Praktische Prüfung FD3 Monica Senden

Guten Morgen H23 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Guten Morgen H23 

Slide 1 - Slide

Herzlich willkommen!
Heute im Unterricht
- Haben wir unsere Sachen dabei?
           Cas und Bibi?
- Jemand abwesend?
- Hausaufgaben dabei?
- Inloggen LessonUp
- Thema dieser Stunde: einkaufen bei dm-Drogerie

Slide 2 - Slide

Herzlich willkommen!
Planung
  • Sprachfertigkeit Lesen, Aufgabe 1, in tweetallen
  • - Wiederholung "vervoegen van het zwakke werkwoord" met een quiz
  •  Vervolgens gaan we aan de slag met een nieuwe                      grammaticale regel middels Aufgabe 2
  •  Met deze nieuwe regel gaan we oefenen met Aufgabe 3 und 4
  • Huiswerk (Sprachfertigkeit schreiben) en eventueel hieraan beginnen en een Exit Ticket invullen

Slide 3 - Slide

Herzlich willkommen!
Lernziele
  • Lesen en beantwoorden vragen
  • Extra -e bij de vervoeging van ww (herkennen en reproduceren)
  • Het toepassen van deze regel
  • Schreiben van een tekst van maximaal 100 woorden 

Slide 4 - Slide

Lesen
Übung 1, 
6 Minuten, zu Zweit
Geef antwoord in het Duits

Slide 5 - Slide

Het zwakke werkwoord

Slide 6 - Slide

Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig 
... hebben een vaste stam
...hebben vaste uitgangen

Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor. 

Slide 7 - Slide

Zwakke werkwoorden
  • Wanneer je het werkwoord in de verleden tijd zet, is er geen klinkerverandering
  • Nederlandse zwakke ww zijn bijna altijd ook in het Duits zwak
 

Slide 8 - Slide

Hoe krijg je de stam?
In het Duits krijg je de stam door
van het hele werkwoord

de -en of -n (als er geen 'e' voor staat)
weg te laten

Voorbeelden:
machen > mach;  spielen > spiel;  radeln > radel

Slide 9 - Slide

Ezelsbruggetje

                    Feesttenten  ... was war das nochmal??

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Voorbeeld: machen (doen, maken)
(ik)
(jij)
(hij/zij/het)      (wij)
(jullie) 
(zij/u)   
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
mach e              
mach st 
mach
mach en
mach t
mach en

Slide 12 - Slide

Kleiner Quiz...

Slide 13 - Slide

Vervoeg het Duitse zwakke werkwoord spielen (= spelen).                                  
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
Denk aan de stam!
spielen
spielen
spielst
spiele
spielt
spielt

Slide 14 - Drag question

Vertaal 'jullie kopen'

kaufen (= kopen)
A
ihr kauft
B
sie kauft
C
er kauft
D
du kauft

Slide 15 - Quiz

Vertaal 'hij speelt'

spielen (= spelen)
A
er spielt
B
er spielst
C
du spielst
D
du spielt

Slide 16 - Quiz

Aber....



...es gibt natürlich wieder Ausnahmen...

Slide 17 - Slide

Extra -e 

Slide 18 - Slide

Übung 2, 
10 Minuten, zu Zweit

Slide 19 - Slide

Reden      stam = reden

ich                 rede
du                  redest   (redst)
er, sie, es    redet       (redt)
wir                 reden
ihr                  redet    (redt)
sie, Sie         reden
                     +   geredet
Starten             stam = starten

ich                 starte
du                  startest       (startst)
er, sie, es    startet       (startt)
wir                 starten
ihr                  startet     (startt)
sie, Sie         starten
                     + gestartet

Slide 20 - Slide

Extra -e
Je ziet hier dus een extra   -e    bij:

Enkelvoud:   du            
                        er, sie, es     
Meervoud:    ihr

en het voltooid deelwoord

Slide 21 - Slide

Extra -e
Dit zijn een aantal werkwoorden die een 
extra -e krijgen:

landen        binden       reden 
arbeiten      retten        heiraten  


Slide 22 - Slide

Extra -e
landen  binden  reden 
arbeiten  retten  heiraten  

Wat valt je op?? Let op de stam!

Slide 23 - Slide

Extra -e
STAM eindigt op -d    of  -t

Slide 24 - Slide

Extra -e
Aber warum????



Zonder deze extra -e kun je het werkwoord 
niet goed uitspreken!

Slide 25 - Slide

Extra -e
Was het dat??   Bijna...ook bij deze werkwoorden:  extra -e    
bij    du,      
         er-sie-es     
en    ihr
atmen                    regnen 
öffnen                    rechnen 
zeichnen               begegnen

Slide 26 - Slide

Kleiner Quiz...

Slide 27 - Slide

Uitgang 
(fe)e-st-t-en-t-en
Extra -e bij
du, er-sie-es, 
ihr
reden
wohnen
Atmen
baden
kaufen
fahren
antworten
reiten
kochen
trinken
rechnen
chatten
spielen

Slide 28 - Drag question

Richtig
Falsch
Warum hat diese Frau so laut geredet?
Ihr findet alles immer blöd.
Du chattst immer nur mit Gabriella. 
Es regent seit Wochen
Jonas verschwindest immer wenn Yente singt.

Slide 29 - Drag question

Ihr ..... viel zu viel, sei mal bitte leise!
(reden)

Slide 30 - Open question

Er fliegt morgen nach Paris.
Wann .... er? (landen)

Slide 31 - Open question

Das Mädchen ... Coca-Cola lecker.
(finden)

Slide 32 - Open question

Der König ..... eine Prinzessin.
(heiraten)

Slide 33 - Open question

Übung 3, 
5 Minuten,
klassikaal

Slide 34 - Slide

Übung 4, 
10 Minuten

Slide 35 - Slide

HAUSAUFGABEN
*Hausaufgaben:

Schrijf tekst (maximaal 100 woorden) bezoek dm
Maar eerst:
www.exitticket.nl/ticket/gzjgdm23


 

Slide 36 - Slide