This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Breuken op niveau 2f: Rekenen met Breuken
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Op het einde van de les kun je rekenen met breuken op niveau 2f.
Slide 2 - Slide
Wat weet je al over rekenen met breuken op niveau 2f?
Slide 3 - Mind map
Wat zijn breuken?
Een breuk bestaat uit een teller en een noemer, bijvoorbeeld 3/4.
Slide 4 - Slide
Breuken optellen en aftrekken
Bij het optellen en aftrekken van breuken moeten de noemers gelijk zijn.
Slide 5 - Slide
Breuken vermenigvuldigen en delen
Bij het vermenigvuldigen van breuken vermenigvuldig je de tellers en de noemers. Bij delen keer je de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk.
Slide 6 - Slide
Breuken vereenvoudigen
Je kunt een breuk vereenvoudigen door de teller en de noemer door dezelfde factor te delen.
Slide 7 - Slide
Toepassing: Breuken in het dagelijks leven
Breuken komen vaak voor in recepten, metingen en financiële berekeningen.
Slide 8 - Slide
Oefening: Breuken toepassen
Los de gegeven rekenopgaven met breuken op.
Slide 9 - Slide
Reflectie en Evaluatie
Bespreken van de gemaakte oefeningen en beoordelen van de begrip van breuken op niveau 2f.
Slide 10 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.