deze omschrijving?
De schrijver geeft extra, vaak meer gedetailleerde informatie over iets wat hij eerder heeft genoemd, over een stelling of over een verschijnsel.
A
Constatering
B
Uitwerking
C
Aanbeveling
D
Aanleiding

Slide 7 - Quiz


Welk functiewoord past bij deze omschrijving?
De schrijver geeft aan over welk probleem (een deel van) zijn tekst gaat. Hij benoemt en omschrijft dat probleem.
A
Uitwerking
B
Aanleiding
C
Constatering
D
Probleemstelling

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat is het bijbehorende functiewoord?
A
Aanbeveling
B
Aanleiding
C
Constatering
D
Verklaring

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is het bijbehorende functiewoord?
A
Anekdote
B
Aanleiding
C
Constatering
D
Verklaring

Slide 12 - Quiz

Signaalwoorden en Functiewoorden
Signaalwoorden in een tekst zorgen voor structuur, samenhang en verbinding tussen alinea's.

Een functiewoord geeft de functie van een tekstdeel aan.

Slide 13 - Slide

nauwkeurig onderscheid
A
nuancering
B
perceptie
C
bij uitstek
D
neerkomen op

Slide 14 - Quiz

Zin om iets te gaan doen

Slide 15 - Open question

doorboren

Slide 16 - Open question

Sleep de juiste definitie naar het juiste begrip.
bij uitstek
lingua franca
potentieel
als mogelijkheid aanwezig, maar nog niet bestaand
taal die als internationale omgangstaal wordt gebruikt
in het bijzonder

Slide 17 - Drag question

Wat is het tekstdoel van een betoog?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 18 - Quiz

verduidelijking
Opsomming
tijd
voorwaarde
conclusie
vergelijking
alsof
intussen
onder meer
mits
dan ook
bovendien

Slide 19 - Drag question

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
beschouwen

Slide 20 - Quiz