Hoofdstuk 2: De 'zin' van het leven

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2

Levensbeschouwing:
de 'zin' van het leven

SPOEDCURSUS CHRISTENDOM

6000 jaar geleden (god en het scheppingsverhaal)

4000 jaar geleden (jodendom)

2000 jaar geleden (Jezus, zijn leerlingen en de Romeinen)

Pasen, Hemelvaart, Pinksteren

Katholieken & Protestanten

Christendom nu

Paragraaf 1: De 'Gordel van God'

Lees blz. 28 en 29

Maak opdracht 1 (blz, 23)

Leerdoel

Par. 1

De leerling kan:

7. Aan de hand van voorbeelden uitleggen wat de ‘Gordel van God’/Biblebelt is.

SPOEDCURSUS 'GOD'

Wat doen goden?

Wat zijn namen van/voor goden?

SPOEDCURSUS 'GOD'

Meerdere goden

Offers/Bidden/God dienen

Godinnen

De keizer

Eén god

De zoon van god

De Schepper/ De Almachtige / De Genadevolle

Liefde/Universele levenskracht

'God is dood', en nu?

 

Paragraaf 2: Van god los

Het gaat niet om god, het gaat om de mens.

Een mens moet zelf zin vinden in zijn eigen menselijke bestaan.

Je moet een goede daad doen omdat je dit zelf wil, niet omdat je dat moet van god.

Lezen: blz. 30 en 31 / Maken: opdracht 2

Leerdoel

Par. 2

De leerling kan:

8. Uitleggen wat het humanisme inhoudt.

Noem iets dat je weet over de islam

Spoedcursus islam

Mohammed (570-632), Mekka

Joden en Christenen

Engel Djibriel

Verspreiding Islam

Soennieten en Sjiieten

5 zuilen

De islam nu & Islam in Nederland

Ramadan, Suikerfeest en Offerfeest 

Halal & Haram

Paragraaf 3: In de richting van Allah

Lezen blz. 32 en 33

Maken opdracht 4 (blz. 27)

Leerdoel

Par. 3

De leerling kan:

9. Een moskee en haar verschillende onderdelen herkennen (minaret, wasplaats, gebedsruimte).

10. Uitleggen wat voor een functie de moskee heeft voor de islamitische levensbeschouwing.

Paragraaf 4 & 5

Lezen blz. 34 t/m 36

Maken opdracht 7 (vanaf blz. 29)

Lezen blz. 37 t/m 39

Maken opdracht 9 en 11 (vanaf blz. 33)

De vijf wereldreligies (superlevensbeschouwingen)

Jodendom

Christendom

Islam

Hindoeïsme 

Boeddhisme

Leerdoelen

Par. 4

De leerling kan:

11. Uitleggen wat het woord levensbeschouwing precies betekent (zie ook inleiding H2, blz. 27).

12. Het verschil tussen een cultuur en een levensbeschouwing herkennen.

13. De ‘Gordel van God’/Biblebelt, het humanisme en de islam (par. 1 t/m 3) koppelen aan het woord levensbeschouwing.

14. Uitleggen wat levensvragen zijn.

15. Het verschil tussen een gedeelde en een persoonlijke levensbeschouwing uitleggen.

16. Het verschil tussen een zinzoeker van buitenaf en een zinzoeker van binnenuit uitleggen.

17. Aangeven welke gedeelde levensbeschouwingen grotendeels aanwezig zijn binnen de Europees-Amerikaanse cultuur, de Aziatische cultuur en de Arabische cultuur.

Leerdoelen

Par. 5

De leerling kan:

18. Aangeven wat de twee meest gedeelde levensbeschouwingen in Nederland zijn.