Herhaling Ametropieen (Module 1) OBWOC
1 / 16
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is Foog bij een Emmetroop oog volgens Gullstrand?
A
22.50mm
B
24.00mm
C
+60.00dpt
D
-60.00dpt
Slide 2 - Quiz
Welke afstand heb ik nodig om Foog te berekenen?
A
0.o.l. (optische ooglengte)
B
f'oog
C
f'corr
D
w.o.l. (werkelijke ooglengte)
Slide 3 - Quiz
Wat bereken ik wanneer ik 1350/o.o.l. doe?
A
f'oog
B
Fideaal
C
GVA
D
Foog
Slide 4 - Quiz
Wanneer is iemand hypermetroop?
A
f'oog is gelijk aan o.o.l.
B
f'oog is kleiner dan o.o.l
C
f'oog is langer dan o.o.l.
D
Foog is sterker dan +60.00dpt
Slide 5 - Quiz
Hoe bereken ik de GVA?
A
Foog- Fideaal
B
Fideaal -Foog
C
r+h
D
1350/o.o.l.
Slide 6 - Quiz
Welke correctie geeft men een myoop?
A
Positieve
B
Negatieve
C
Geen; zijn GVA = 0
D
Zowel positief als negatief
Slide 7 - Quiz
Waar staat HH' voor?
A
Sterkte van het oog
B
Plaats van het berekend stelsel
C
Netvlies
D
Brandpunt van het oog
Slide 8 - Quiz
Welke vorm van ametropie wordt ook wel verziend genoemd?
A
Graad van ametropie
B
Emmetropie
C
Myopie
D
Hypermetropie
Slide 9 - Quiz
Hoe bereken ik de benodigde accommodatie in dpt?
A
1350/f'oog
B
100/afstand
C
afstand/100
D
1350/o.o.l
Slide 10 - Quiz
Bij welke vorm van ametropie heeft accommoderen voor in de verte geen zin?
A
Graad van ametropie
B
Emmetropie
C
Myopie
D
Hypermetropie
Slide 11 - Quiz
Iemand heeft een GVA van +3.00 dpt.
Zijn o.o.l. = 21,77 mm
f'oog = 22.13mm
Welke vorm van ametropie hebben we hier?
Zijn o.o.l. = 21,77 mm
f'oog = 22.13mm
Welke vorm van ametropie hebben we hier?
A
AsMyoop
B
Gecombineerde Hypermetroop
C
AsHypermetroop
D
Gecombineerde Myoop
Slide 12 - Quiz
CASUS:
Klant, 41 jaar oud, komt binnen met hoofdpijnklachten. Hij draagt geen bril en heeft geen visusklachten. Wat zou het beste advies zijn?
Klant, 41 jaar oud, komt binnen met hoofdpijnklachten. Hij draagt geen bril en heeft geen visusklachten. Wat zou het beste advies zijn?
A
Oogmeting en leesbril
B
Oogmeting en enkelvoudige bril voor nabij en veraf
C
Oogmeting multifocale bril voor nabij en veraf
D
Kant & Klare leesbril
Slide 13 - Quiz
CASUS:
klant heeft net een week zijn eerste bril opgehaald. Hij ziet in de hoeken van de glazen een regenboogje.
noteer jouw uitleg aan de klant
klant heeft net een week zijn eerste bril opgehaald. Hij ziet in de hoeken van de glazen een regenboogje.
noteer jouw uitleg aan de klant
Slide 14 - Open question
Wat is accommoderen?
A
Lens boller door strakke lensbandjes en gespannen acc.spier
B
Lens boller door slappe lensbandjes en gespannen acc.spier
C
Lens boller door slappe lensbandjes en ontspannen acc.spier
D
Lens vlakker door strakke lensbandjes en gespannen acc.spier
Slide 15 - Quiz
Welke oogaandoening tast de ooglens aan en daarme ook het accommodatievermogen?
A
Macula Degeneratie
B
Exophtalmus
C
Cataract
D
Glaucoom
